Kapel van het Gregoriushuis: woning als oplossing voor ontkerkelijking? | De Utrechtse Internet Courant Kapel van het Gregoriushuis: woning als oplossing voor ontkerkelijking? | De Utrechtse Internet Courant

Kapel van het Gregoriushuis: woning als oplossing voor ontkerkelijking?

Kapel van het Gregoriushuis: woning als oplossing voor ontkerkelijking?
De woonkapel van het Gregoriushuis heeft in vele architectuurtijdschriften in binnen- en buitenland gestaan. Toch zullen de meeste Utrechters het gebouw niet kennen, vooral omdat het vanaf straat eigenlijk niet zichtbaar is. De kapel uit 1922 staat op het binnenterrein van het Gregoriushuis aan de Herenstraat. In 2005 verlieten de ‘fraters van Utrecht’ dit klooster en werden er appartementen van gemaakt. Ook de kapel werd woning, fraai verbouwd door Zecc Architecten. Momenteel staat de kapel weer te koop.

De woonkapel van het Gregoriushuis heeft in vele architectuurtijdschriften in binnen- en buitenland gestaan. Toch zullen de meeste Utrechters het gebouw niet kennen, vooral omdat het vanaf straat eigenlijk niet zichtbaar is. De kapel uit 1922 staat op het binnenterrein van het Gregoriushuis aan de Herenstraat. In 2005 verlieten de ‘fraters van Utrecht’ dit klooster en werden er appartementen van gemaakt. Ook de kapel werd woning, fraai verbouwd door Zecc Architecten. Momenteel staat de kapel weer te koop.

Interieur van de woonkapel aan de Herenstraat 4k (foto: huidige bewoners)

Respect

Bij de verbouwing in 2007 zijn de architecten met respect voor het gebouw te werk gegaan. Ze hebben vooral veel wit gemaakt — de wanden en het houten dakgewelf — wat een modern en tegelijk sacraal resultaat geeft. Verder hebben ze maar twee grote ingrepen gedaan. De eerste is een losstaand, bijna zwevend entresol met glazen balustrades. Ook brachten ze achterin het koor een groot raam aan om het contact met de stad te leggen. Het heeft een Mondriaan-achtige indeling die contrasteert met het rijk gedecoreerde glas-in-lood.

Huiselijk

Wonen in een kerk klinkt niet erg huiselijk. Het vele wit en de grote hoogte wekken op foto’s misschien een kille indruk. Als je de kapel binnenkomt vallen de grootte en de leegte eigenlijk erg mee. Het was dan ook een kloosterkapel, lang niet zo groot als een parochiekerk. Deze woonkapel is van huiselijker formaat dan de Jacobuskerk aan de Bemuurde Weerd, die ook door Zecc Architecten tot woning is verbouwd. In de avondschemering, wanneer het laatste zonlicht door het glas-in-lood valt, hangt er een warme sfeer in de kapel.

Interieur van de kapel voor de verbouwing (archief Fraters van Utrecht)

Geschiedenis

De fraters van Onze Lieve Vrouw van het H. Hart woonden sinds 1873 in het Gregoriushuis. Fraters zijn geen priesters maar ongehuwde broeders die hun leven aan hun katholieke geloof wijden. De Utrechtse fraters hielden zich bezig met onderwijs: ze gaven les op katholieke scholen en gaven lesmateriaal uit.

Nadat de fraters het Huis Loenersloot aan de Nieuwgracht gekocht hadden kon in 1922 een grotere kapel gebouwd worden, deels op het nieuwe terrein, deels op resten van de oude kapel. Architect was — zo blijkt uit de bouwtekening — Alphons Dirkse uit Arnhem, specialist in houtconstructies. Hij werkte samen met de gereformeerde(!) kerkenarchitect Rotshuizen.

Exterieur van de kapel met rechts de achterkant van Huis Loenersloot (foto Arjan den Boer)

Eigenlijk is het een multifunctioneel pand. Onder de kapel ligt nog een volledige verdieping, oorspronkelijk met scheikundelaboratorium en tekenlokaal. Het hoge bakstenen gebouw heeft een leidak met een klein torentje. Het puntdak is aan de binnenzijde afgerond met een houten paraboolgewelf. Dat die vorm in de mode was blijkt wel uit de hal van het postkantoor op de Neude, in dezelfde jaren gebouwd.

Eucharistieviering in de kapel rond 1980 (archief bewoners kapel)

De kapel was primair bedoeld voor de fraters zelf, maar via het onderwijs hadden zij veel contact met de buitenwereld. Er vonden regelmatig huwelijksvoltrekkingen plaats van oud-leerlingen. De missen werden ook bezocht door buurtbewoners en andere belangstellenden. De rol van de fraters in het onderwijs raakte eind 20e eeuw achterhaald en de kloostergemeenschap vergrijsde. In 2005 verhuisden de laatste vijftien fraters — fraai vereeuwigd door Ruben Lundgren — naar De Bilt.

Huwelijksvoltrekking in de kapel, jaren 70 (archief bewoners kapel)

Ramen

In de tot woning verbouwde kapel vormen de kleurrijke ramen de meest opvallende herinnering aan het verleden. Ze steken mooi af tegen de witte wanden en worden extra benadrukt door inkepingen in het dakgewelf. De ramen werden in 1922 gemaakt door de Utrechtse glazenier Henricus Kocken. Hij maakte ook de ramen van de Martinuskerk aan de Oudegracht (nu appartementen) en de oud-katholieke Gertrudiskerk.

Glas-in-loodramen door Henricus Kocken uit 1922 (foto: huidige bewoners)

Kocken was lid van het Bernulphusgilde, een 19e-eeuws genootschap voor katholieke kunst en architectuur dat zich na 1910 openstelde voor nieuwe kunststijlen. Kocken werd beïnvloed door Johan Thorn Prikker, de bekendste glaskunstenaar van het expressionisme. Waar diens ramen steeds abstracter werden bleven die van Kocken wel figuratief.

Raam met voorstelling van het kerstverhaal (foto Arjan den Boer)

De ramen geven de kloostergeloften weer (kuisheid, gehoorzaamheid, armoede) en de ‘liefdewerken’ van de kloostergemeenschap. Dit gebeurt aan de hand van bijbelse taferelen en heiligenlevens. Zo staat de kribbe van het kerstverhaal voor armoede, en Christus die ‘Laat de kleinen tot mij komen’ predikt voor het onderwijswerk van de fraters. Er zijn ook twee kleine ronde ramen: boven het koor van Christus met het Heilig Hart, en achter het orgel van de harpspelende Koning David.

Stenen boog met reliëfs van engelen (foto Arjan den Boer)

Altaar

Op de muur achter het koor, waar het altaar stond, bevindt zich een met reliëfs versierde boog van zandsteen. Net als het dakgewelf heeft het een paraboolvorm. Afgebeeld is een 14-koppig engelenkoor waarvan de leden zichtbaar in vervoering verkeren. De beeldhouwer was wellicht Steph Uiterwaal, net als Kocken een van de vernieuwers van het Bernulphusgilde.

Het altaar zelf bevindt zich niet meer in de kapel, maar is wel bewaard gebleven. Het dateert uit 1951, toen de de kapel werd heringericht. Het altaar bestaat uit een keramisch reliëf, tabernakel en kruisbeeld. Het werd gemaakt bij het keramisch atelier St. Joris in het Limburgse Beesel, naar ontwerp van de veelzijdige pater-kunstenaar Michaël van Helvert van de abdij van Berne.

Het keramische altaar kort voor verwijdering uit de kapel (foto Stichting Beesels Keramisch Erfgoed)

Het altaar is bij de verbouwing tot woning overgedragen aan de Stichting Beesels Keramisch Erfgoed. Die wil het graag herplaatsen in een kerk, maar dat is nog niet gelukt; wel wordt het af en toe tentoongesteld.

Orgel

Het orgel is nog wel aanwezig en wordt soms zelfs bespeeld door (gasten van) de bewoners. Het werd gebouwd door de firma Verschueren uit Heythuysen als opus 246. Het kreeg een elektrisch pneumatisch systeem, twee klavieren en een vrij pedaal. De plechtige inwijding was op palmzondag 1951 door Ben Kok, de organist van de Martinuskerk.

De woonkapel met het orgel uit 1951 (foto: huidige bewoners)

Voorbeeld?

Door vergrijzing en ontkerkelijking komt steeds meer religieus erfgoed leeg te staan. De Ludgerusparochie heeft aangekondigd dat in 2015 vijf Utrechtse kerken gaan sluiten, waaronder de Josephkerk aan de Draaiweg. De kapel van het Gregoriushuis laat zien dat met behoud van originele elementen een transformatie tot modern woonhuis mogelijk is. Deze aanpak is vooral geschikt voor kloosterkapellen, zoals die van het Franciscanessenklooster — later zorgcentrum — aan de Kanaalstraat. Een woonbestemming is minder geschikt voor de grotere parochiekerken, die opgedeeld zouden moeten worden in meerdere appartementen. Dat is wel gebeurd met de Martinuskerk aan de Oudegracht, wat ten koste ging van de ruimtelijke beleving. Maar alles is natuurlijk beter dan leegstand of sloop.

Utrecht staat vol met vergeten gebouwen: markante panden uit een ver of recent verleden waar iedereen zomaar aan voorbij loopt. Rondleider, publicist en monumentenfreak Arjan den Boer vestigt elke maand in tekst en beeld de aandacht op zo’n gebouw. Het liefst kijkt hij er ook binnen.

Arjan den Boer

Arjan den Boer

Arjan den Boer is publicist over geschiedenis, design, monumenten en architectuur. Voor DUIC schrijft hij dit jaar over verdwenen villa's in Utrecht.

Profiel

geen Reacties

Reageren

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).