Foeke Booy was onaangenaam verrast dat FC Utrecht bij Nederlandse spelers blijkbaar niet zo populair is als dat de club had gedacht. Dat vertelde de technisch directeur gisteren bij de presentatie van aanwinst Johan Mårtensson.

“Dat spelers blijkbaar minder graag naar FC Utrecht komen dan wij hadden gedacht, heeft mij wel verbaast. Wij zijn vanzelfsprekend heel trots op FC Utrecht en denken ook groot bij FC Utrecht. Alleen zijn we blijkbaar nog niet zo groot dat Nederlandse spelers hier heel graag willen komen voetballen”, zei Booy.

Na diverse transfers van spelers die actief zijn in de Nederlandse competitie, die om uiteenlopende redenen niet doorgingen, richt FC Utrecht nu het vizier op het buitenland. “We hopen op korte termijn meer spelers te presenteren, maar dan wel jongens die duidelijk een meerwaarde hebben en ook de ambitie hebben voor FC Utrecht te spelen”, zegt Booy.

“De markt wacht af, maar FC Utrecht gaat niet zitten wachten”, sprak voorzitter Jan Willem van Dop ferm. “Helaas voor een aantal Nederlandse spelers, betekent dit dat wij in het buitenland zijn gaan kijken. Naar spelers die weinig aanpassingsproblemen kennen en qua mentaliteit minimaal gelijkwaardig zijn aan Nederlandse spelers. Wij kunnen niet wachten tot augustus om onze selectie te versterken. Dat is niet fair naar de trainer.”

Die trainer, Erwin Koeman, moest vorige week “acht, negen spelers van het tweede meenemen naar ons trainingskamp in Hoenderloo”. “Feit is dat er een stuk of zeven spelers vertrokken zijn, terwijl we ook nog geen beroep kunnen doen op Duplan, Mulenga en Vorm vanwege blessures. Ten opzichte van vorig seizoen missen we dus praktisch het hele basiselftal.”

Koeman maakt zich overigens nog geen zorgen. “Ik ben zeker niet gefrustreerd en heb alle vertrouwen dat er nog wel wat bij komt. wat mij betreft hebben de rechtsbackpositie en het middenveld wat mij betreft prioriteit. Maar de hele selectie kan nog wel een kwaliteitsinjectie gebruiken, al zit er heel veel talent bij FC Utrecht.”

“Dat zijn jongens die je beter kunt maken, daar ligt een uitdaging. Maar deze spelers komen pas over één tot anderhalf jaar in aanmerking voor het eerste. Ze zijn niet eredivisiewaardig, terwijl we spelers nodig hebben die er nu direct staan.”

Wat dat betreft is de nieuwe oefenmeester ook wel wat gewend. “Ik heb het bij Feyenoord ook meegemaakt. Bij RKC was de competitie al drie weken bezig toen Khalid Boulahrouz werd verkocht aan HSV. We zijn dag en nacht bezig om het team te versterken.”

“Het is tegenwoordig een utopie om te denken dat je eind juni kunt starten met de selectie waarmee je ook de competitie ingaat. Geen enkele club is volgens mij op dit moment al klaar met de invulling van de selectie”, besluit Koeman.

“Uiteindelijk gaat het er niet om wie we niet hebben, maar wie we wel hebben”, zegt Booy. “Ik proef een beetje een down stemmen, terwijl het juist zo’n feestelijk moment is. Wij zijn ontzettend blij met de komst van Johan.”

En wanneer DUIC na de presentatie van de 22-jarige middenvelder afscheid neemt, spreekt Van Dop bemoedigende woorden. “Tot snel!”