De gemeente Utrecht heeft 160.000 bomen in beheer waarvan 3.300 kastanjebomen. Daarvan komen alleen de rode en witte paardekastanjes in de stad voor. Omdat er vermoedens waren rond de verslechtering van de ziekteverschijnselen bij deze soorten is recentelijk een monitoringsronde gedaan. Daarbij werden alle ruim vijfhonderd rode paardekastanjes bekeken waarvan 50 procent ernstig tot zeer ernstig blijkt aangetast. Daarbovenop blijkt 10 procent van deze bomen (bijna) door te zijn waardoor er spontaan zware takken kunnen afbreken. Deze bomen zijn op de vellijst geplaatst en worden deze winter gekapt. Eerder dit jaar werden ook al vijftig rode paardekastanjes gekapt vanwege verslechtering van hun conditie. Voorlopig worden er in Utrecht geen nieuwe kastanjebomen meer geplant. Wel plant de gemeente nieuwe bomen terug voor alle gekapte kastanjebomen. Uitzondering hierop zijn lanen waar rijen kastanjebomen staan. Stadswerken informeert omwonenden met een wijkbericht over de noodkapprocedure.

De kastanjebloedingsziekte wordt veroorzaakt door een bacterie waardoor het voedseltransport in de boom wordt afgesloten. Het gevolg is dat bladeren en grote delen van de kroon verleppen en zelfs afsterven. Door verzwakking krijgen parasieten als de honingzwam of goudvliesbundelzwam toegang tot de boom en versnellen zij het aftakelingsproces. Landelijk heeft de ziekte al vanaf 2004 veel aandacht gekregen en is er onderzoek gedaan om de oorzaken ervan te achterhalen. Tot op heden is echter geen goede aanpak gevonden.