Veertig jaar geleden opende Muziekcentrum Vredenburg haar deuren in het centrum van Utrecht. De Grote Zaal in het gebouw – geroemd om de akoestiek – bleef behouden en er kwam een muziekpaleis bovenop. Architect Herman Hertzberger ontwierp in de jaren zeventig het Muziekcentrum en was dertig jaar later ook verantwoordelijk voor het overkoepelende ontwerp van het nieuwe TivoliVredenburg. DUIC zocht hem op en vond hem nog altijd bevlogen tussen zijn medewerkers. Een interview met een van de grootste Nederlandse architecten over revanche, lef en trots.
Herman Hertzberger werd in 2012 door zijn collega’s gekozen tot de beste architect van Nederland. Inmiddels is hij 86 jaar oud, maar het weerhoudt hem er niet van gewoon aan het werk te zijn. “Ik kom eraan!”, roept hij tussen de verschillende architecten op zijn bureau in Amsterdam, waar hij druk heen en weer loopt en over de schouders meekijkt.
Terugkijken doet hij liever niet – ‘Ik ben altijd bezig met het volgende gebouw’ – maar ook Hertzberger erkent dat het vijf jaar geleden opgeleverde TivoliVredenburg wel een erg bijzondere creatie is gebleken. “Het is het meest complexe gebouw wat ik ooit onder mijn verantwoording heb gehad met voor elke nieuwe zaal een andere architect. Jij denkt natuurlijk dat het ruzie is geworden tussen al die architecten”, Hertzberger kijkt er geamuseerd bij, zoals hij de hele middag in een opperbeste stemming is. “Dat was helemaal niet zo! Het was een uitdaging, maar het ging heel goed samen.”
(Tekst loopt door onder foto)
De Grote Zaal
Eerst gaan we met Hertzberger terug naar 1979, naar de opening van Muziekcentrum Vredenburg. Hij vestigde zijn naam met de achthoekige zaal in het hart van Utrecht. Hoe ze precies bij hem uitkwamen kan hij niet helemaal meer terughalen, maar dat er een lange geschiedenis aan voorafging weet hij nog goed: “Het Utrechtse bouwbedrijf Bredero twijfelde buitengewoon aan mij als architect. Die vonden mij veel te veel een nieuwlichter (modernist of vernieuwer, red.).” Hij lacht: “Ik had de slechte relatie ook wel een beetje aan mezelf te danken, want ik had gewaarschuwd voor Hoog Catharijne.” Hertzberger was bang dat het winkelcentrum de binnenstad zou overnemen en kapotmaken. “Ik dacht dat het de binnenstad zou opblazen en ik heb me daar vreselijk druk over gemaakt. Uiteindelijk floreerden de binnenstad en Hoog Catharijne beide.”
(Tekst loopt door onder foto)

Hij sloot bij zijn eerste ontwerp voor het Muziekcentrum aan het Vredenburg vrede met de projectontwikkelaars. De gloednieuwe muziekzaal moest als een soort grote winkel in Hoog Catharijne worden gemaakt – bereikbaar lopend door het winkelcentrum. De belangrijkste opdracht was om een toegankelijk centrum te maken. “Dat is min of meer gelukt. Het moest geen concertgebouw worden voor enkel mensen met veel geld en verstand van muziek. Het is een misverstand dat de Grote Zaal alleen voor klassieke muziek was ontworpen: het is ook voor vele popconcerten geschikt en gebruikt. The Rolling Stones hebben er gestaan, maar er is ook een circus met wilde dieren geweest. De meest uiteenlopende dingen werden geprogrammeerd.”
Hertzberger vertelt graag over de filosofie achter de muziekzaal die niet alleen werd ontworpen om in te luisteren, maar ook om te kijken. Het werd een soort arena, met het podium in het midden. “Het is natuurlijk een hele discussie geweest of dat wel ging werken met klassieke muziek. Het was een experiment om het publiek ook achter het podium te plaatsen. Met versterkte muziek is dat allemaal geen probleem, maar een orkest?” Hertzberger durfde het aan nadat hij op bezoek ging bij de Philharmonie in Berlijn. Daar zat al zo’n derde van het publiek achter het podium. Hij besloot de sprong te wagen: een muziekzaal met 50 procent van de bezoekers achter het podium – op dat moment uniek in de wereld.
(Tekst loopt door onder foto)

“Het was gewoon link wat we daar deden! Het eerste proefconcert was ook wel heel spannend, maar dat is vaak zo met experimenten. Een schilder kan allerlei dingen uitproberen en het doek weggooien als het niet lukt. Bij zo’n zaal spring je meteen in het diepe. Achteraf gezien vraag je jezelf af hoe we dat aangedurfd hebben. Daar moet je niet te bang voor zijn.”
Luchttechnici vonden dat er een schaalmodel van de zaal moest komen van 1 op 5. Hertzberger zag het als een uitgelezen kans om de akoestiek te testen. De zaal is zo ontworpen dat de balkons, vakken en randen in de zaal als reflectievakken werden gebruikt. Alles moest op elkaar worden afgestemd om een ‘zo rijk mogelijk patroon van reflecties’ te maken. Hertzberger glimlacht: “Dat is aardig gelukt.” De akoestiek maakte de zaal en Hertzberger wereldberoemd.
Revanche
“De Kleine Zaal? Nee, díe was niet goed.” Het Muziekcentrum Vredenburg had twee zalen: de karakteristieke achthoekige Grote Zaal met 1700 zitplaatsen en de Kleine Zaal met 300 zitplaatsen. Het was aanvankelijk ook de bedoeling om een oefenruimte te maken en geen kleinere concertzaal. Het eindresultaat kon Hertzberger nooit echt bekoren. De Kleine Zaal werd uiteindelijk gesloopt bij de nieuwbouw. Hij nam zijn revanche door de kleine zaal te ontwerpen in de nieuwbouw van TivoliVredenburg: de Hertz – inderdaad vernoemd naar Hertzberger zelf. “Het is nu toch nog de beloofde Kleine Zaal geworden.”
(Tekst loopt door onder foto)

Dat er überhaupt nog wat over is van het Muziekcentrum Vredenburg was overigens niet altijd een zekerheid. In 2002 mocht de Utrechtse bevolking kiezen uit twee plannen voor het opknappen van het stationsgebied door middel van een referendum. Muziekcentrum Vredenburg ging of tegen de vlakte om plaats te maken voor een warenhuis of werd verbouwd. Een spannend moment, kijkt Hertzberger terug. “Ik denk dat het uiteindelijk is behouden door de reputatie van de Grote Zaal en de akoestiek. Veel Utrechters wilden het uiteindelijk houden, terwijl het eigenlijk een verdomd lelijk gebouw is.”
Een lelijk gebouw? “Ach ja, uiteindelijk was het van de buitenkant niet echt heel mooi toch? Een mooie buitenkant was ook niet mijn eerste taak als architect. Het had wat gezelliger gekund, maar ik heb altijd de muziekbeleving als uitgangspunt gehad – in tegenstelling tot een hoop andere architecten die zouden gaan voor een mooie buitenkant. Als mensen binnen mooie dingen hebben meegemaakt zien ze de relatieve lelijkheid buiten niet meer. De buitenkant is voor mij daarom niet het belangrijkste. Dat is mij weleens verweten.” Het lijkt hem weinig te deren. “Gelukkig hebben we de gevel van het oude gebouw bij de nieuwbouw op de achtergrond kunnen zetten. Ook daarvoor heb ik revanche kunnen nemen.”
De verticale stad
Dertig jaar na de oplevering van Muziekcentrum Vredenburg werd er wederom over gewaagde plannen gesproken in Utrecht. Er kwam een wild plan om een muziekpaleis te bouwen met een fusie tussen het Muziekcentrum, poppodium Tivoli en het SJU jazzpodium. Hoewel SJU uiteindelijk afhaakte, moesten er vier zalen bovenop de Grote Zaal komen – die ook nog eens werd gerenoveerd. Popzaal Ronda door architect Jo Coenen, de cross-overzaal Pandora door NL Architects, jazz-zaal Cloud Nine door Thijs Asselbergs en de Hertz door Architectuurstudio HH van Herman Hertzberger en Patrick Fransen. Ook het overkoepelende ontwerp was in handen van Hertzberger en Fransen.
(Tekst loopt door onder foto)
Een bijzonder project en het meest complexe gebouw wat hij in zijn lange carrière onder zijn verantwoording heeft gehad, volgens Hertzberger zelf. “Eigenlijk werden allerlei verschillende gebouwen bij elkaar gevoegd door verschillende architecten. Ik was supervisor van een soort verticale stad met vijf gebouwen en stadspleinen ertussen. Het grote geluk is dat er vrij veel ruimte tussen de gebouwen over is gebleven. Dat is nu de foyerruimte waar zoveel activiteiten zijn. Het heeft fantastisch uitgepakt.”
“Het was al met al een behoorlijk brutale gedachte. Ik vind dat de gemeente hier echt lef heeft getoond. Waar in de wereld vind je iets als TivoliVredenburg? Over experimenten gesproken. Het plan heeft vaak aan een zijden draadje gehangen.” Hij pakt er een collage bij van alle kritische krantenkoppen in de periode voorafgaand aan de oplevering van het gebouw. “Achteraf gezien hadden ze allemaal natuurlijk gelijk om kritisch te zijn. Het was helemaal niet zeker of de mensen echt zouden komen. Utrecht heeft heel veel geïnvesteerd. Daar heb ik een groot respect voor.“
Er werd in ieder geval niet op safe gespeeld bij de bouw van TivoliVredenburg. Zou Hertzberger nu nog steeds alles hetzelfde doen? “Ik denk dat ik minder roekeloos zou zijn geweest. Niet dat ik door schade en schande wijs ben geworden, want dat is uitgebleven. Maar je denkt wel: goh, we zijn wel kwajongens geweest. Alleen zo komen er dingen tot stand. En kijk nu eens! Een gebouw als dit heb je niet in New York of Londen.” Klinkt daar trots uit? Hertzberger schuift even wat ongemakkelijk op de stoel. “Ik heb er eigenlijk nooit zo over nagedacht. Maar als je het zo aan me vraagt. Ja, ik denk het wel.”
Gekoppelde berichten

Bijna geen enkele bezoeker komt zo vaak in TivoliVredenburg als Fred Wondergem
Elke ochtend het laatste nieuws uit Utrecht in de mail? Meld je aan voor onze…

Wat betekent TivoliVredenburg voor Utrecht?
Elke ochtend het laatste nieuws uit Utrecht in de mail? Meld je aan voor onze…

Dit zijn de gratis evenementen tijdens de jubileumweek TivoliVredenburg
Het muziekpaleis aan het Vredenburg viert twee verjaardagen: TivoliVredenburg bestaat 5 jaar en de Grote…
16 Reacties
ReagerenDe man mist zelfreflectie. De grote zaal was qua akoestiek dan wel goed, het totale oorspronkelijke gebouw was een ongelooflijke misser. lelijk, onhandig, sociaal onveilig, niet flexibel, geen uitstraling en niet passend in zijn omgeving.
Had wel een soort van erkenning hiervan willen lezen.
@Herman: Hij zegt letterlijk dar hij niet trots was op de buitenkant van het oude gebouw. Quote: “Ik denk dat het uiteindelijk is behouden door de reputatie van de Grote Zaal en de akoestiek. Veel Utrechters wilden het uiteindelijk houden, terwijl het eigenlijk een verdomd lelijk gebouw is.”
Sociaal onveilig geldt voor alles wat met het project Hoog Catharijne te maken had. Het muziekcentrum was daar onderdeel van, daar kun je Hertzberger alleen de schuld niet van geven. Meer een tijdsgeest ding.
Het nieuwe gebouw is onlogisch. De ingangen zitten aan de verkeerde kant (provisorisch ogelost door een ingang aan de straatkant erbij te maken, de ruimte voor horeca op de begane grond was veel te klein, de 6e verdieping staat leeg (waarom geen restaurant daar?!), er moet gesleept worden met blokken en andere afzetmiddelen om bezoekersstromen te scheiden, er is veel te vee beveiliging en ander personeel nodig, enz enz.
En wat zitten die stoelen nog steeds beroerd. Ben ook blij met de grote afstand tot het podium… Geen wonder dat New York en Londen niet zo’n zaal hebben
Al jarenlang worden er pogingen gedaan de grote zaal te presenteren als een magistraal gelukt zaal project. Ik zie heel goed dat het voor architecten een leuk spelletje is geweest. De vormentaal spreekt mij wel aan, maar dan houdt het echt wel op. Als bezoeker heb ik vanaf de opening diverse concerten bezocht en heb ik er zelfs toneel gespeeld.. Theatre en rond was destijds helemaal in.
Ik heb grote zangeressen gezien. Gelukkig van de voorzijde, want wat heb je er aan als je op de rug kijkt van iemand die recht naar voren speelt en zingt en je ziet het niet. Vijftig procent van de betalende bezoekers maken het concert niet mee, ergeren zich en zijn derhalve nooit geconcentreerd. Soms zitten bezoekers na de pauze in de gangpaden en staan op de balkons. En dan nog de duizelingwekkende steile hoogte als je niet tijdig kaartjes hebt besteld. Voortdurend ga je vanzelf het aantal mensen tellen die in het rood gekleed zijn.Alles leidt af.
Om het niet eens te hebben over de gebrekkige beenruimte. Na de verbouwing had ik hier een oplossing verwacht, maar nee hoor, terwijl de Nederlander langer wordt blijven de van meet af aan te krappe zitplaatsen nog krapper. Leuk hoor die akoestiek, maar ik ga liever naar andere zalen, waar je niet verdwaalt, want dat ik ook zoiets. Altijd zoeken naar je plaats of het toilet.
Ik heb begrepen dat de heer Hertzberger zich muziekliefhebber nooit. Mogelijk valt hij meteen in katzwijm na de eerste klanken en droomt hij weg in zijn mislukte muziektempel. Goed voor circus en ander vermaak of voor en voorstelling op het podium.
Toen ik besloot om na de verbouwing weer eens een abonnement te nemen vroeg voorafgaand aan de zaal of iedereen lekker zat, waarop een luid gejoel het tegendeel aangaf. De directeur liet zich ontglippen dat hij dat beter niet had kunnen vragen. Jammerwant als bezoeker van de AVRO/TROS serie met z’n aantrekkelijke programmering ben ik tot een ongemakkelijk theaterbezoek veroordeeld.
De Hertzzaal vind ik overigens prachtig. Hoewel ik vreemd kijk naar de zitplaatsen in het midden. Hoe kom je daar snel weg bij brand?
@Harry, dat klopt, maar de lelijkheid van het gebouw is slechts een van de vele missers.
De lelijkheid wordt met vele omslachtige zinnen uitgelegd en geprobeerd af te zwakken. Over de rest van de gebreken hoor je hem niet.
Knieruimte was, en is beperkt.Jammer.
Ben op het Vredenburg geboren. Heb het Vredenburg zien veranderen in een vreselijk samenraapsel van mislukte architectuur. Er is werkelijk niks mooi aan en deze architect heeft daar zijn steentje aan bijgedragen. Ik wil zijn verhaal niet eens lezen. Hij wordt bedankt door mij om een zo afzichtelijk gebouw op zo een mooie plek neer te kwakken. En 1 keer binnen geweest. Je kan je benen maar beter thuislaten als je in 1 van die strafbankjes moet zitten. Wat een prutswerk!!
“In 2002 mocht de Utrechtse bevolking kiezen uit twee plannen voor het opknappen van het stationsgebied door middel van een referendum”.
En kijk eens wat er van geworden is ?
Iemand nog een slokje azijn?
Fijn artikel en gelukkig denken we er niet allemaal hetzelfde over. Een prima ruim opgezet gebouw met uitstekende mogelijkheden om diverse muziek te programmeren.
Voor een architect is dit een bijzonder opmerkelijke uitspraak: “Een mooie buitenkant was ook niet mijn eerste taak als architect”. Naar mijn mening is dát namelijk de (aller, aller, aller-) belangrijkste taak van iedere architect.
Een vriend van mij (die zelf architect is) wees mij jaren geleden overigens al eens op een opmerkelijke ontwerpfout in het oude Vredenburg. Bij wat grotere gebouwen wordt je normaliter als vanzelf richting de ingang ‘geleid/gelokt’, maar als je van een afstand naar het oude Vredenburg keek had je eigenlijk geen idee waar de ingang zat.
@ BW
Een architect is geen schoonheidsspecialiste. Een architect heeft als primaire taak een goed functionerend gebouw te scheppen.
Ik heb ru ik 30 jaar in Vredenburg gewerkt vr leger veel in Tivoli bij de singel geweest.vanuit de schouwburg(de blauwe zaal )gezien dat de fik erin zat.En toen van de blauw e zaal over naar Vredenburg. Daar heel leuk werk gehad maar door een ongeluk de WAO in en van de WAO naar de AOW dezelfde letters andere betekenis.
@ John. Dat het alleen om de functie gaat en niet om de vorm is een opvatting van met name modernistische architecten uit Delft. Deze opvatting wordt zeker niet door iedereen gedeeld. En gelukkig maar. Wat het functioneren betreft. Als dat het primaire doel was dan is dat faliekant mislukt. Geen duidelijke hoofdingang. Een doolhof met steile trappen en moeilijk begaanbare gangen naar de kleedruimtes. Een zogenaamd democratisch en klasseloos gebouw maar in de praktijk wel degelijk hiërarchisch doordat vijftig procent achter het podium plaatsneemt. De gegoede burger zat vooraan tezamen met de ingezetenen. Hoezo democratisch? Dan hebben we het nog niet over de poreuze B2 betonblokken, de vele hoeken en nissen waarvan de daklozen en drugsgebruikers dankbaar gebruik maakte. Schoonhouden was onmogelijk. Kortom: Hoezo functioneel?
Het nieuwe gebouw heeft wat mij betreft een lelijk en niet functionerend gebouw ingekapseld. Gelukkig maar, een hele verbetering.
@John, gewaagde uitspraak, waar haal je die wijsheid vandaan?
In het voormalige Oostblok en Vinex wijken klopt dit, maar in een binnenstaf?
Wat die hoofdingang van de oude Vredenburg betreft: dat was bewust, heb ik ooit eens begrepen. Het gebouw moest voor iedereen en alle klasses zijn en een protserige ingang zou alleen maar afschrikken. Mien moest, met d’r volle boodschappen tassen, zo van de markt naar een klassiek lunchconcert kunnen. Verheffing van de massa. Zo dacht men in die tijd…
Da’s dus niet helemaal gelukt.