Woning Theissing: een Rietveldhuis aan de Kromme Rijn | De Utrechtse Internet Courant Woning Theissing: een Rietveldhuis aan de Kromme Rijn | De Utrechtse Internet Courant

Woning Theissing: een Rietveldhuis aan de Kromme Rijn

Woning Theissing: een Rietveldhuis aan de Kromme Rijn
Breitnerlaan 11 met (replica) Rietveldmeubels in de tuin (Arjan den Boer)
Utrecht krijgt er zo’n 40 gemeentelijke monumenten bij uit de Wederopbouw. De afdeling Erfgoed van de gemeente heeft een lijst gemaakt met de belangrijkste naoorlogse gebouwen. Naast flats, appartementen en kantoren staan er vijf villa’s op, waarvan twee door Gerrit Rietveld aan de Breitnerlaan. Het woonhuis Theissing uit 1959 is de meest opvallende, aan de straatkant voorzien van betonblokken en aan de achterkant een open betonskelet met weids uitzicht over het Kromme Rijnpark. Hoewel details verloren gingen straalt het huis dankzij de huidige bewoners weer een en al Rietveld uit. 

Utrecht krijgt er zo’n 40 gemeentelijke monumenten bij uit de Wederopbouw. De afdeling Erfgoed van de gemeente heeft een lijst gemaakt met de belangrijkste naoorlogse gebouwen. Naast flats, appartementen en kantoren staan er vijf villa’s op, waarvan twee door Gerrit Rietveld aan de Breitnerlaan. Het woonhuis Theissing uit 1959 is de meest opvallende, aan de straatkant voorzien van betonblokken en aan de achterkant een open betonskelet met weids uitzicht over het Kromme Rijnpark. Hoewel details verloren gingen straalt het huis dankzij de huidige bewoners weer een en al Rietveld uit. 

Democratisch landgoed

De ambitie van het Uitbreidingsplan Kromme Rijn in 1955 was een soort Wilhelminapark voor iedereen: wonen in het groen, haalbaar voor alle lagen van de bevolking. Beide rivieroevers werden rijkelijk voorzien van openbaar groen en er verrezen zowel sociale huur- en eengezinswoningen als vrijstaande villa’s en luxe appartementen (de Stadionflat, die nu ook gemeentelijk monument wordt). Door de woonblokken aan het Lodewijk Napoleonplantsoen en de Rubenslaan in een ‘kamstructuur’ te plaatsen was het uitzicht niet alleen voorbehouden aan de voorste rij. De rijtjeshuizen achter de villa’s aan de Breitnerlaan kregen hun woonkamer om dezelfde reden op de eerste verdieping. Zo ontstond een democratische buitenplaats aan de Kromme Rijn.

Kromme Rijn en villa's aan de Breitnerlaan, ca. 1960 (G. Verweij/Het Utrechts Archief)
Kromme Rijn en villa’s aan de Breitnerlaan, ca. 1960 (G. Verweij/Het Utrechts Archief)

De jaren 50 vormden een productieve periode voor Gerrit Rietveld. Waar hij voor de oorlog als experimenteel werd gezien, kreeg hij tijdens de Wederopbouw grote opdrachten uit het hele land. In zijn thuisstad werd hij ingeschakeld voor de Julianahal van de Jaarbeurs. Aan de Robijnhof en Toermalijnlaan in Tolsteeg ontwierp Rietveld volkswoningbouw, iets wat hij voor de oorlog al had gewild. In 1958 hield het Centraal Museum de eerste Rietveld-tentoonstelling. Hij bleef ook vrijstaande woonhuizen ontwerpen, waar hij in 1924 mee begon. Rietveld ontwierp er in totaal zo’n 75, waarvan vier in Utrecht.

Huis Theissing

In 1956 wilde bouwbedrijf Wildschut twee woningen bouwen aan de Breitnerlaan — of eigenlijk drie: één dubbele — naar ontwerp van Rietveld. De gemeente keurde het plan af omdat de rooilijn werd overschreden. Uiteindelijk verrezen op deze plek in 1959 twee aparte woningen — één gebouwd door Wildschut en één door concurrent Bredero Bouwbedrijven. (Wildschut werd later bekend van de Neudeflat; Bredero van Hoog Catharijne.) Voor het ene huis werd het oude plan aangepast; voor het andere maakte Rietveld een nieuw, opvallender ontwerp. De villa was namelijk bedoeld voor E.M. Theissing, hoofd van het laboratorium waar Bredero nieuwe bouwmaterialen ontwikkelde.

De twee Rietveldhuizen voor Theissing en Muus (Arjan den Boer)
De twee Rietveldhuizen voor Theissing en Muus (Arjan den Boer)

In Bredero’s lab waren eerder de B2-betonblokken ontstaan, die snel en economisch bouwen mogelijk maakten — belangrijk voor de Wederopbouw. Aanvankelijk bedoeld voor tussenmuren kregen ze later een bredere toepassing. Het woonhuis van Theissing moest een ‘showcase’ voor Bredero worden, met de blokken als basismateriaal. Theissing werd in dezelfde periode hoogleraar Bouwstoffen in Delft en hield zijn inaugurele rede over ‘Lucht als bouwstof’ — namelijk als ingrediënt van beton. Eigenlijk ging Theissing dus met zijn gezin in zijn eigen specialisme wonen.

De woning Theissing in aanbouw, 1959 (Centraal Museum)
De woning Theissing in aanbouw, 1959 (Centraal Museum)

Betonbouw

Het rechthoekige huis bestaat uit een betonskelet, aan drie zijden grotendeels gevuld met betonblokken en aan de achterkant zo open mogelijk gelaten. Het was de eerste keer dat Rietveld een betonskelet gebruikte; meestal paste hij gemetselde muren toe die werden gepleisterd of beschilderd. De architect werd bijgestaan door zijn compagnon Jan van Dillen, die ook meewerkte aan Rietvelds enige andere betonskelethuis, enkele jaren later in Heerlen.

Het huis na oplevering in 1959 (fotograaf onbekend)
Het huis na oplevering in 1959 (fotograaf onbekend)

De B2-blokken geven het huis vanaf de straat een wat gesloten, maar tegelijk speels aanzien. Rietveld zag naast de economische voordelen namelijk ook de decoratieve mogelijkheden van betonblokken. Hij had ze in 1955 al gebruikt voor het beeldenpaviljoen in het Arnhemse Park Sonsbeek (later herbouwd bij het Kröller-Müller Museum). Net als in Sonsbeek legde Rietveld de blokken van de garagemuur en de entree op z’n kant, waardoor de openingen een mooi patroon vormden. Door de toegepaste variant blokken wisselden vierkante, driehoekige en ronde gaten elkaar af. Sommige gaten dienden als ventilatie voor het toilet en enkele andere waren gevuld met gekleurde glasplaatjes. Een paar jaar later zou Rietvelds speelse gebruik van B2-blokken worden nagevolgd door Piet Dingemans.

Patroon en glas in B2-blokken, buiten en binnen (Arjan den Boer)
Patroon en glas in B2-blokken, buiten en binnen (Arjan den Boer)

Afwisseling

Terwijl de betonblokken oorspronkelijk grijs werden gelaten, kregen de deuren en de rand van de luifel boven de entree de primaire kleuren blauw en rood. Onder de ramen kwamen lichtgele vlakken. Voor verdere afwisseling zorgden de afwijkende, donkerder stenen van de schoorsteen en de borstweringen. Aan de tuinzijde ontstond een veranda — op de verdieping een loggia — doordat Rietveld de glazen gevel achter de eerste rij betonnen kolommen plaatse.

De woning aan de tuinzijde in 2016 (Arjan den Boer)
De woning aan de tuinzijde in 2016 (Arjan den Boer)

Ondanks de moderne bouwmaterialen, de materiaalkennis van Theissing en de expertise van Bredero kende het huis aanvankelijk z’n gebreken. Zoals wel vaker bij ontwerpen van Rietveld, die geen concessies deed aan het concept, waren er lekkages en tochtkieren. Het verhaal gaat dat mevrouw Theissing als het regende huilend bij de buren aanbelde om emmers te lenen.

Flexibel interieur

De entree leidt naar de hal met een centrale spiltrap met lichtkoepel erboven. De sierlijke trapleuning — oorspronkelijk afgewerkt met plexiglas tussen de spijlen — contrasteerde met de betonblokken die aanvankelijk ook binnen onbewerkt waren.

Het trappenhuis in 2016 (Arjan den Boer)
Het trappenhuis in 2016 (Arjan den Boer)

Om de hal heen lagen de keuken en een grote L-vormige leefruimte, voorzien van schuifwanden om de ruimte naar wens te kunnen opdelen in een woon-, eet- en studeerkamer. Deze flexibel indeling paste Rietveld voor het eerst toe in het Rietveld Schröderhuis. De keuken had, zoals in veel van Rietvelds woonhuizen, een doorgeefluik naar de eethoek. Boven waren één grote en vier kleine slaapkamers.

Interieur met uitzicht, ca. 1960 (Jan Versnel, bron: Centraal Museum)

In de woonkamer zorgt de spectaculaire raampartij voor een overvloedige toetreding van licht en een prachtig uitzicht over de Kromme Rijn. Een foto uit de beginjaren laat zien dat hier toen een Rietveldstoel stond — maar dan van Wim Rietveld, zoon van de architect!

Verbouwing

Nadat de familie Theissing vertrok werd de woning in 1980 verbouwd, waarbij kozijnen en dak werden vernieuwd. De garage werd bij de woning getrokken en er verrees een nieuwe carport. Omdat de B2-blokken waren gaan lekken — iets dat Theissing waarschijnlijk niet had voorzien — werden ze bespoten met vochtwerend grid. Witgesausd kregen de muren een lichtere kleur dan ze oorspronkelijk hadden. Het decoratieve glas verdween uit de gaten van de op hun kant liggende blokken, die aan de binnenzijde werden afgedicht. Binnen sneuvelden de schuifwanden en het doorgeefluik uit de keuken; boven werden slaapkamers samengetrokken. Het is begrijpelijk dat de woning toe was aan een upgrade, en de carport werd in stijl uitgevoerd. Toch is het jammer dat er toen veel details verloren zijn gegaan.

Woonkamer na de interne verbouwing in 2012 (foto StrandNL)

Bevlogen bewoners

In 1996 kochten de huidige bewoners het huis, waar zij als Rietveld-liefhebbers al langer een oogje op hadden. De afgelopen jaren zijn de originele kleuren aan de buitenzijde gereconstrueerd en is er weer gekleurd glas in gaten gekomen. In 2012 hebben de bewoners samen met binnenhuisarchitect StrandNL het gehele interieur vernieuwd. Daarbij hebben zij zich ingeleefd in de geest van Rietveld, zonder alles letterlijk te willen reconstrueren. Dit resulteerde in strak afgewerkte wanden met onzichtbare inbouwkasten, een fraaie maar spartaanse open keuken en een kleurstelling geïnspireerd op de gevelkleuren. Ook het meubilair past perfect in het concept van licht, lucht en ruimte.

Zekere toekomst

De villa aan de Breitnerlaan laat de belangrijkste voorwaarde zien voor behoud van (potentiële) monumenten: eigenaren die van het gebouw en de geschiedenis houden. Zij hebben het pand opgeknapt met respect voor de ontwerper, zonder daarbij dogmatisch te zijn: een woning moet geen museum worden. Toch is het goed dat het huis nu een gemeentelijk monument wordt, vinden ook de bewoners zelf. Zo is de toekomst zekergesteld, zelfs als eventuele nieuwe eigenaren minder bevlogen zouden zijn.

Kromme Rijnpark met Rietveld-bank en villa’s (Arjan den Boer)

De opzet uit de jaren 50 — een landgoed voor iedereen — werkt nog steeds voor het gebied rond het huis. Nog altijd staan er verschillende soorten woningen in een prachtige groene omgeving, ook interessant voor mensen van buiten de wijk als wandelgebied en route naar Amelisweerd. De twee Rietveldhuizen liggen als parels aan de rand van het Kromme Rijnpark. Wandelaars worden daar sinds 2010 op gewezen door een Rietveld-tuinbank en een informatiebord. Wel jammer dat je op die bank met je rug naar de huizen zit, al is de rivier ook mooi.

Arjan den Boer

Arjan den Boer

Arjan den Boer is publicist over geschiedenis, design, monumenten en architectuur. Voor DUIC schrijft hij dit jaar over verdwenen villa's in Utrecht.

Profiel

4 Reacties

Reageren
  1. Pieter van Mourik

    Weer zo’n onderhoudend en informatief stuk van Arjen de Boer, goed geschreven! Een Parel voor DUIC!

  2. Ton

    Sluit ik me bij aan! En goed dat mensen een bijzonder monument respecteren & herstellen en dat de gemeente hier nu formeel monumenten van maakt!

  3. Marcel Gieling

    Mooi Arjan, je bent er weer eens diep ingedoken.

  4. Paul

    En hebben jullie op de onderste foto links het witte kunstwerk zien staan in het grasveld. Over cultureel erfgoed gesproken. Is het beeld “De Mantel ” van onze eigen Utrechtse kunstenares Mw. Hanna Mobach. Op verzoek van buurtbewoners geplaatst, stond te verpieteren in de voormalige tuin van het verhuisde Provinciehuis.

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).