De geschiedenis van het Agnietenklooster | De Utrechtse Internet Courant De geschiedenis van het Agnietenklooster | De Utrechtse Internet Courant

De geschiedenis van het Agnietenklooster

De geschiedenis van het Agnietenklooster
In het begin van de vijftiende eeuw moest men toestemming hebben van het stadsbestuur om een klooster te stichten. Die vond het grote aantal kloosters in de stad zo langzamerhand wel genoeg. Desalniettemin kregen de zusters van het St. Agnietenklooster toestemming om ‘besloten’ te worden.

In het begin van de vijftiende eeuw moest men toestemming hebben van het stadsbestuur om een klooster te stichten. Die vond het grote aantal kloosters in de stad zo langzamerhand wel genoeg. Desalniettemin kregen de zusters van het St. Agnietenklooster toestemming om ‘besloten’ te worden.

Het klooster was een enorm complex, omsloten door het Nicolaaskerkhof, de Agnietenstraat, de Lange Nieuwstraat en de zuidelijke stadswal. Het St. Agnietenklooster heeft ongeveer twee eeuwen gefungeerd als religieuze instelling.

Na de Reformatie moesten alle kloosters gesloten worden, maar liet het stadsbestuur de vrouwenkloosters ongemoeid, als ze niet naar buiten toe optreden. Het einde kwam voor de nonnen rond 1613. Daarna hebben de gebouwen nog verschillende functies gehad, waaronder een fabriek en een schildersatelier. In 1674 worden de gebouwen door het stadsbestuur bestemd als weeshuis.

Verschoppelingetjes

Ambachtskinderen waren kinderen die niet toegelaten werden in het Burgerweeshuis aan de Springweg. Het ging om kinderen van ouders die geen burger van de stad waren, vondelingen, of kinderen die om een of andere reden door hun ouders niet verzorgd konden worden. Het waren de verschoppelingetjes van de maatschappij. Tot 1674 werden deze kinderen ondergebracht bij pleegouders met de bedoeling dat ze onderwijs zouden krijgen en een vak zouden leren. Daar werd op grote schaal misbruik van gemaakt. Ze kregen geen onderwijs en werden als slaafjes gebruikt. Daarom besloot het stadsbestuur om een weeshuis voor deze kinderen op te richten.

Vanaf dat moment werden zo’n 280 kinderen, jongens en meisjes, ondergebracht in het voormalige Agnietenklooster. Het bestuur van dit weeshuis werd gevormd door twaalf regenten, die voor het leven werden benoemd. De levensomstandigheden voor de kinderen waren vaak schrijnend. Veelzeggend is dat koning Lodewijk Napoleon in 1806 naging of kinderen uit het Ambachtskinderhuis wellicht geschikt waren voor de krijgsdienst. Hij liet 25 jongens keuren, slechts 1 bleek geschikt. De anderen waren te klein, of waren ziekelijk.

De Fundatie van Renswoude

Uit de nalatenschap van Maria Duyst van Voorhout, een rijke adellijke dame, die zonder kinderen gestorven was, werd de Fundatie van Renswoude opgericht. Zij had in haar testament bepaald dat de slimste jongens van boven de 15 jaar uit het Ambachtskinderhuis een beroepsopleiding zouden krijgen. Hiervoor werd een speciaal huis gebouwd, naast het weeshuis, dat in 1761 klaar was.

Het staat er nog steeds. In 1823 werden uit het hele land in het kader van heropvoeding, kinderen uit weeshuizen en andere instellingen naar de koloniën van de Maatschappij van Weldadigheid in Drenthe gestuurd, een Rijksinstelling. De regenten van het weeshuis wisten de meeste kinderen bij familie onder te brengen. Slechts zes kinderen belandden uiteindelijk in Frederiksoord.

Fundatie

Officieel hield het Ambachtskinderhuis op te bestaan in 1825. In de Fundatie van Renswoude ging het bedrijf echter gewoon door. Er werd er zelfs een kweekschool opgericht, waar kinderen werden opgeleid die konden doorstromen naar een beroepsopleiding. Deze kwekelingen werden nog steeds streng gescheiden van de leerlingen van de Fundatie. In 1828 waren er negentien kwekelingen en stond het Ambachtskinderhuis grotendeels leeg.

Het Utrechtse stadsbestuur kwam een jaar later met het verzoek aan de regenten of het kinderhuis ingericht kon worden als kazerne. Het verzoek werd ingewilligd, en de kwekelingen kregen onderdak in de Fundatie van Renswoude. In de rest van de gebouwen van het Ambachtskinderhuis werden 280 cavaleriesoldaten gehuisvest. In 1974 werden de gebouwen van het voormalige Agnietenklooster en Ambachtskinderhuis in gebruik genomen door het Centraal Museum Utrecht.

Rondleiders van Gilde Utrecht vertellen over verborgen en onbekende plekken in de stad. Kijk voor meer informatie op gildeutrecht.nl.

3 Reacties

Reageren
  1. G. Veldhuijzen

    In 1651 heeft Maria van Pallaes een stuk grond van het Agnietenklooster gekocht om daar huisjes voor arme mensen op te laten bouwen, z.g. vrijwoningen waarvoor destijds geen huur betaald hoefde te worden. Inmiddels zijn de huurprijzen verhoogd tot boven de 500,00 euro. In gevelsteen boven de voordeur van Nieuwegracht 205 is gebeiteld dat Maria van Pallaes dit gedaan had voor “een plaats op het hemels pleyn”. Een heel eerlijke verantwoording. De vertaling naar de tegenwoordige tijd is: mijn inkomen is helaas te laag anders zou ik in een dergelijke plaats ook wel kunnen investeren. Als iedereen met een inkomen boven de 500.000,00 euro nu eens 10 sociale huurwoningen zou laten bouwen was het woningtekort binnen de kortste keren opgelost en komen de opdrachtgevers zo maar op een plaats op het “hemels pleyn” te zitten, na hun overlijden.

  2. Michiel

    Mooi artikel. Ik dacht zelf dat het Centraal Museum al sinds 1921 op die plek zat?

    Zo staat het ook hier:
    https://www.centraalmuseum.nl/nl/tentoonstellingen/125-jaar-centraal-museum-utrecht

  3. George Knight

    Het klopt wat Michiel zegt. Daarnaast was de toenmalige tuinzaal al in gebruik als tentoonstellingszaal voor 1974.

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).