Open brief van Jos Stelling: Artplex is duur, overbodig, ongewis en concurrentievervalsing. | De Utrechtse Internet Courant Open brief van Jos Stelling: Artplex is duur, overbodig, ongewis en concurrentievervalsing. | De Utrechtse Internet Courant

Open brief van Jos Stelling: Artplex is duur, overbodig, ongewis en concurrentievervalsing.

Open brief van Jos Stelling: Artplex is duur, overbodig, ongewis en concurrentievervalsing.

Beter ten halve gekeerd, dan ten hele gedwaald.

De filmwereld bereidt zich voor op nieuwe tijden en nieuwe distributiekanalen. Vanwege het internet worden films steeds vaker wereldwijd met een groot aantal kopieën in een keer uitgebracht. De looptijd van filmreleases wordt steeds korter en ook in Utrecht is een film soms in drie theaters te zien: het ijzer moet immers gesmeed worden als het heet is. Nu zijn er al dagelijks tientallen films te zien op de tv (op steeds grotere en betere flatscreens). De digitale ontwikkelingen kennen blijkbaar geen beperkingen. Het internet geeft onbeperkte mogelijkheden om een grote verscheidenheid aan films (fictie en documentaires) te downloaden (on demand). Het idee uit de jaren zestig/ zeventig filmhuizen te subsidiëren om de spreiding van de betere film te waarborgen is definitief voorbij.

De televisie is steeds meer een logisch en serieus distributiekanaal voor films geworden. De toenemende kwaliteit en populariteit van televisieseries, gemaakt door belangrijke filmmakers, geeft ook een duidelijk signaal.

Een van de negatieve effecten van het internet en het thuis film consumeren, is dat mensen vereenzamen en de maatschappij verindividualiseert. In de filosofie van Springhaver en het Louis Hartlooper Complex (LHC) liggen daar echter de kansen. De behoefte van mensen om elkaar te ontmoeten wordt groter (zie het succes van festivals) en dus is het collectief kijken naar een film veel meer een alibi geworden, dan een doel op zich. Dat de horeca en ook (culturele) activiteiten een cruciale rol hierbij spelen is evident. Om de gast van het filmtheater centraal te stellen is een soort ondernemerschap nodig dat nogal verschilt van het zogenaamde “cultuur-management” dat zich nu eenmaal liever op de overheid richt (logisch) dan op de gast, met alle gevolgen van dien. Zo is het horecagedeelte van ’t Hoogt inmiddels verpacht, terwijl het voor het LHC 60% van de inkomsten vormt.

Om het Artplex te rechtvaardigen gebruikt ’t Hoogt het argument dat Utrecht op de zevende plaats in Nederland staat qua bioscoopbezoek. Dit is een onjuiste voorstelling van zaken. Wat betreft de arthouses staat Utrecht op de tweede plaats (na Amsterdam). Het uitstellen van een geplande nieuwbouw is de oorzaak van de Utrechtse achterstand. Met de aangekondigde bouw van tenminste een Multiplex door Wolff Bioscopen met maar liefst 18 zalen (waarvan 4 bestemd voor arthouse-films) is dit probleem opgelost. De negatieve consequenties voor de dichtbij gelegen gemeentebioscoop (Artplex) zullen, hopen wij, in het Artplex-businessplan worden meegenomen.

Wij zijn nieuwsgierig naar dat businessplan. Vorige edities waren zo slecht onderbouwd en vederlicht dat ‘het cultuurmanagement’ daar de handen vol aan zal hebben. Bij jaarlijks 150.000 verkochte tickets speelt men quitte, maar aantallen van 200.000 en 250.000 worden ook realistisch genoemd. Nu betaalt de Gemeente Utrecht aan ’t Hoogt al € 10,- tot € 15,- voor elk verkocht kaartje. Het LHC verkoopt tussen de 100.000 en 140.000 tickets, Springhaver 50.000 en ’t Hoogt tussen de 35.000 en 50.000. Leuk voor de gemiddelde Utrechter te weten dat Springhaver en het LHC geen subsidie krijgen en het gerucht dat ooit het politiebureau voor € 1,- zou zijn gekocht is verzonnen en dus onjuist. Interessant is ook om de culturele activiteiten tussen het LHC en ’t Hoogt te vergelijken en te weten dat het LHC in 2012 € 40.000,- uit beperkte eigen middelen heeft geïnvesteerd in extra culturele activiteiten.

Alle in Nederland uitgebrachte films worden in Utrecht vertoond. Omdat het LHC en Springhaver ook nu al graag films die in ’t Hoogt te zien zijn willen vertonen is er feitelijk al jaren sprake van concurrentie (en irritatie). Dit alles zal de gemiddelde Utrechtse filmhuisbezoeker een zorg zijn en dus is dit schrijven meer gericht aan hen die ons politiek vertegenwoordigen. Mocht het Artplex doorgaan zal het perse films moeten vertonen die nu vertoond worden in de niet-gesubsidieerde filmtheaters, dus niet enkel meer de zogenaamde ‘kleine kwetsbare’ film (…). Dit betekent, gezien de directe of indirecte subsidie/steun die ’t Hoogt/ Artplex van de Gemeente Utrecht ontvangt, concurrentievervalsing die onder andere het voortbestaan van het LHC en Springhaver ernstig in gevaar brengt: een logische, simpele conclusie. Dus zullen we alles doen een Artplex-besluit juridisch aan te vechten. Het LHC is het resultaat van een bepaalde culturele ondernemingsgeest en grote betrokkenheid bij alles wat de stad Utrecht betreft. Dankzij vrijwilligers, veel strijd en inventiviteit houden we in met name het LHC het hoofd boven water.

Maar geen gezeur, wat zou mogelijk en logisch zijn? Bij een gehoopte samenwerking tussen ’t Hoogt, het LHC en Springhaver is er een betere onderhandelingspositie met betrekking tot distributeurs en kan er efficiënter worden gewerkt t.a.v. publiciteit, inkoop, service, internet etc.. Denkend aan de Filmstad Utrecht is er straks een fraai Wolff-Multiplex bij het station (18 zalen) en wellicht nog een op de A2 (8 zalen). Juist dan leent zich de oude binnenstad (Utrechtse huiskamer) voor een nieuwe arthouse locatie, die minder geldverslindend en megalomaan is. Gedacht kan worden aan de noordelijke binnenstad, Wolvenplein, Bemuurde Weerd, of het oude bioscoop-monument ‘City’ dat op de buitengevel na wel wat zou moeten worden verbouwd. Analoog aan het LHC zou het plaats moeten bieden aan horeca (terras) en minimaal 4 zalen. Zo zou het ’t Hoogt zich moeten terugtrekken uit de reguliere filmvertoning en zich moeten specialiseren in filmgerelateerde projecten (festivals, tentoonstellingen, lezingen, themavoorstellingen) en daarbij gebruik kunnen maken van bestaande locaties (incl. het Muziekpaleis). De uit noodzaak geboren opheffing van het succesvolle Latin American Film Festival en Utrecht over Utrecht zouden zo voorkomen worden, er zou evenwichtiger met subsidiegelden kunnen worden omgegaan door het daar te besteden waar het zinnig en nodig is. Als het Artplex niet doorgaat, hetgeen ons, gezien de financiële situatie, de risico’s en de oneigenlijke concurrentie waarschijnlijk en logisch lijkt, blijft ook het Nederlands Film Festival behouden voor de binnenstad (goed/leuk ook voor het Muziekpaleis, waarin straks ook weer trouwens veel mogelijkheden zijn en zo ook nog eens een concurrent van het artplex zou kunnen worden).

Op grond van dit soort nieuwe en constructieve ideeën wil ik graag meedenken en me hiervoor inzetten.

Jos Stelling

16 Reacties

Reageren
  1. Joris

    Oei oei wat ben ik het hier mee eens! Hear, hear!!

  2. marcel gieling

    Al lang vraag ik mij af waarom ‘t Hoogt zoveel subsidie krijgt. Grootste deel gaat naar personeel en gebouw/huur. De films die er worden gedraaid zijn al lang niet meer exclusief, ze zijn overal te huur of elders te zien. Van alle subsidies die aan culturele instellingen wordt verstrekt lijkt die aan ‘t Hoogt het minst op zijn plaats. In grote lijnen ben ik het zeer eens met Stelling.

  3. Freek

    Hollywood krakers horen in een grote bioscoop met popcorn, literaire films horen in de binnenstad – met een hapje eten. Doe het anders en het kost je publiek.

  4. Marion Renes

    Eens met je betoog zeker wat betreft de subsidies!! maar…..Wat er ook gebouwd gaat worden..de sfeer en de omgeving van t Springhaver en LHC kunnen nooit geëvenaard worden! Die zijn echt uniek en daardoor altijd blijven.

  5. Jan-Kees Verschuure

    Ik ben het eens met Marion Renes, en wat dat betreft is er hoop voor Stelling, een van de founding fathers van de Utrechtse filmcultuur. Voor een artplex als groeimodel, zijn de voortekenen exploitatief niet zo gunstig. ‘t Hoogt verliest een aantrekkelijke locatie in de historische binnenstad, en zal daardoor minder met LHC/Springhaver concurreren,

  6. Erwin

    In mijn ogen word dit een zelfde fiasco (duurder nog) als TMG die Hyves overneemt.
    Toekomstig bezoek staat door nieuwe technologie zeker niet vast en het BIEB++ is ook allang achterhaald. Dus straks een leegstaand en mislukt prestige project, gelukkig draait de Utrechtse burger voor de kosten op.

  7. Coen

    Eens met Jos Stelling, behalve het punt van de Bieb.
    een mooie centrale nieuwe bieb+ lijkt me wel een pre voor Utrecht.
    Zeker als we dan de oude bieb gebruiken om daar een nieuw arthouse filmtheater van te maken en die 8 zalen in Artplex te laten schieten.

  8. TP

    Bizar dat er nu 3 nieuwe biosocopen in voorbereiding zijn in Utrecht!
    Wolff Jaarbeurs, Leidsche Rijn bioscoop en nu dus ook het Artplex. Ook Wolff Jaarbeurs gaat een arthouse gedeelte omvatten. Conclusie: laten we geen publiek geld steken in voorzieningen die allang door de markt worden geboden!
    Een goede bieb naar Amsterdams model zie ik overigens wel zitten!

  9. Ine van den Bergh

    Het podium voor de kleinere kwaliteitsfilm (lees: NIET de arthouse film) in Utrecht verdwijnt als de suggesties die Stelling opstelt worden aangenomen. En ja, door de digitalisering zijn tegenwoordig ook deze films verkrijgbaar via internet of televisie. Maar het filmlandschap verschraalt door het verdwijnen van dergelijke films. De creativiteit en het ondernemerschap van jonge filmmakers wordt belemmerd; zij hebben niet langer de ruimte om risico’s te nemen en te vernieuwen. Bv. ja Springhaver/LHC tonen Kechiche en Lynch, maar deze werden niet vertoond als kleinere filmhuizen/theaters die programmeren zoals ‘t Hoogt (ook in het toekomstige Artplex wil doen) hen niet een podium hadden geboden. Bovendien is het apart dat Stelling nu pleit voor samenwerkingsmogelijkheden met ‘t Hoogt, terwijl ruim 10 jaar geleden hem de kans is geboden om samen (toen zelfs nog met Wolff) plannen voor het Artplex te maken, en hij toen heeft afgewezen om vervolgens (tijdens het adviesproces van de commissie ingesteld door het College van B&W) het LHC te kopen. Natuurlijk, cultureel ondernemerschap is (zeker in deze tijden) te prijzen. Overal verdwijnen of verminderen subsidies. Maar uit meerdere onderzoeken is gebleken dat één groot cultureel film centrum in Utrecht het meest lucratief en het beste is voor de stad. En het LHC (icm Springhaver) is dan wel authentiek, maar het is absoluut niet geoutilleerd genoeg om aan de hieraan verbonden voorwaarden te voldoen. Stelling heeft door deze afwijzing voor een dergelijke publiek-private samenwerking voor het Artplex de dreigende donkere wolk boven zijn LHC en Springhaver over zich afgeroepen. Een kritische opstelling hier tegenover is dan ook eigenlijk ‘oneigenlijk’.

  10. Gr.R.

    Wat is precies het verschil tussen de kleinere kwaliteitsfilm en de arthouse film?

  11. Jos Stelling

    Reactie op Ine van den Bergh.
    Bij mijn uiteindelijke weigering 10 jaar geleden mee te werken aan een art-plex (waarbij mij ook werd verzocht Springhaver op te heffen…) , gebruikte ik dezelfde argumenten als nu. Vandaar. U heeft het over “verschraling” en over “meerdere onderzoeken is gebleken dat….”. Dat is ambtenaren jargon. Waar zijn die onderzoeken en door wie zijn die gemaakt/ onderzocht? Ik heb er ook nog een paar. Alle films die in Nederland zijn of worden uitgebracht zijn en blijven in Utrecht te zien. Meer kunnen film-art-huizen niet doen. Als u ons de huidige subsidie geeft mag voortaan iedereen in het LHC -met plezier- gratis naar de film. Tuurlijk heeft ‘t Hoogt vroeger een zekere functie gehad. Het was ooit ook mijn favouriete plek. Maar ja toen werd langzaam maar zeker alles anders en is er een potje van gemaakt (letterlijk). Afgezien van het feit dat het LHC regelmatig jonge filmmakers kansen geeft om films te vertonen, kijk ik ook regelmatig en met veel plezier op mijn flatscreen naar you-tube: het volledig gedemocatiseerde ideale platvorm voor de jonge tot zeer jonge filmmaker. Leest U alstublieft nog een keer mijn brief en ga op de argumenten in.

  12. RvR

    Een discussie uit te weg gaan door de ander te betichten van ambtenarenjargon is not done. Zeker wanneer we Stelling zelf lezen: ‘Er zou evenwichtiger met subsidiegelden kunnen worden omgegaan door het daar te besteden waar het zinnig en nodig is’. ‘Zinnig’ en ‘nodig’. Goede woorden om een bedachtzaam disours te similuren dat uiteindelijk hol blijkt.
    Ine van de Bergh stelt, mijn inziens terecht, dat de rekening van deze ontwikkeling vooral aan de makerskant van de filmindustrie gepresenteerd zal worden. Jos Stelling kan schrijven dat het hem daar niet om te doen is en dat we op zijn voorwaarden de discussie moeten voeren (al verwoordt hij het met soort misplaatst dédain: als mevrouw de brief niet goed begrepen heeft). De voorwaarden waarop we volgens Stelling dienen te discussiëren lezen we hier: ‘Bij een gehoopte samenwerking tussen ’t Hoogt, het LHC en Springhaver is er een betere onderhandelingspositie met betrekking tot distributeurs en kan er efficiënter worden gewerkt t.a.v. publiciteit, inkoop, service, internet etc.’. Het gaat er volgens Stelling dus om dat de bioscopen/filmhuizen een betere onderhandelingspositie bewerkstelligen. Het argument dat Ine van de Bergh geeft, namelijk dat enkel kijken naar de relaties filmhuizen-distribiteurs en filmhuizen-publiek een evenzo belangrijke relatie uit het oog verliest: jonge filmmakers-publiek.
    Stelling reageert als volgt: ’Afgezien van het feit dat het LHC regelmatig jonge filmmakers kansen geeft om films te vertonen, kijk ik ook regelmatig en met veel plezier op mijn flatscreen naar you-tube: het volledig gedemocatiseerde ideale platvorm voor de jonge tot zeer jonge filmmaker’. Deze zin borrelt. Er zit zo veel in deze zin, dat ik niet weet of ik het er allemaal uit kan halen. Laat ik een poging wagen.
    Het eerste gedeelte van deze zin (van ‘afgezien’ tot ‘vertonen’) is van eenzelfde holheid waar tegen hij zo fel van leer trekt (ambtenarenjargon!). Zeggen dat iets een feit is, maakt het niet waar. Daarnaast: regelmatig? De grootste misvatting zit hem in het tweede gedeelte van de zin. Ten eerste ontdoet Stelling You-Tube van zijn primaire vertoningscontext (de laptop of de p.c.). Het is tegenwoordig inderdaad mogelijk om You-Tube filmpjes op een flatscreen te bekijken. Het is tevens mogelijk deze op je I-Phone te bekijken. Nogal een verschil in vertoningscontext waar Stelling zich makkelijk vanaf brengt.
    Daarnaast noemt hij dit medium het ‘ideale platvorm [sic] voor de jonge tot zeer jonge filmmaker’. Dit is wederom een te positieve voorstelling van de zaken. Omdat er voor jonge filmmakers minder kansen zijn via de (betaalde) reguliere kanalen, worden ze wel gedwongen om het via een gratis internetmedium te proberen. You-Tube wordt ervaren als een bevrijding (iedere jonge filmmaker kan gratis een filmje delen), maar leidt uiteindelijk tot onvrijheid (jonge filmmakers krijgen geen kansen meer om geld voor hun films te vragen: ze hebben You-Tube toch!).
    Hier zien we wederom Stelling’s preoccupatie met distribiteurs en het bereiken van publiek. Dat mag, dat is op zichzelf geen probleem. Maar wanneer de vraag gesteld wordt hoe het dan moet met jonge, talentvolle filmmakers is antwoorden met ‘je hebt niet goed gelezen’ ongefundeerd, maar vooral, een beetje ongepast.

  13. Claire Leo

    Wie is eigenlijk Ine van den Bergh? En wat zijn dat voor statistieken waaruit ze put?

  14. SH

    Wat mij betreft is de verbetering op smakelaarsveld EN eindelijk een nieuwe bibliotheek in utrecht waar deze discussie over moet gaan, niet iemand die bang is voor concurrentie

  15. SH

    Wat mij betreft is de verbetering op smakelaarsveld EN eindelijk een nieuwe bibliotheek in utrecht waar deze discussie over moet gaan, niet iemand die bang is voor concurrentie

  16. Jolanda

    Jeetje wat een letterzetters zijn hiet aan het schrijven zeg. Eigenheid wordt door Stelling gegarandeerd in Utrecht. Eenheidsworst door dat complex op ‘t Smakkelaarsveld.
    Veel succes nog met ‘t uitspellen van de brief van Stelling, maar besef waar hij voor staat.
    Ben een beetje zuinig op dit soort culturele ondernemers zeg, en dankbaar!

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).