Allemaal Utrechters is een reeks interviews met in het buitenland geboren Utrechters. We vragen hen naar hun achtergrond en hun ideeën over Utrecht en tonen zo de diversiteit van onze stad. De reeks ‘Allemaal Utrechters’ is een samenwerking van DUIC en Culturele Zondagen, mogelijk gemaakt door Stichting Dialoog en Gemeente Utrecht. We streven ernaar alle Utrechtse nationaliteiten te portretteren. Deze keer: Vara Cantor (49) uit Indonesië.
Paspoort
Naam: Vara Cantor
Geboortedatum: 19-08-1967
Plaats: Jakarta
Land: Indonesië
Levensmotto: ‘Doe het gewoon!’ (‘Een voorbeeld: vertel geliefden dat je van ze houdt voor het te laat is’)
“Alléén als we gaan trouwen.” Vara is stellig als de Nederlandse Jean Pierre in 1996 vraagt of ze met hem in Nederland wil wonen. Ze hebben dan al drie jaar een relatie. In Jakarta, de hoofdstad van het Indonesische eiland Java, waar ze beiden werken. Ze ontmoetten elkaar dankzij Vara’s vriendin die met hem in een vliegtuig zat; tijdens een gezellig avondje was er een klik.
Vara is anders dan haar familie en de omgeving, moderner. Ze heeft bijvoorbeeld in Australië gestudeerd. Maar de voorwaarde die ze haar vriend stelt, is traditioneel; in de Islamitische gemeenschap waarin ze is opgevoed, is het onrein om met een man samen te wonen die niet je echtgenoot is. “Als de relatie zou stranden”, legt ze uit, “Zou niemand op Java meer met me willen trouwen – dan ben ik tweedehands. Als je gescheiden bent, ligt het anders.”
Jean Pierre vond trouwen ook een goed idee. Ze mocht kiezen tussen een groot huis in de ‘bushbush’, of een klein huis in de stad. Vara twijfelde niet. De bushbush zou een schril contrast zijn met het bruisende Jakarta – ze wilde gezelligheid. Het werd Utrecht, Kanaleneiland Noord. Ze kwam Nederland binnen als toerist en vroeg een verblijfsvergunning aan. Dat was in die tijd was in een handomdraai geregeld. De gemeente Utrecht onthaalde Vara met open armen en bood haar een taalopleiding aan. Én er kon getrouwd worden. Een handjevol familieleden kwam over en bracht traditionele Indonesische bruiloftskleding mee.
Dromen volgen
Toen Vara Nederlands kon, pakte ze door met een fulltime jaaropleiding communicatief en administratief medewerker. In Indonesië was ze een succesvolle salesvrouw, met een secretaresse en soms een gala. In Utrecht verdiende ze geld in een restaurant als schoonmaakster en in de bediening. Geen probleem. “Ik doe hier wat ik kan! En vind het leuk.”
Ze vond een baan in het Diaconessenziekenhuis, maar zegde die in 2008 op; zij en Jean Pierre en hun zoons van 8 en 9 gingen op wereldreis met zeilboot ‘Senang’ (‘gelukkig’). Een droom. In drie jaar bezochten ze veertig landen. Portugal, de Canarische eilanden, Kaapverdië, het Caraïbisch gebied, Colombia, de Galapagoseilanden… enzovoort. De Atlantische Oceaan staken ze in zestien dagen over zónder tussenstop. De Stille Oceaan oversteken kostte negen maanden. Toen de boot bij Fiji een koraalrif raakte, vonden de kinderen dat prachtig; er kwam een reddingsteam en ze mochten reddingsvesten aan. De reis eindigde weer in Nederland toen de jongens, die les kregen van hun ouders, naar de middelbare school moesten.
Het gezin ging in Oog in Al wonen, Vara’s favoriete wijk. Ze vond er werk in een tandartspraktijk. “Veel mensen dromen van een wereldreis, maar durven hun baan niet op te geven. Zonde! Als je je best doet, vind je écht wel weer een nieuwe.”
Vara komt eens per jaar in Jakarta, maar is na twee dagen de hectiek en de files beu. Doe haar Utrecht maar. Dat bruist lekker. ‘s Zomers is het relaxen geblazen op strand Soia en ze heeft veel vrienden, onder wie Indonesiërs met wie ze heerlijk eet en droomt over hun moederland. Ze mist soms de ‘warmte’ (“Hier moet je bellen voor je langsgaat”), maar merkt dat Utrechters steeds warmer worden. “In het café van Buurten in de Fabriek begon iemand laatst zomaar een gesprek met ons. Superleuk.”
Jezelf of iemand anders aandragen voor Allemaal Utrechters kan! Mail naar redactie@duic.nl
1 Reactie
ReagerenSelamat datang