De lokale fractie van de CDA is duidelijk niet tevreden met de Nieuwe Ruimtelijke Structuurvisie voor Utrecht die het college van burgemeester en wethouders vorige week presenteerde. Daarin geeft het college aan dat er minder kantoren, winkels en woningen zullen worden gebouwd en dat er geen nieuwe bedrijventerreinen meer bij komen in Utrecht. De plannen voor het Stationsgebied, Leidsche Rijn Centrum en HOV naar Leidsche Rijn gaan wel onverminderd door. 

De gemeentelijke visie op de ontwikkeling van de vier ‘vastgoedcategorieën’ (wonen, detailhandel, kantoren en bedrijventerreinen) zijn samengevat in de Nieuwe Ruimte Strategie. Daarin wordt uitgegaan van een meer organische groei die zich geleidelijk en naar behoefte voltrekt. De visie kwam mede tot stand als gevolg van de economische crisis waardoor er sprake is van kantorenleegstand, dalende winkelomzetten, een stagnerende woningmarkt en een dalende vraag naar bedrijventerreinen. Daarom gaat het college uit van een vermindering van het aantal te bouwen woningen naar 1500 woningen per jaar, waarvan800 inLeidsche Rijn en700 inde rest van de stad. Verder komen er met name de winkelcentra Kanaleneiland, Terwijde en Overvecht minder nieuwe winkels bij. Het nieuwe winkelcentrum in De Meern wordt helemaal geschrapt. Alleen In Leidsche Rijn Centrum wordt juist haast gemaakt met de bouw van minimaal38.000 vierkante meternieuw winkeloppervlak. Ook komt er, behalve in Papendorp, Leidsche Rijn Centrum en het Stationsgebied, minder nieuwe kantoorruimte bij en gaat tevens de rem op de uitbreiding met nieuwe bedrijventerreinen. Dit betekent dat het geplande bedrijventerrein Strijkviertel in Leidsche Rijn voorlopig niet doorgaat. 

In een bericht op haar website geeft de CDA aan verrast te zijn door de nieuwe ruimtelijke strategie die het college aan de raad zond. De consequenties van veel keuzes blijven onduidelijk en het blijft de vraag of de risico’s in de gemeentelijke projecten ermee afgedekt worden. Dat het college in een bijzin meldt dat het centrumplan De Meern niet door te willen laten gaan vindt het CDA ronduit onbehoorlijk. CDA-woordvoerder Sander van Waveren: ‘De tekorten op bouwprojecten in Utrecht lopen al een tijd op. Het CDA vroeg vorig jaar al om stevige ingrepen. Nu het plan van het college er is stelt dit teleur. Zolang de bijbehorende financiële overzichten niet klaar zijn kunnen we niet beoordelen of deze ingrepen voldoende zijn. Los daarvan is de reflex om in de sociale huursector te blijven bouwen een verkeerde: dat is een (dure) schijnoplossing.’

De CDA-fractie is bovendien bezorgd over de wijze waarop het college de keuzes naar buiten brengt. De technisch-financiële insteek past bij de grote tekorten op projecten, maar doet onvoldoende recht aan de gevolgen die dit soort keuzes hebben voor inwoners van Utrecht, die in een paar zinnen grote gevolgen voor hun omgeving moeten teruglezen. Van Waveren: ‘Ik heb al vaker gewaarschuwd dat het college meer prioriteit moet geven aan het goed informeren van bewoners, boven ingewikkelde participatietrajecten. Dit verdient wedrom geen schoonheidsprijs.’