Geheimen van de stad: Bloemen, boeken en skeletten op het Janskerkhof | De Utrechtse Internet Courant Geheimen van de stad: Bloemen, boeken en skeletten op het Janskerkhof | De Utrechtse Internet Courant

Geheimen van de stad: Bloemen, boeken en skeletten op het Janskerkhof

Geheimen van de stad: Bloemen, boeken en skeletten op het Janskerkhof
Het Janskerkhof. Foto: Robert Oosterbroek
Het Janskerkhof is een belangrijk verkeersplein op de oostwest-route door de stad. Bussen en taxi’s rijden af en aan, fietsers komen van alle kanten. Sinds 1837 wordt er de bloemen-en plantenmarkt gehouden, het is een van de grootste van het land. Op zaterdagen verandert het plein in een bloemenzee en moeten de auto’s plaats maken voor planten. Rond de kerstdagen worden er volop kerstbomen verkocht.

Het Janskerkhof is een belangrijk verkeersplein op de oostwest-route door de stad. Bussen en taxi’s rijden af en aan, fietsers komen van alle kanten. Sinds 1837 wordt er de bloemen-en plantenmarkt gehouden, het is een van de grootste van het land. Op zaterdagen verandert het plein in een bloemenzee en moeten de auto’s plaats maken voor planten. Rond de kerstdagen worden er volop kerstbomen verkocht.

De Janskerk werd in de elfde eeuw gebouwd en de tuin rond de kerk, het Janskerkhof, was tot de Reformatie (kerkhervorming) in 1580 een afgesloten gebied, slechts toegankelijk voor kanunniken die rond de kerk woonden en er hun erediensten hielden. Deze kanunniken waren voorname lieden en werden na hun dood in de kerk begraven, evenals andere belangrijke geestelijken, zoals bisschoppen en abten. In andere kerken konden ook niet-geestelijken tegen betaling begraven worden. Dit alles veroorzaakte bij tijd en wijle een behoorlijke stank in de kerk. Vandaar de uitdrukking ‘rijke stinkers’.

Voor de aanleg van de HOV-busbaan werd rond 2000 archeologisch onderzoek gedaan op het Janskerkhof. Er werden onder meer 75 skeletten gevonden van mannen, vrouwen en kinderen die hier tussen 1050 en 1580 begraven werden. Zij lagen slechts 60 cm onder het plaveisel. Wie deze mensen waren toen zij nog leefden is niet bekend. Uit verder onderzoek van de skeletten is gebleken dat het welgestelde burgers waren. Het is mogelijk dat men tegen betaling hier begraven kon worden, of dat de doden familieleden van de geestelijken waren. Na de Reformatie werd het Janskerkhof deel van de stad, de Janskerk werd een protestantse kerk en kwam er middenin te liggen.

Universiteitsbibliotheek

Na 1580 was door de stad beslag gelegd op de boeken en schrifturen van de vele kloosters die allemaal opgeheven werden. Die werden in 1584 overgebracht naar het koor van de Janskerk. Toen in 1636 de Utrechtse universiteit was opgericht, werd dit de Universiteitsbibliotheek. Het koor was van de rest van de kerk afgescheiden en voor de ingang van die bibliotheek werd in het koor aan de oostkant een deur gemaakt, die daar nog steeds te zien is. Boven de deur hangt een plaquette die herinnert aan de oprichting van de universiteitsbibliotheek, aangeboden door het gemeentebestuur van Utrecht in 1984. Het nieuwe plein werd in 1659 bestraat en de Boothstraat werd aangelegd. Deze straat is genoemd naar de eerste bibliothecaris Cornelis Booth.

In 1821 verhuisde de bibliotheek naar de zalen van het voormalige paleis van Lodewijk Napoleon aan de Wittevrouwenstraat. Dit paleis was door onze eerste koning slechts enkele jaren gebruikt en is, na de verhuizing van de Universiteitsbibliotheek in 2004 naar De Uithof, de huidige bibliotheek van de faculteiten letteren, rechten en wijsbegeerte. Ook de boeken over de geschiedenis van de Universiteit Utrecht zijn hier te vinden.

Pas in 1829 werd het verboden om in en bij kerken te worden begraven. Gemeenten met meer dan 1000 inwoners moesten hun doden buiten de bebouwde kom begraven. De gemeente Utrecht kocht in 1828 en in 1829 grond aan de Gansstraat en het aangrenzende landgoed Soestbergen op voor de Eerste Algemene begraafplaats Soestbergen. Het woord kerkhof is nog altijd in gebruik als we over een begraafplaats spreken.

Door: Gilde Utrecht. Rondleiders van Gilde Utrecht vertellen over verborgen en onbekende plekken in de stad.
Bron: René de Kam, Dwars door Utrecht. Dr. A .van Hulzen, Utrechtse kerken en kerkgebouwen.

2 Reacties

Reageren
  1. Ed.

    Dan weet ik nu eindelijk waar de naam Boothstraat vandaan komt, ik heb er in 1963 een half jaar gewerkt op nummer 13 waar toen het architectenbureau Taen, Nix en van Hasselt gevestigd was. Dat was in het kader van het praktisch jaar van de HTS Bouwkunde dat toen nog aan de Vondellaan gevestigd was.
    Uit mijn nog jongere jaren herinner ik me het wekelijkse bezoek aan de bloemenmarkt, tenminste in de tijd van het jaar dat mijn vader plantjes voor de tuin ging halen …

  2. Ed.

    Oh ja, en het bezoek aan de toonzaal van de Draadomroep, gevestigd op nummer 23, waar dhr. E.J. Valkenburg de scepter zwaaide.

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).