Applaus galmt door twaalf meter hoge hal van de Klimmuur Utrecht: hoog boven de krioelende menigte ouders en deelnemers beneden heeft een klein klimmertje de bovenste grepen van haar route bereikt. 

Negenenzestig kinderen van tussen de zes en zestien jaar oud deden zaterdagmiddag mee aan het eerste regiotoernooi klimmen bij de Klimmuur Utrecht aan de Vlampijpstraat. Klimmers en klimmertjes van vier klimverenigingen uit Utrecht en omstreken gaan hier met elkaar en de klimwand de strijd aan. Tijdens de zogeheten Jeugdlead Serie Midden-Nederland gaat het er niet zozeer om de volgende Zeno Schaekers, het nationale klimtalent uit Utrecht, te worden. De competitie is bedoeld om voor te sorteren op de landelijke competitie.

“De lol-factor is hier erg belangrijk”, zegt wedstrijdleider Pascal Mual. “Daarom hebben we speciale wedstrijdroutes gebouwd, zodat de kleintjes zich hier ook kunnen uitleven”, vertelt hij. “Dit is de kweekvijver: als kinderen van acht hier het idee hebben dat ze kunnen groeien, blijven ze fanatiek in de sport.”

Fanatiek zijn de kinderen zeker. Agnes (8) klautert enthousiast tegen de metershoge overhellende wand op. Ze wilde als zesjarige op klimmen omdat het speeltuintje bij haar achter in Nieuwegein te saai was. Inmiddels bungelt ze zonder een spoor van angst op ruim zes meter hoogte aan één arm en één been. “Ik heb net een 6A uitgeklommen, dat is het hoogste voor mijn lengte”, klinkt het trots. “Mama klom vroeger ook, en die klom 6B. Later wil ik meedoen aan de Olympische Spelen”, glundert ze. “Nog een jaartje en dan ben je je moeder voorbij. Dat is ook altijd een doel”, lacht moeder Karen.

Groeiende sport

Nog nooit deden er zo veel kinderen mee aan een Utrechtse klimcompetitie. De klimsport groeit, merkt Jorn Wolvetang van Klimmuur Utrecht. “We hebben nu zo’n 100 kinderen bij onze klimvereniging, en er komen wekelijks zo’n drie tot vier bij.” Hij verwacht dat die groei door blijft zetten, vooral na 2020, als klimmen een Olympische sport wordt.

De variatie van de routes en de mentale uitdaging zijn voor de zestienjarige Bodée de reden waarom ze verliefd werd op de klimmuur. “Je wordt steeds sterker, maar tegelijkertijd gaat het in je hoofd om de vraag of je de volgende pas durft te maken”, vertelt ze. “En er zijn overal klimhallen, je kunt overal klimmen.” Ze heeft geen olympische ambities. “Ik train twee keer in de week, en nog één keer in de week met vrienden. Ik doe gewoon mee omdat ik het leuk vind.”