Het is wat, ben je eindelijk een keer op tijd voor de bus, rijdt de chauffeur alsnog voor je neus weg. Volgens nieuwe cijfers van Bestuur Regio Utrecht (BRU) vertrok bijna 50 procent van de bussen in de stad te vroeg over 2012. Mocht u dus altijd al getwijfeld hebben of uw horloge wel goed werkt, wees dan dus gerust, er is een kans van bijna 50 procent dat het niet aan u ligt. Of wel, natuurlijk.
Het percentage vroege vertrekkers ligt in de stad met 47 procent wel het hoogst. Bijna 30 procent hiervan wordt door BRU geclassificeerd als ‘veel te vroeg’, ofwel meer dan een minuut te vroeg. Dat is wel weer hetzelfde percentage als de bussen die te laat komen in de stad. Hiervan komt wel maar een erg klein deel veel te laat (meer dan 3 minuten), namelijk slechts 8 procent. In totaal kwamen (incl. regiovervoer) 40 procent van de bussen en trams te laat. De klanttevredenheid met betrekking tot het OV is overigens licht gestegen.
Chauffeurs op de voet gevolgd met GPS
Alle bussen en trams worden volgens BRU getracked met een GPS systeem, waardoor vertrek en aankomst precies in kaart gebracht kan worden. Onder het mom van ‘hoe beter je meet, hoe beter je weet’ kan elke seconde te laat, of te vroeg, vastgelegd worden. Hierdoor stijgt het aantal chauffeurs dat niet stipt op tijd is in de data.
Renske Bakker van BRU legt uit waarom bussen vaak te vroeg vertrekken: ”Wanneer er weinig verkeer op de weg is, zijn chauffeurs soms vroeger bij een halte. Ze kunnen dan eenmaal niet minutenlang staan wachten, omdat er ook andere bussen aankomen, die ook sneller hebben kunnen rijden. Het verkeer is en blijft een dynamisch verschijnsel, en een vast tijdschema zal hiervan altijd deels uitwijken.”
Verbeteringen
Wegbeheerders kunnen dat volgens BRU verbeteren door doorstromingsmaatregelen te treffen, zoals prioriteit voor OV bij verkeerslichten. Behalve stipter, wordt het OV daardoor ook sneller en goedkoper. De vervoerders kunnen de betrouwbaarheid verbeteren door vooral op het beginpunt op tijd te vertrekken. Ook moeten chauffeurs voldoende tijd hebben voor het keren.
5 Reacties
ReagerenEén minuut te vroeg is het zelfde als een kwartier te laat (bij een kwartiersdienst). Een voorsprong van een minuut bouw je langzaam op, halte voor halte, dat ligt niet aan één snellere bus die achter je zit.
Het is ook werkelijk iedere keer hetzelfde liedje. Alles wordt opgehangen aan registratie, liefst aan de hand van die z.g. onfeilbare electronica, terwijl de boodschap vroeger zo simpel was: ‘de haltetijden zijn bij benadering.’
Zorg ervoor dat je pakweg vijf minuten voor de officiële haltetijd bij de halte staat. Dan is de kans dat je jouw bus mist wel héél klein. In dit soort berichten peil ik overigens de toenemende stress in de maatschappij, en de bijbehorende drang om alles te robotiseren. Gaat niet lukken. Het blijft allemaal interactief mensenwerk, van passagier tot chauffeur. Durfden we dat maar eens toe te geven, dan werd het leven aanzienlijk aangenamer, en zonder investeringen in al die peperdure electronica, een stuk goedkoper… en had bovenstaand artikel nooit hoeven verschijnen.
Dag Ulaan, ik denk dat de nuance wellicht niet sterk genoeg in het bericht ligt als ik jou interpretatie zo lees. Excuses daarvoor. BRU accepteert juist dat de tijden bij benadering zijn, daarom wordt ook benadrukt dat het aantal vroege vertrekkers en laatkomers stijgt vanwege de precieze meting. Jou uitleg klopt dus, op een ding na, en dat is dat er juist niet een al te zwaar oordeel aan gehecht wordt. Verbeterpunten zullen er waarschijnlijk wel altijd blijven, natuurlijk.
Beste Michael, bij herlezing van met name de alinea waarin je Renske Bakker citeert, kan ik je gelijk geven. Zij nuanceert hier, en dat had in journalistiek opzicht wat beter uit de verf mogen komen. Omdat niets moeilijker is dan het goed overbrengen van bedoelingen, aanvaard ik je excuus met begrip en respect.
Ik vraag me altijd af als een bus net vertrekt voor ik bij de halte arriveer, of de chauffeur nog kijkt of er nog iemand aankomt voor hij vertrekt. Te vroeg of op tijd een attentie die niet te veel tijd kost en het “maatschappelijke verkeer ” een stukje vriendelijker zou maken.