DUIC krant: Tegen de stroom in met Joris Daalhuisen | De Utrechtse Internet Courant DUIC krant: Tegen de stroom in met Joris Daalhuisen | De Utrechtse Internet Courant

DUIC krant: Tegen de stroom in met Joris Daalhuisen

DUIC krant: Tegen de stroom in met Joris Daalhuisen
DUIC brengt naast elke dag online het laatste nieuws ook achtergronden in de papieren krant. Hieronder kunt u een van de verhalen lezen die de afgelopen week in de krant is verschenen. Wilt u de hele krant nog eens in zijn geheel nalezen? Kijk dan onderaan dit bericht.

DUIC brengt naast elke dag online het laatste nieuws ook achtergronden in de papieren krant. Hieronder kunt u een van de verhalen lezen die de afgelopen week in de krant is verschenen. Wilt u de hele krant nog eens in zijn geheel nalezen? Kijk dan onderaan dit bericht.

De speeltuindirecteur, zo noemt Joris Daalhuisen (44) zich wel eens gekscherend. Dat de uitgever van DUIC en de directeur van DDK zichzelf zo noemt past bij de energie die hij uitstraalt. Hij doet het niet vaak, maar voor dit interview gaat zelfs de telefoon even op stil. “We zijn in Utrecht met zoveel gave dingen bezig. Dat mag ook wel eens gezegd worden”, waarna hij zichzelf direct aanvult, “maar arrogantie past ons hier ook weer niet.”

In het bedrijf op de Helling is het altijd druk en mag het ook rustig chaotisch zijn. “Een speeltuin is natuurlijk flink overdreven, maar ruimte om te innoveren en om te experimenteren is er wel.” Daalhuisen is daarbij emotioneel verbonden en met passie betrokken. Op de gevel van het gebouw is ‘Als de…’ te lezen met op het pand ernaast ‘Brandweer’, die daar is gehuisvest. “Communicatiegeintje”, knipoogt Daalhuisen.

In het gesprek vliegt hij van het ene idee in het andere en overal met dezelfde rotsvaste overtuiging. “Alles kan. Daar hoort bij dat je soms onderuit kan gaan, maar ik krijg energie van nieuwe projecten. Dus ik blijf innoveren en proberen.” De persoonlijke betrokkenheid bij projecten is volgens hem de kracht van zijn bedrijf. Daalhuisen noemt het een kweekvijver voor talent. “De verbindingen die je maakt met jonge en dynamische partijen zijn enorm belangrijk voor de stad en voor mij. Come, play and grow, daar zit eigenlijk alles in.”

“Samen met mijn compagnon Paul Molenaar zoek ik altijd naar positieve samenwerkingen om verder te groeien als onderneming. De stad barst wat dat betreft van de ‘goeie gasten’.” Recentelijk ging DDK in zee met de Economic Board Utrecht (EBU), de gemeente en provincie. “We haalden destijds ook al de Academische Jaarprijs naar Utrecht en nog steeds werken we voor relatief veel Utrechtse bedrijven”, benadrukt Daalhuisen de band met Utrecht.

Daalhuisen doorliep het Hoger Economisch en Administratief Onderwijs (heao) en begon bij FHV/ BBDO. In 2003 begon hij zijn eigen communicatiebureau. Het woord reclamebureau heeft volgens hem een negatieve lading gekregen. “Dat komt door al die snelle jongens uit die wereld vroeger. Eigenlijk zijn we hele serieuze mensen die kritisch en inhoudelijk werken. De romantiek die vroeger om zo’n bureau hing, zoals je ook wel ziet bij de Amerikaanse serie Mad Men, die is er niet meer.”

Eigenlijk is er niet zoveel veranderd in het reclamelandschap, vindt hij. Product, prijs en loyaliteit zijn nog steeds het belangrijkste, maar de middelen om daar te komen zijn wel veranderd. “De kern is om te blijven innoveren. Die ruimte moet je nemen.”

De ondernemer wordt enthousiast als het gesprek over Utrecht gaat en is daarin stellig en complimenteus ook naar concurrenten: “We zijn hier in Utrecht met enorm coole dingen bezig. Het is uniek wat hier gebeurt in deze jonge en dynamische stad. Als je kijkt welke goede bureaus hier zitten. Dat is zo positief.” De dynamiek in de stad tekent zich vooral door nieuwe ver- bindingen die worden gelegd. “Het old boys network wordt stilaan vervangen door een nieuwe dynamiek. Die hang naar een behoudende instelling met oudgedienden verdwijnt gelukkig steeds meer.”

“Het old boys network wordt stilaan vervangen door een nieuwe dynamiek”

“Soms moet ik wel, maar ik heb bijvoorbeeld een enorme afkeer van elke netwerkbijeenkomst waar ze visitekaartjes uitdelen”, hij trekt een vies gezicht. Een goed voorbeeld van een ‘visitekaartjesbijeenkomst’? “De nieuwjaarsreceptie van de gemeente. Vreselijk! Altijd dezelfde mensen, inclusief mezelf, dat kan toch niet de bedoeling zijn. Hoe ik het zou doen? Volgend jaar organiseer ik een nieuwjaarsreceptie en dat wordt een verassende ontmoeting. Dat beloof ik”, roept hij vol vertrouwen.

Dat het Daalhuisen menens is wordt al snel duidelijk als blijkt hoeveel verschillende projecten hij inmiddels is gestart. Vaak terugkerend statement: ‘omdat het belangrijk is voor de stad’. Utrecht heeft het altijd in zich gehad, is zijn overtuiging, maar Utrechters mogen zich wel wat vaker op de borst slaan. “Iéts vaker dan hè. Als je in de lengte van dagen nooit aan de buitenwereld toont hoeveel talent hier is komt daar ook geen erkenning voor. De stad heeft dat met de Tour bijvoorbeeld wel gedaan: laten zien hoe mooi het kan zijn in de Domstad. Ik vergeet ook wel eens te vertellen hoeveel gave dingen hier worden gemaakt. Wat dat betreft heeft DDK ook het bescheiden karakter van Utrecht.”

28
Foto: Sjaak Ramakers

Faciliteren

In de speeltuin die hij voor zichzelf en zijn team heeft gecreëerd moet altijd ruimte zijn voor het experiment. “We proberen te faciliteren en zoveel mogelijk talent aan te trekken. Knowhow en loyaliteit wordt vooral gekoppeld aan plezier. Dat moet wel resulteren in een professionele en werkbare situatie natuurlijk. Als ik één ding heb geleerd is het dat tijd kostbaar is. Dan heb ik het over privé én zakelijk. Ik probeer selectiever te zijn, maar je moet wel weten wat er speelt in de stad en bij andere bedrijven.”

De directeur van DDK noemt het pand op De Helling het liefst een speeltuin in plaats van een creatieve broedplaats. “Inmiddels zit hier wel een bak aan ervaring, maar je moet natuurlijk ook geluk hebben. In het zwaarste jaar van de crisis draaiden wij gek genoeg ons beste jaar. Veel reclamebureaus waren bijvoor- beeld afhankelijk van automerken, maar wij haalden een opdracht van de Nationale Sloopregeling binnen. Dat kun je mazzel noemen, maar de kern van dat succes wordt gevormd door ons goede netwerk.”

Het jaarlijks organiseren van de Academische Jaarprijs is een van de evenementen uit de koker van DDK waar hij het meest trots op is. Dat project is gestopt door de ‘behoefte aan vernieuwing’ op het gebied van wetenschapscommunicatie. Stilzitten is er echter niet bij. DDK won vele prijzen waaronder een Effie met de pr rond de lancering en introductie van nrc.next. “Dat hebben we eigenlijk niet eens op onze site gezet. De erkenning zit hem ook vooral in het resultaat.” Hij denkt even na en zegt dan: “Met de hersens uit de mouwen, ja dat vind ik een mooie dat zegt wel iets over mij.”

Dat resultaat behaalt hij met zijn bedrijf het liefst tegen de stroom in, zo lijkt het. Met zichtbaar plezier vertelt hij over een statiegeldcampagne om het afschaffen van statiegeld op plastic tegen te gaan. “David vs Goliath. Het was een kostenpost voor veel winkels, maar bleek ook uit onderzoek enorm succesvol op het gebied van duurzaamheid. Naast bewustwording is statiegeld namelijk ook echt effectief gebleken. Toch ontstond er een lobby om het inzamelen volledig te killen. Dat hebben we dus samen met Recycling Network weten te voorkomen. Dat is toch fantastisch?”

“Als ik één ding heb geleerd is het dat tijd kostbaar is”

DUIC

Het liefst initieert hij en brengt hij een concept daarna op eigen benen. Vaak gebeurt dat met een minimaal budget. Zo was Daalhuisen ook betrokken bij het opzetten van De Utrechtse Internet Courant bijna vijf jaar geleden, samen met Martijn Rademakers en Michael Kroonbergs. “Het is nu zelfs bijna volledig bestendig in het medialandschap. Een volwassen medium dat op zijn eigen benen staat. Bij het verdwijnen van het Utrechts Nieuwsblad was er behoefte aan meer pluriformiteit in het medialandschap. Ik ben er enorm trots op dat DUIC inmiddels op zichzelf staat, met een app, website en een krant.”

Hij stipt de kruisbestuiving aan die bij een mediabedrijf zichtbaar kan zijn. Talent moet volgens de Utrechter de kans krijgen om het vak te leren en niet alleen in de schoolbanken: “Schrijf- en fotografietalent, maar ook commercieel talent moet de kans krijgen om het vak in de praktijk te leren. Young professionals de kans geven. Dat is toch mooi man!”

Daalhuisen verlangt daarvoor alleen een eerlijke kans. “Geen subsidie krijgen is geen probleem. Zo doet het AD het ook, maar een concurrerend gesubsidieerd medium zoals RTV Utrecht zou niet de advertentiemarkt mogen kapen. Of eerlijk de subsidies verdelen of helemaal niet.” De uitgever is dan ook in gesprek met verschillende politieke partijen in Utrecht om een eerlijkere verdeling van subsidiegelden op de kaart te zetten.

Zoals het in de creatieve sector wel vaker voorkomt ontstaan vele concepten organisch en vanuit het niets. Nog nooit schreef hij een businessplan: “Dat past niet bij mij.” Soms ontstaat iets uit een eigen behoefte, maar vaak ook uit een gevoel van onrecht: “Mediaklapper is daar een voorbeeld van. Dat is heel disruptief gebleken voor de advertentiemarkt. Er was geen transparantie en het duurde heel lang voordat je enig inzicht had in verschillende aanbieders. Tegenwoordig heb je binnen een dag een overzicht van de prijs en waarde van een advertentie in verschillen- de media.” Sneller, transparanter en zonder tussenpersoon door zich in plaats van op de eindgebruiker op de exploitant te richten. “Zonder de exploitanten bereik je namelijk niets”, is zijn eenvoudige verklaring.

Ganspoort

Wat zal de toekomst dan brengen? “Nou”, gaat Daalhuisen er nog even goed voor zitten. “Bij bijvoorbeeld NRC was een café-restaurant, het FD heeft horeca en BNR heeft het Nieuwscafé. Allemaal horeca om het bedrijf heen om naast een mediabedrijf ook een ontmoetingsplek te creëren. Dat is vaak gescheiden, maar ik zou zo graag zien dat we zo’n plek hebben waarbij we alles lekker door elkaar heen laten lopen.” Die plek moet onze Camping Ganspoort gaan worden, dat momenteel in aanbouw is op Rotsoord.

In het grote bouwproject ‘de Trip’ komt een horecastrip waar het campinggevoel moet heersen. Steeds meer starters en studenten komen in het gebied wonen in de achtertuin van zijn bedrijf op Rotsoord. “Het leek me in het begin van DUIC al zo leuk als journalisten interviews lekker in een eigen kroeg kunnen doen. Dat moet dan voor iedereen toegankelijk kunnen zijn.”

Horeca is een langlopende wens van Daalhuisen en past bij zijn motto dat alles moet kunnen. “We zijn druk met de indeling, afbouw en aankoop. Dat moet allemaal rond november zijn geregeld.” Het gebied aan de Vaartsche Rijn is in be- weging en daar wil Daalhuisen uit alle macht bij zijn. “We zijn nog op zoek naar de financiering, maar het concept is er. Denk aan een barista die je koffie inschenkt, maar ook je post aan kan nemen en een soort conciërge is voor het gebouw.” Een horecagelegenheid waar ruimte is om te werken, te vergaderen, het organiseren van debatten en andere initiatieven. Daalhuisen ziet het hele plaatje direct al voor zich. Met groot vertrouwen: “Lekker aan het water, op een terras van Ganspoort. En dat bezoekers van de buiten de stad ons vinden dankzij een ver- melding in de Lonely Planet! Dat is toch lachen man!”

geen Reacties

Reageren

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).