Jan Wouters maakte na het eind van vorig seizoen plaats op de bank bij FC Utrecht voor Robby Alflen. Sinds dit seizoen staat hij aan het roer van het Utrechtse vlaggenschip op voetbalgebied. Het gaat nog niet voor de wind met FC Utrecht. 

De media kopten afgelopen maandag over het spel van zondag tegen Cambuur: ‘beschamend’, ‘Onder de maat’ en ‘Zo slecht was het nog niet’. Hebben ze gelijk?

“Ik vind dat terecht. De eerste helft begonnen we nog wel goed, maar de tweede helft zijn we echt totaal door de ondergrens gezakt.”

Hoe kan het dat het team alleen bepaalde periodes van de wedstrijd kan opbrengen om het goede spel erin te houden? Het is gedurende wedstrijden zo wisselvallig.

“Dat is moeilijk te begrijpen. Wat ik wel weet, is dat ik door het uitvallen van diverse spelers dit seizoen al 27 mannen het veld in heb gestuurd. Dat is nog nooit voorgekomen geloof ik. Ook missen we steeds weer een leider. Kali is geblesseerd en Leeuwin en Janssen vielen tegen Cambuur uit in de eerste helft. Dat zijn spelers die het team zouden moeten dragen.”

Maar hoe komt het dan dat zoveel mannen steeds uitvallen? Is dat de Wet van Murphy of wordt er te hard getraind misschien?

“Het is een groot probleem bij Utrecht. Dat geef ik toe. We hebben al drie jaar af en aan dat de ene na de andere uitvalt. Om het nog op toeval te gooien vind ik te makkelijk. Toch is het voor ons moeilijk om de vinger op de zere plek te leggen. Het zijn namelijk steeds andere blessures. Als het bijvoorbeeld steeds hamstringblessures zijn, kun je zeggen dat we misschien te hard trainen. Ik vind wel dat we serieus moeten kijken naar de mogelijkheden om het complex te verbeteren.”

Kun je dat wat meer toelichten?

“De velden zijn hier op ons trainingcomplex Zoudenbalch gewoon niet goed genoeg. Ik moet eerlijk zeggen dat we nu aan het kijken zijn om dit zo snel mogelijk te veranderen.”

Veel Utrecht-fans worden een beetje ongeduldig. Met de aanstelling van jou in combinatie met Adriaanse op de achtergrond werd attractief voetbal beloofd. Nu kakt de wedstrijd gewoon in of het is lange ballen spelen op spits Ruud Boymans. Hoe lang moet de Utrecht-fan nog wachten?

“Het klopt dat we meer vooruit willen spelen en meer voor het doel van de tegenstander willen verschijnen. Toch kost het tijd om dit systeem erin te slijten. We hebben de afgelopen jaren nooit op deze wijze gespeeld. Tegen Go Ahead Eagles hebben we bijvoorbeeld 55 minuten gewoon goed gespeeld. Daarna ging het helemaal mis. Dat moet er echt uit!”

Utrecht

Heb jij een favoriete plek in de stad?

“Om eerlijk te zijn ben ik niet zo vaak in de stad. Ik ben vaak thuis, op Zoudenbalch of in de Galgenwaard. Een favoriete plek heb ik ook niet echt.”

Kun je Utrecht in een aantal woorden typeren?

“Utrecht is een hele knusse plek. Ik vind het haast niet eens lijken op een stad door de knusheid. Amsterdam is een echte stad. Je hoort daar alle talen door elkaar heen. Utrecht is nog wel echt Nederlands. Daar hou ik wel van.”

Waar ben je minder blij mee in Utrecht?

“In de stad zijn ongeveer overal regels voor. Als je ergens je fiets voor de deur zet en naar binnen loopt, zetten ze hem op een kar en kun je hem ergens in een depot weer ophalen. Dat vind ik zo’n mierenneukerij. Ik geloof nou niet dat we echt relaxter worden van al die regels.”

Avondje NAC

Komend weekend spelen jullie s’avonds uit bij NAC Breda. Heb je nog een bepaalde routine voor een wedstrijd

“Bijgeloof bedoel je?”

Bijvoorbeeld?

“Vroeger als speler had ik dat wel in het begin. Vroeger draaide ik altijd dezelfde muziek, trok eerst m’n rechter- en daarna m’n linkerschoen aan en nam dezelfde route op weg naar het stadion. Op den duur werd ik daar helemaal gek van. Dan was bijvoorbeeld de weg naar de club voor een deel opgebroken. Op een gegeven moment heb ik het bijgeloof besloten overboord te gooien.”

Weekend

Je weekend bestaat vooral uit voetbal waarschijnlijk?

“Ja dat klopt wel. Zeker sport speelt een belangrijke rol in het weekend. Mijn dochter speelt hockey bij Maarssen en mijn zoon voetbalt bij Breukelen. Daar ben ik vaak langs de lijn te vinden. Dat is sowieso nog steeds het mooiste aan de sport. Even bij de amateurs kijken, de kantine inlopen, een bakkie koffie halen en de auto lekker dichtbij het veld parkeren. Daar is de sport voor gemaakt. Ik zelf beleef natuurlijk het hoogtepunt van mijn werkweek in de weekenden. Daar sta je doordeweeks voor op het trainingsveld. Ik vind het daarnaast wel een fijn gevoel dat het thuis bij mij wat rustiger is in het weekend. De wekker gaat in het weekend in principe alleen voor mij. De rest van de week racen mijn vrouw en kinderen van plek naar plek. Het gevoel dat zij het wat rustiger hebben, geeft mij ook een soort weekendgevoel.”