Het baasje van Jansen: “Versloot? Je heet toch Van Dam?” | De Utrechtse Internet Courant Het baasje van Jansen: “Versloot? Je heet toch Van Dam?” | De Utrechtse Internet Courant

Het baasje van Jansen: “Versloot? Je heet toch Van Dam?”

Het baasje van Jansen: “Versloot? Je heet toch Van Dam?”
Nanda, het baasje van Jansen. Foto: Robert Oosterbroek
Elke morgen verzamelen zo’n twintig hondenbezitters zich in het Zocherpark. Het is een hecht groepje waar je niet zomaar bij komt. Dat geldt voor de honden maar ook voor hun baasjes. In deze rubriek uit onze papieren krant het verhaal van de baasjes. Yontie Helders sprak met Nanda Versloot.

Elke morgen verzamelen zo’n twintig hondenbezitters zich in het Zocherpark. Het is een hecht groepje waar je niet zomaar bij komt. Dat geldt voor de honden maar ook voor hun baasjes. In deze rubriek uit onze papieren krant het verhaal van de baasjes. Yontie Helders sprak met Nanda Versloot.

Nanda werd geboren in Vlaardingen, bracht een groot deel van haar jeugd door in Bergen op Zoom en verhuisde naar Duitsland toen haar vader, werkzaam bij de luchtmacht, in 1968 overgeplaatst werd. Ze doorliep daar de middelbare school en volgde er een opleiding tot doktersassistente. In Duitsland leerde ze Pim kennen die op de basis werkte als marechaussee. “Iedere ochtend passeerden we elkaar op de spoorwegovergang. Pim op weg naar de basis en ik op weg naar mijn werk. Soms kwamen we elkaar tegen in het dorp en dan vroeg Pim aan mij: ‘Heb jij nog iets met die sukkel?” En ik: ‘En jij nog iets met die tut?’ Toen het uit was met de sukkel en de tut, sloeg de vonk over, drie weken voordat Pim naar Nederland zou vertrekken.”

Er volgden twee lange jaren van heen en weer reizen, voordat Nanda in 1976 in Utrecht zou komen wonen. De ouders van Pim hadden een kruidenierszaak in de Nicolaasstraat. De vader van Pim werkte in het Militair Hospitaal en mocht geen nevenfunctie uitoefenen, dus werd de zaak door de moeder van Pim onder een andere naam gevoerd: Van Dam, de meisjesnaam van de moeder van haar moeder. In het mortuarium van het Militair Hospitaal zat Pims vader ‘s nachts te knutselen aan radio’s en zo ontstond het idee om naast de kruidenierswaren ook radio’s te gaan verkopen.

Mevrouw van Dam
De zaak verhuisde naar de Twijnstraat onder de naam Radio van Dam. “In die tijd, we hebben het over 1933, kwam Frits Philips zelf nog langs om de radio’s af te leveren”, vertelt Nanda en ze laat een brief zien waarin de oude Philips het echtpaar hartelijk feliciteert met het huwelijk van hun zoon. De klanten van de zaak wisten niet anders dan dat de familie Van Dam heette en lachend vertelt Nanda dat op de dag van haar bruiloft de chauffeur van hun trouwwagen tegen Pim zei: ‘Nou mijnheer van Dam, daar gaan we dan.’ Waarop zij Pim aanstootte en zei: ‘Moet je niet zeggen dat je eigenlijk Versloot heet?’ ‘Welnee’, antwoordde Pim. Na de huwelijksvoltrekking was de chauffeur de eerste die Nanda geluk wenste: ‘Hartelijk gefeliciteerd mevrouw van Dam.’

De brief van Philips.
De brief van Philips

En dat is tot op de dag van vandaag zo gebleven. Pim ging in het bedrijf van zijn vader werken en Nanda kwam in de winkel te staan. “Het vak heb ik van mijn schoonmoeder geleerd, zij was echt een zakenvrouw. Ze zou zelfs de pastoor nog een tweepersoonsbed kunnen verkopen!” Het jonge gezin ging boven de zaak wonen en de kinderen groeiden op in de Twijnstraat, gingen naar de Agatha Snellenschool in de Zuilenstraat, naar het Christelijk Gymnasium in de Diaconessenstraat en naar het Gregorius in de Nobeldwarsstraat. “Halverwege de trap tussen de winkel en de woonverdieping overhoorde ik de kinderen hun woordjes Latijn of Frans, hoorde ik de verhalen over school, vriendjes en vriendinnetjes. Als die trap zou kunnen praten…”

Mijn schoonmoeder had zelfs de pastoor nog een tweepersoonsbed kunnen verkopen

De Twijnstraat van toen
In de Twijnstraat woonde ook de familie Bolwidt boven hun loodgieters bedrijf annex winkel op nummer 25. “We waren lotgenoten in dezelfde situatie en trokken veel met elkaar op. Ook Rinus Vink van de fietsenzaak woonde boven de winkel, evenals Jan de Roos van de slagerij op nummer 40. De Twijnstraat was toen nog een echte winkelstraat met het karakter van een klein dorp. Met twee bakkers, drie slagers, een melkboer, een apotheek, een groenteboer. Op nummer 51 zat de sigarenzaak van Van der Broek, waar op zondagavond de voetbaluitslagen op een bord werden geschreven en die door de zich rond het bord verzamelde mannen werden besproken. Ach, en de zaak van Wellendieck, waar van alles werd verkocht. Kopjes, schoteltjes, boeken; je kon het zo gek niet bedenken. Mijnheer Wellendieck liep altijd in een groene stofjas met een brandende bolknak in zijn mond. Achterin de winkel had hij het vuurwerk liggen en wanneer je dat wilde hebben zei hij: ‘Loop maar even mee’, en liep hij het trapje op met brandende bolknak en al. Later zou Loek Fonville met zijn Winkeltje van Sinkeltje er nog bij komen. Ik zie hem nog zitten met vrouw op het bankje voor de winkel. Het was een levendige straat zonder alle horeca die er nu zit. Ons hele leven speelde zich af in de Twijnstraat.”

‘Doorlopen Jansen’
Voor de rest van de familie was dat anders: de zus van Pim trouwde met een Spanjaard en ging in Madrid wonen, Nanda’s zus bleef in Duitsland en trouwde een Duitser. “Maar we spraken met elkaar af dat de voertaal tijdens familiebijeenkomsten Nederlands zou blijven. Dus leerden de respectievelijke mannen Nederlands en de kinderen in het buitenland ook. De kinderen uit Duitsland hadden wel een accent en het leek soms alsof Prins Bernhard naast je op de bank zat. Ook onze kinderen zijn niet erg honkvast. Onze zoon studeerde technische natuurkunde. Geen vreemde keuze omdat hij al van jongs af aan met Pim meeging en onder de vloeren moest kruipen om leidingen door te trekken. Hij ging werken bij het Europese onderzoekscentrum CERN in Genève. Onze dochter vertrok naar Frankrijk om daar vrienden te helpen met het opzetten van een hotel. In 2006 hebben we de winkel gesloten en werd Radio van Dam, Installatiebedrijf van Dam.” Nanda had altijd gezegd dat ze een hond wilde hebben zodra ze de winkel zouden sluiten en dat de hond dan Jansen zou heten. “Ik had ooit een klant die tegen zijn hond zei: ‘Doorlopen Jansen’, en dat vond ik zo grappig dat ik dat altijd heb onthouden. Op internet zagen we een foto van een nest vlak bij Tilburg en we gingen kijken. Tenminste, Pim wilde gaan kijken maar ik wist dat wanneer we de puppy’s zouden zien we niet zonder hondje thuis zouden komen. En zo kwam Jansen, een kruising tussen een beagle en een terriër, bij ons in huis.” Nanda loopt op gezette tijden haar rondje met Jansen door het Zocherpark en wordt dan vaak aangesproken: ‘Alles goed met u, mevrouw van Dam?’

Deze rubriek verscheen eerder in onze DUIC krant:

1 Reactie

Reageren
  1. Miranda en Herman Callaars

    De Twijnstraat was de gezelligste straat van Utrecht zuid.
    Zoals Mevr. Versloot zegt een dorp op zich.
    Nanda het is een mooi stukje geworden.
    Groeten aan Tim en aan Jansen

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).