Het Diakonessenhuis in Utrecht staat de komende vijf maanden onder verscherpt toezicht. De Inspectie voor de Gezondheidszorg is van mening dat een aantal noodzakelijke verbeteringen sneller moet worden doorgevoerd.

Het ziekenhuis heeft dit zelf bekend gemaakt. De zorg in het Diakonessenhuis zou niet in het geding zijn op het moment.

Afgelopen zomer werd duidelijk dat de directie en medisch specialisten van het Diakonessenhuis in Utrecht met elkaar overhoop lagen over de veiligheid van patiënten. De Inspectie voor de Gezondheidszorg sprak in een rapport van 10 juli over een situatie die voor de veiligheid van patiënten en de kwaliteit van de gezondheidszorg potentieel bedreigend was. Afgelopen november stapte de bestuursvoorzitter van het Diakonessenhuis, Rob Florijn, op.

Naar aanleiding van de commotie werd er een onderzoek ingesteld en kwam het ziekenhuis met maatregelen. Afgelopen maanden zijn er al verbeteringen ingezet, maar volgens de inspectie gaat het te langzaam.

Arie van Alphen, de nieuwe voorzitter van de Raad van Bestuur: “Patiënten en hun naasten kunnen blijvend vertrouwen op onze veilige en goede zorg. Natuurlijk kan het altijd beter. Kwaliteit en veiligheid zijn nooit af. Daar werken we elke dag aan. Als tijdelijk extra toezicht ons helpt de zorg voor onze patiënten nog sneller verder te verbeteren, dan is dat alleen maar goed. Wij denken echter niet dat daarvoor extra toezicht van de IGZ nodig is. Dit vanwege de concrete adviezen uit het recent ontvangen onderzoeksrapport van de commissie Abeln Heineman en de snelle vorderingen die we de afgelopen tijd in goede samenspraak met onze artsen en andere zorgprofessionals hebben gemaakt.”