Jeroen van Nijnatten vindt de chemie tussen koken en keramiek | De Utrechtse Internet Courant Jeroen van Nijnatten vindt de chemie tussen koken en keramiek | De Utrechtse Internet Courant

Jeroen van Nijnatten vindt de chemie tussen koken en keramiek

Jeroen van Nijnatten vindt de chemie tussen koken en keramiek
Jeroen van Nijnatten. Foto: Sanne Veldhoven / DUIC
Jeroen van Nijnatten is al twintig jaar traiteur. Hij is vier jaar geleden begonnen met het maken van keramiek. Het is zijn hobby en zijn werk. En die hebben veel meer overeenkomsten dan je zou denken.

Jeroen van Nijnatten is al twintig jaar traiteur. Hij is vier jaar geleden begonnen met het maken van keramiek. Het is zijn hobby en zijn werk. En die hebben veel meer overeenkomsten dan je zou denken.

Wat is jouw werk als traiteur?

“Ik zit twintig jaar als traiteur in Utrecht. Ik noem mezelf geen cateraar, omdat je die ook kunt inzetten voor een grote bak soep. Ik zit in het wat chiquere segment, dus ik kook uitgebreide diners voor 50 man, maar verzorg geen partijen voor duizend man. Met mijn eten zit je in de slow food hoek: puur, eerlijk en regionaal. Alles is zelf gemaakt en ik probeer kweekvis en suffe supermarktgroenten te vermijden.”

Waarom kies je voor die werkwijze?

“Ik kook met 80 procent groente en 20 procent vlees. Dat vind ik voor mijn eigen lijf prettig en een leuke bijkomstigheid is dat we wat langer op de aarde kunnen leven. Ook weten mensen vaak wel dat je van alles kunt doen met een aardappel, maar van een hoop groente waarmee je dat ook kunt doen, hebben ze geen idee. Dat is wel het fijne van mijn vak, want nu kan ik mensen ermee verrassen.”

Hoe ben je hiermee begonnen?

“Ik ben opgeleid als kok en heb op veel plekken gewerkt, van Denemarken tot België. Daarvoor heb ik ook heel veel andere disciplines gedaan: kunstacademie, tuinwerk, noem het maar op. Ik heb het lef op mij genomen om voor mezelf te beginnen als culturele traiteur. Daar kan ik mijn creativiteit in kwijt. Voor een Titanic-thema heb ik een keer scheve buffetten gemaakt, met ijsbergsla en ijsklonten erop, en als dessert een zinkend schip van chocolade en ijs. Ik hou van die flauwe grapjes.”

Nu werk je ook al keramist. Hoe is dat zo gekomen?

“Ik werk als traiteur met pieken. Je maakt 300 bordjes op: zes gangen voor 50 mensen, en dan ga je naar huis. Ook bestaat het allemaal uit niet blijvend materiaal. Het is dus niet tastbaar. Omdat ik veel tijd heb tussendoor vanwege die pieken ben ik dat gaan compenseren in deze hobby.”

“Ik kreeg de kleiziekte en werd bevangen door de klei tijdens een workshop. Met het glazuren van je werk kom je terecht in de scheikunde. Net als met koken maak ik alles zelf. Ik heb een scheikundige kruidenkast waarmee ik zelf mijn kleuren maak. Het is net chemie bij scheikunde. Net als met koken heb je je basiselementen, dat kneed je in een vorm en als je het bakt wordt het een vast product. Het heeft veel meer overeenkomsten met elkaar!”

Gaat het goed?

“Het is nu nog een hobby. Ik ben blij als ik de huur van mijn atelier kan compenseren. Wel heb ik nu een eerste opdracht binnen, en ik verkoop weleens wat. Ook maak ik vaak mijn eigen servies voor mijn gerechten. Als mensen dan die schalen zien denken ze: die wil ik ook hebben. Dat probeer ik nu allemaal een beetje uit te bouwen. Ik doe dit nu vier jaar en heb sinds februari dit atelier. Ik kon het niet betalen om twee ruimtes te huren, dus werk ik nu in een grote keuken vanuit huis als traiteur en heb ik mijn ruimte daarvoor opgegeven.
Ik kon het koken makkelijker vanuit huis doen. Die stofzooi en die grote oven voor mijn keramiek wil je helemaal niet in huis hebben. Dit was een betere optie.”

Voor meer informatie kijk op: jeroentraiteur.nl

geen Reacties

Reageren

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).