Koetjes schilderen? Woedend pakt de Utrechtse schilder Nico Rypkema zijn schilderijen, die al klaar staan om geëxposeerd te worden, weer in. De galeriehoudster kijkt in verwarring toe. Ze had het moeten weten, Nico Rypkema is geen diskjockey; die draait muziek op verzoek, maar van de vrijheid van een integer schilder blijf je af. De expositie wordt afgelast. Natuurlijk had Rypkema wel eens koetjes geschilderd, die bleken populair en verkochten goed. Maar een schilder die zich louter om financiële redenen herhaalt, is zijn vrijheid kwijt en juist dat woord staat met hoofdletters in het leven van Rypkema geschreven. Met deze inleiding is één karaktereigenschap van Rypkema wel blootgelegd, hij laat zich niet sturen! Friese koppigheid misschien?
Nico Rypkema is in 1931 in het Friese St. Nicolaasga geboren. Zijn vader is daar directeur van de plaatselijke zuivelfabriek. Zijn moeder is huisvrouw en zeer religieus. Het gezin telt acht kinderen, allemaal jongens. St. Nicolaasga is een katholiek bolwerk in het overwegend protestants-christelijke Friesland.
Na de lagere school gaat Nico naar een katholiek internaat omdat er in zijn dorp en wijde omgeving geen hoger katholiek onderwijs voorhanden is. Na zijn opleiding keert hij terug naar St. Nicolaasga en gaat werken bij de plaatselijke banketbakker. Als hij negentien jaar is, overlijdt zijn vader onverwacht. Zijn moeder wil dan centraler in Nederland wonen om dichter bij haar jongens te zijn die verspreid over het land wonen. Nico verhuist mee naar Utrecht. Hij ervaart de verhuizing naar de grote stad als een cultuurschok; vanuit een groot vrijstaand huis met grote tuin naar een doorzonwoning in de wijk Kanaleneiland, is zacht uitgedrukt, wel even wennen.
In Utrecht gaat hij weer bij een banketbakker werken, maar hij voelt dat de bakkerij geen eindstation in zijn leven is. Dat hij uiteindelijk kunstschilder wordt kan hij dan nog niet bevroeden. Door een toeval leert hij de kunstschilder Bertus Jonkers (1920-2001) kennen. Nico vindt hem razend interessant, een man in sleetse kleren, met een schilderkist en doeken, die op zijn fiets de natuur intrekt om daar te schilderen. Jonkers nodigt hem uit om eens met hem mee te gaan en van hem krijgt Nico zijn eerste schilderlessen.
In diezelfde periode maakt hij ook kennis met Piet Vermeulen (1908-1996), kunstschilder en lid van Genootschap Kunstliefde. Vermeulen ziet Nico’s eerste vingeroefeningen en moedigt hem aan verder te leren. Nico, die nu de (schilder) smaak te pakken heeft, is erg onzeker over zijn kunnen, maar schrijft zich toch in voor een schildercursus bij Artibus. Docent Piet Jongbloed ziet dat zijn pupil een bovengemiddeld talent heeft. Al snel mag hij naar de klas waar de ‘grote jongens’ schilderen, toen sluimerende talenten zoals Huub Sluys, Rien Goené en Wout Maters, nu bekende Utrechters.
Het keurslijf van de academie bevalt Rypkema niet. Hij neemt afscheid van de ‘grote jongens’ en gaat Europa in. Er breekt een periode aan van avontuurlijke reizen naar Zwitserland en Frankrijk, tijdelijke baantjes met kost en inwoning en veel, heel veel schilderen. Tussen de reizen door verblijft hij korte periodes in Utrecht. De bohemien in hem schreeuwt echter om een vrij leven en samen met Bertus Jonkers vertrekt hij weer naar Frankrijk. Ze schilderen veel ‘en plein air’ en filosoferen regelmatig (onder de invloed van veel wijn) over kunst. Ze hebben er veel plezier!
Terug in Nederland schrijft Nico zich weer in bij Artibus, maar ook deze keer vertrekt hij voortijdig na een conflict over de wijze waarop het werk van de studenten wordt beoordeeld. Zijn onvrede hierover steekt hij niet onder stoelen of banken. Resultaat daarvan is dat Rypkema niet langer welkom is op Artibus.
Een diploma is voor Rypkema niet belangrijk, iets van je leven en werk maken des te meer. Leven van zijn kunst is in die tijd echter niet realistisch. Hij krijgt een parttime baan als tekenleraar in IJsselstein en huurt voor vijftig gulden een atelier in Hoograven. Hij doet voor de eerste keer mee aan de populaire kunstmarkt op het Janskerkhof, maar wordt het jaar daarna geweigerd. Alleen gevestigde kunstenaars (lees: leden van Kunstliefde) werden toegelaten. Dat heeft het toelatingscomité geweten: samen met zijn kunstbroeders Rien Goené en Hans Siegmund, die ook waren geweigerd, reden ze over de kunstmarkt op een paard-en-wagen waarop protestleuzen waren geschilderd.
Rypkema blijft leergierig, zijn schilderijen krijgen goede kritieken, maar hij wil meer. Hij studeert met een door de SHV (Steenkolen Handels Vereniging) toegekende studiebeurs aan het Nationale Koninklijk Instituut in Antwerpen. Na Antwerpen bezoekt hij met studiebeurzen, toegekend door de gemeente- en provincie Utrecht,tweemaal de zomeracademie van de wereldberoemde avant-gardist Oskar Kokoschka (1886-1980). Rypkema beschouwt Kokoschka tot op vandaag als zijn grote leermeester en animator. ‘Hij heeft me leren kijken en geleerd niet in herhalingen te vallen’ zegt hij over Kokoschka.
Nico Rypkema schildert in de jaren vijftig in een figuratieve trant. Hij schildert mannen, vrouwen, landschappen en een enkel ijstafereel. Uit het leven gegrepen onderwerpen. In de loop der jaren wordt zijn werk steeds expressionistischer en abstracter. Nico laat zijn gevoel en kwasten meer het werk doen. Hij houdt van lichte kleuren en kent een palet dat geen enkele kleur schuwt. Sommige landschappen vertonen een onbedoelde gelijkenis met het werk van de Friese schilder Gerrit Benner. Hij schildert met acryl- en/of olieverf en zoekt nog steeds naar het mooiste licht op zijn schilderijen. Bij mijn bezoek in zijn atelier toont hij enthousiast zijn meest recente werken. Het zijn abstracte schilderijen zonder enige figuratie die wel af zijn, maar waaraan hij desgewenst altijd iets kan toevoegen.
Geen moment heb ik de indruk dat ik met een 81-jarige schilder zit te praten, eerder met een energieke vijftiger. Komt het door zijn avontuurlijk leven? Zijn reizen naar Noord en Zuid Amerika en de mensen die hij daar heeft ontmoet? Zijn gesprekken met Salvador Dali met wie hij koffie dronk in het Spaanse Cadaques?
Nico Rypkema, schildert nog steeds met in zijn achterhoofd de woorden van Kokoschka: ‘Je moet schilderen als een roofvogel die op zijn prooi duikt’.
Een website heeft de schilder niet, maar via Google/afbeeldingen is veel van zijn veelzijdig oeuvre te zien. Geïnteresseerden zijn voor een bezoek welkom in zijn atelier. Korte Smeestraat 19.
Marcel Gieling
20 Reacties
ReagerenFantastisch mooi mens !
ooit nog wat lessen bij Nico gevolgd en een schildersezel van hem gekocht,nog steeds in mijn bezit.
Zijn werk is passie en groei ! Therese.
Prachtige verhalen, ook nog even gekeken naar van wennekendonk.
de enige juiste reactie, Nico, helemaal mee eens !
Goede schilder, ook al last van K.liefde.
Die mutsjes kregen tot voor kort ook nog kwartjes uit de staatsruif om hun kleinburgerlijke geborneerdheid te etaleren.
Mooi verhaal weer Marcel. Goede schilder en een fantastische kerel.
Ja, mooi en van belang!
Zoals we van Marcel gewend zijn een goed geschreven en boeiend verhaal over een opmerkelijke kunstenaar. Ik heb ervan genoten
Ik ken Nico al jaren en dit verhaal weerspiegelt zijn vrije geest goed. Een boeiend mens. Een goed geschreven portret.
Great artist, great man
Nico Fantastische schilder en mens ,heb een
aantal jaren geleden een van zijn grootste
abstracte schilderij gekocht , elke dag een feest
om er naar te kijken, mooi van kleur licht ,compositie , schitterend en prachtig schilderij , bedankt Nico ! Jan Scherjon.
Nico Fantastische schilder en mens ,heb een
aantal jaren geleden een van zijn grootste
abstracte schilderij gekocht , elke dag een feest
om er naar te kijken, mooi van kleur licht ,compositie , schitterend en prachtig schilderij , bedankt Nico ! Jan Scherjon.
Leuk stukje Rypkema, herken hier veel van uit mijn contact met hem!
Hij was gek op Cadaques!
Goed stuk Marcel! Leuk om al die bekende namen tegen te komen. Ik leerde Nico kennen via Gert de rijk. We beschilderde keramiek voor een veiling in galerie de reiger. Nico beschilderde het keramiek zoals hij waarschijnlijk ook in de natuur schildert. Met een groot penseel de ogen toegeknepen lichte toetsen producerend op verse klei. Mooi om te zien!
mooie kerel
Niet alleen Nico maar ook Hans siegmund, Huub Sluis(helaas overleden) en ik zei de gek vormde het viertal uit een zelfde jaar, lang,lang geleden bij Artibus.We zijn nog altijd vrienden en waren samen in Cadques. Misschien leuk om ook te weten.
Net terug uit het Spaanse, en direkt weer met veel plezier je jongste stuk gelezen.
Neef, altijd weer leuk om iets van je te lezen of je te ontmoeten! Groetnis Henny en Margriet, Hoorn
Dag allen,
Ik houd mij bezig met genealogie van de rypkema’s. Wil van alles weten wat maar Rypkema heet. Dit is een goed neergezette levensbeschrijving prachtig! Het gedrevene spat ervan af.
Prachtig verhaal
Dit is een prima verslag over schilderkunst, wat interesse opwekt voor de schilderkunst. Ik heb zijn eerste tentoonstelling gezien, in een zijstraat van de Nieuwe Gracht, in de jaren vijftig.
Sake, zijn broer, was een vriend van mijn broer, H. de Kok, nu wonend in Amsterdam. Wens hem nog veel succes met zijn schilderkunst!