Merel Blom ontmoet Maarten van der Graaff: “Ik wil de poëziewereld openbreken” | De Utrechtse Internet Courant Merel Blom ontmoet Maarten van der Graaff: “Ik wil de poëziewereld openbreken” | De Utrechtse Internet Courant

Merel Blom ontmoet Maarten van der Graaff: “Ik wil de poëziewereld openbreken”

Merel Blom ontmoet Maarten van der Graaff: “Ik wil de poëziewereld openbreken”
Utrecht huisvest grote dichters en schrijvers. DUIC’s eigen literatuurwetenschapper en leesfanaat Merel Blom gaat op zoek naar het verhaal achter deze woordkunstenaars en gaat met hen in gesprek over hun schrijf- en leeservaring en hun beleving van de stad Utrecht.

Utrecht huisvest grote dichters en schrijvers. DUIC’s eigen literatuurwetenschapper en leesfanaat Merel Blom gaat op zoek naar het verhaal achter deze woordkunstenaars en gaat met hen in gesprek over hun schrijf- en leeservaring en hun beleving van de stad Utrecht.Maarten 05
Dichter Maarten van der Graaff (1987) groeide op in Goeree-Overflakkee en kwam in 2007 naar Utrecht om theologie te studeren. Hij debuteerde in 2013 met de bundel Vluchtautogedichten, waarmee hij de C. Buddingh-prijs 2014 won. Onlangs verscheen zijn tweede bundel, Dood werk en opende hij in TivoliVredenburg de Nacht van de Poëzie. In een cafeetje aan de Kanaalstraat vertelt hij over wat hem zoal bezighoudt.

“Op mijn eerste avond in Utrecht nam een huisgenoot, die veel wereldser was dan ik, me mee uit. We belandden in de ACU en daar was een soort transgenderfeest. Ik wist wel dat het bestond, maar ik was ook wel heel beschroomd en verbaasd. En in een keer werd mijn blikveld bijna gewelddadig verruimd. Dat weet ik nog erg goed”, vertelt Maarten van der Graaff. Hij lacht: “Ik vond het fantastisch. Ik lag die avond in bed en alles tolde door alle indrukken en de alcohol natuurlijk en toen dacht ik: dit is echt een andere wereld. Ik ben blij dat ik er ben.”

Inmiddels woont Van der Graaf in de wijk Nieuw Engeland, net buiten Lombok. Die buurt is best kalm en daarom is hij blij met de Kanaalstraat. “Hier doe ik mijn boodschappen. Als ik heel de dag zit te werken achter mijn laptop ga ik, heel truttig, vier of vijf verschillende winkeltjes af om boodschappen te doen. Daar maak ik zo mijn loopje van. Eigenlijk een oersaai leven”, grapt hij. Hij brengt zijn dagen door met schrijven, denken, optredens voorbereiden. Dit najaar geeft hij een cursus aan de schrijversafdeling van Artez, de kunstacademie in Arnhem.

Een constante bevraging van wat er om je heen gebeurt

Van der Graaff voelt zich thuis op de Kanaalstraat, met al haar gezellige drukte en diversiteit. Hij heeft niet zo’n hoge pet op van alle hippe zaakjes die overal opduiken in de stad. “Dat soort plekken zijn een teken aan de wand dat de gentrificatie toeslaat in een buurt. Het laat een bepaalde stadspolitiek zien, die ook veel schaduwkanten heeft. Uiteindelijk zou ik als het ware alleen mezelf, de hogere middenklasse, nog maar terug gaan zien in de buurt. Dat is de dood in de pot.” Zover is het met Utrecht nog lang niet, denkt de dichter, maar hij is er wel bang voor. “Het lijkt me de stad niet leuker maken.”

“Ik denk dat het belangrijk is, als schrijver of kunstenaar, om na te denken over wat er precies met jou en met de mensen om je heen gebeurt”, vertelt hij. Die bewegingen in kaart brengen, ziet hij als een taak van een kunstenaar. Van der Graaff bepleit een constante bevraging van je omgeving. Hij denkt veel na over macht, economie, politiek en hun invloed op het persoonlijke en het publieke leven. En op kunst. “Misschien had ik activist moeten worden. Maar ik vrees dat ik dat gewoon niet ben. Mijn plek is toch meer aan de zijlijn. Dat vind ik niet zo erg eigenlijk.”

Veel zin in samenwerking

“Hier in Utrecht zijn een aantal heel goeie mensen die heel interessante dingen doen”, zegt Van der Graaff. Hij houdt van tradities als de Nacht van de Poëzie, die hij dit jaar zelf opende. Maar vooral vindt hij het leuk om zelf dingen op te zetten, te programmeren. Hij wil af van het jargon en academische debatavondjes met de deuren dicht. “Ik vind het jammer dat mensen in de poëziewereld voortdurend zo langs elkaar heen werken. Kan daar niet meer uitwisseling in bestaan?” vraagt hij zich af. “Ik ben heel nieuwsgierig naar manieren om poëzie open te breken. Dat zou ik graag willen zien.”

Samen met zijn collega-dichter Nanne Nauta organiseert hij weleens een avond, De Bovenkamer genaamd. Gewoon thuis, heel informeel. “Mensen mogen komen voordragen en dan gaan we erover praten. Het is lastig om dat exclusieve van de poëziewereld te doorbreken. Het wordt natuurlijk al snel incrowd, ook zo’n avond”, reflecteert de schrijver. “Het is nog echt een wereld waar niet iedereen zomaar bij mag. Waarom dat zo is weet ik niet. Het heeft waarschijnlijk iets te maken met hoe groepjes überhaupt opereren, maar het is ook wel gewoon ignorance. Ook van mijzelf.”

“Ik heb de laatste tijd veel zin in samenwerking, merk ik. Om te zien hoe je poëzie op andere manieren kan benaderen dan dichters achter een microfoon in een café”, vertelt Van der Graaff. “Je kan heel veel leren van hoe anderen daarnaar kijken. Het is een heel welkome afwisseling naast het achter je computer zitten en schrijven.”

3 Reacties

Reageren
  1. Annemiek

    Mooi interview Merel!

  2. Claudia Brugman

    En ontmoet je Merel – DUIC ook onbekende dichters van de stad?

  3. Piet Bouchour

    Onze nacht is geboren in het licht
    gerinkel van glazen, een lange bar
    plots: mijn lichaam in lakens
    zijde aan zijde, wit zicht

    Begin en einde zonder midden
    als de kade van een vissersdorp
    zondags leeg
    mijn zwarte gaten van geluk

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).