Merel Blom ontmoet Marco Kamphuis: “Altijd als ik langs het Nijntje Pleintje loop moet ik Nijntje even over haar bolletje aaien” | De Utrechtse Internet Courant Merel Blom ontmoet Marco Kamphuis: “Altijd als ik langs het Nijntje Pleintje loop moet ik Nijntje even over haar bolletje aaien” | De Utrechtse Internet Courant

Merel Blom ontmoet Marco Kamphuis: “Altijd als ik langs het Nijntje Pleintje loop moet ik Nijntje even over haar bolletje aaien”

Merel Blom ontmoet Marco Kamphuis: “Altijd als ik langs het Nijntje Pleintje loop moet ik Nijntje even over haar bolletje aaien”
Utrecht huisvest grote dichters en schrijvers. DUIC’s eigen literatuurwetenschapper en leesfanaat Merel Blom gaat op zoek naar het verhaal achter deze woordkunstenaars en gaat met hen in gesprek over hun schrijf- en leeservaring en hun beleving van de stad Utrecht.

Utrecht huisvest grote dichters en schrijvers. DUIC’s eigen literatuurwetenschapper en leesfanaat Merel Blom gaat op zoek naar het verhaal achter deze woordkunstenaars en gaat met hen in gesprek over hun schrijf- en leeservaring en hun beleving van de stad Utrecht.

Marco Kamphuis begon zijn literaire carrière in Utrecht. Hier werd zijn eerste roman gepubliceerd. Maar eigenlijk wist hij als tiener al dat hij schrijver was. Sinds 2006 woont hij ook in Utrecht. Hij houdt van natuur, ingewikkelde Russische, Franse en Nederlandse literatuur en van filosofie. Kamphuis schreef zeven romans, recenseert daarnaast bij NRC en Filosofie Magazine en hij is een van de columnisten van het VARA-programma Vroege Vogels.

“Mijn band met Utrecht is begonnen met mijn debuutroman De medische encyclopedie. Die verscheen bij de voormalige Utrechtse uitgeverij Kwadraat. Twee januari 1996 werd ik gebeld dat zij mijn roman graag wilden uitgeven. Dat is een van de mooiste momenten uit een schrijversleven”, vertelt schrijver Kamphuis. Lopend over de Oudegracht naar de uitgeverij ervoer hij een groot geluksmoment. “Ik wist natuurlijk dat ik schrijver was, maar vanaf dat moment mag je het ook zeggen. Zo kwam Utrecht op een heel prettig, voorspoedig moment in mijn leven.”

Kamphuis studeerde Algemene Literatuurwetenschap in Nijmegen en woonde er daarna nog vijftien jaar. Toen hij en zijn vriendin in 2006 gingen samenwonen, besloten ze naar Utrecht te verhuizen. “Eigenlijk had ik voorkeur voor Amsterdam, maar dan zou mijn vriendin teveel reistijd hebben gehad naar haar werk. Achteraf ben ik blij dat het Utrecht is geworden. Het is vaak gezegd, maar ik vind het ook: Utrecht is echt een dorp vergeleken met Amsterdam. Dat bevalt me enorm goed. Ik ben geregeld in de hoofdstad en ben steeds heel blij als ik ’s avonds hier weer thuiskom.”

“Je beste krachten moet je aan je literatuur wijden”

“Ik begin mijn dag met schrijven. Aan een roman of verhaal waar ik mee bezig ben. Je moet je beste krachten toch aan je literatuur wijden. ’s Middags werk ik meestal aan een recensie voor NRC of Filosofie Magazine, sjouw ik wat rond in huis en ga ik wandelen of fietsen. Na het eten ga ik weer verder met mijn boek”, zegt de schrijver. Hij loopt veel door de oude binnenstad, langs de Nieuwegracht, het Griftpark, door zijn buurt Tuinwijk. Maar hij fietst ook regelmatig richting Maarssen, om naar de bootjes te kijken, en door de bossen bij Lage Vuursche naar Hilversum. De Weerdsingel Oostzijde met haar platanen, lantaarns en prachtige water, en het Nijntje Pleintje zijn favoriet. Kamphuis grinnikt: “Nijntje moet ik toch elke keer even over het bolletje aaien als ik er langsloop.”

Na zijn debuut, waar Kamphuis de Debutantenprijs voor ontving, publiceerde hij zes romans. Havik (2012) werd uitgeroepen tot Boek van de Maand bij De Wereld Draait Door. Zijn laatste roman, Aurore, kwam vorig jaar uit en werd eveneens goed ontvangen. De auteur werkt aan zijn achtste roman, maar wil over de inhoud daarvan vooralsnog niks kwijt.

Rijkdom

Kamphuis’ interesse in literatuur begon als vroege tiener, toen hij Nederlandse grootheden als Simon Carmiggelt, Godfried Bomans en Maarten Biesheuvel ontdekte. Via de laatste kwam hij de Russische literatuur tegen. “Het eerste boek dat ik te pakken kreeg van Vladimir Nabokov was Masjenka. Toen ik dat als veertien-, vijftienjarige las dacht ik: er zijn dingen aan dit boek die ik volgens mij nog niet helemaal begrijp. Maar als ik dit wél ga begrijpen, dan is dit het beste wat ik ooit heb gelezen. Dat was een heel bepalend moment.” Mede door zijn werk als recensent leert Kamphuis steeds nieuwe auteurs kennen. “Ik recenseer vaak filosofie met een bepaalde literaire inslag. Daarnaast lees ik ook graag Franse literatuur, van Nobelprijswinnaar Patrick Modiano bijvoorbeeld. Een aantal jaar geleden ontdekte ik weer een Rus, Vsevolod Garsjin, wiens werk ik prachtig vind. Dat is een rijkdom, ongelofelijk.”

“Journalistiek schrijven verheldert mijn literaire stijl”

“Journalistiek schrijven gaat in eerste plaats om helderheid en begrijpelijkheid. Dat heeft mijn literaire stijl denk ik veel goed gedaan”, reflecteert de auteur. “Ik heb daardoor geleerd om helder te schrijven. In ieder geval daarnaar te streven. Je kunt je beter niet te veel bezighouden met zo literair mogelijk voor de dag te komen. De lezer moet echt kunnen begrijpen wat ik bedoel.” Vooral de afwisseling tussen literatuur schrijven en recenseren ervaart Kamphuis als goed. “Als recensent doe je allerlei ontdekkingen en lees je een boek veel zorgvuldiger en diepgaander dan wanneer je het uitsluitend voor je genoegen leest. Dat is als schrijver ook nuttig voor het inzicht waar het je eigenlijk om gaat. Wat je echt belangrijk vindt in literatuur.”

1 Reactie

Reageren
  1. Marcel Gieling

    Mooi verhaal, zo’n geluksmoment ervaren als je hoort dat een uitgever je boek wil publiceren, daar kan ik mij well iets bij voorstellen.

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).