Allemaal Utrechters is een reeks interviews met onze in het buitenland geboren stadsgenoten. We vragen ze naar hun achtergrond en hun ideeën over Utrecht en tonen zo de diversiteit van onze stad. Jezelf of iemand anders aanmelden voor deze rubriek? Dat kan! Mail naar redactie@duic.nl.
Anne verhuist op haar dertigste naar Utrecht. Ze komt dan uit de stad Malmö in Zweden. Daar heeft ze acht jaar gewoond, haar man leren kennen en twee kinderen (nu 4 en 8 jaar oud) gekregen. “Mijn man komt van origine uit Engeland, ik kom uit Duitsland. We waren op zoek naar iets in het midden, zowel qua afstand als qua cultuur – de Nederlandse cultuur is toch een soort van mix van de Engelse en de Duitse cultuur. Bovendien kreeg mijn man een baan in Amsterdam.”
Hectisch
Waarom wordt het dan toch Utrecht en niet Amsterdam? “Utrecht is geweldig voor ons wat betreft de grootte. Je hebt hier het dorpse gevoel en toch alle gemakken van de grote stad. Over Amsterdam hebben we wel nagedacht, maar we vonden de stad te hectisch.”
Alcott is daar veel mee bezig; ze geeft net haar eerste kinderboek uitgebracht. ‘When things get too loud’ gaat over een jochie dat op een dag te veel indrukken te verwerken krijgt. “Utrecht heeft dan een bepaalde kalmte die ons aanspreekt.” Toch vindt de Duitse het fijn dat er veel gebeurt in de stad. “Utrecht is volgens ons een jonge en creatieve stad. De mensen zijn hier kleurrijk. Dat vind ik erg belangrijk.”
“Utrecht is heel inclusief voor kinderen”, gaat Anne verder. “Hier heb je bijvoorbeeld veel tentoonstellingen en festivals waar je met de kinderen naartoe kan. In bijna ieder restaurant heb je wel een speelhoekje voor kinderen. En wat zijn er hier veel speeltuinen te vinden!”
Veilig gevoel
Door in Utrecht te wonen is Anne trouwens zelf ook een stuk vaker buiten te vinden. “Ik ben echt een buitenmens geworden. Ik ga nu negen van de tien keer met de fiets, dat deed ik voorheen nooit. Het is fijn dat het hier zo groen is. Iedereen houdt zijn tuintje mooi bij. Ook fantastisch om te zien dat sommige buren de eettafel op straat zetten om buiten te dineren. Dat geeft een veilig gevoel.”
Eigenlijk mist Alcott nog maar één ding, en dat is een soort jeugdhonk in de buurt. “Mijn oudste is net 8 geworden en ik merk dat er niet zo veel te doen is voor kinderen van, zeg, 8 tot 14 jaar oud. Een plek om samen te komen met leeftijdsgenoten, of om iets te leren, zou dan denk ik best leuk zijn.”
1 Reactie
ReagerenHet dorpse gevoel met toch alle gemakken.
Juist, goed gezien. Laten we dat alsjeblieft zo houden.