DUIC krant: Interview hoogleraar Urban Futures Maarten Hajer | De Utrechtse Internet Courant DUIC krant: Interview hoogleraar Urban Futures Maarten Hajer | De Utrechtse Internet Courant

DUIC krant: Interview hoogleraar Urban Futures Maarten Hajer

DUIC krant: Interview hoogleraar Urban Futures Maarten Hajer
Foto: Robert Oosterbroek
DUIC brengt naast elke dag online het laatste nieuws ook achtergronden in de papieren krant. Hieronder kunt u een van de verhalen lezen die de afgelopen week in de krant is verschenen. Wilt u de hele krant nog eens in zijn geheel nalezen? Kijk dan onderaan dit bericht.

DUIC brengt naast elke dag online het laatste nieuws ook achtergronden in de papieren krant. Hieronder kunt u een van de verhalen lezen die de afgelopen week in de krant is verschenen. Wilt u de hele krant nog eens in zijn geheel nalezen? Kijk dan onderaan dit bericht.

“Utrecht: zo veel ongebruikte ruimte zag ik zelden in een stad”

Sinds 1 oktober 2015 is Maarten Hajer hoogleraar Urban Futures aan de Universiteit Utrecht. Tevens is hij hoofdcurator van de Internationale Architectuur Biënnale 2016 (IABR) in Rotterdam. Hij blijkt een rasoptimist die de provocatie niet schuwt. Wij vragen hem naar zijn toekomstvisie op Utrecht. Hoe kijkt hij aan tegen de huidige ontwikkelingen in onze stad en welke oplossingen ziet hij voor zich?

Een afspraak maken is geen eenvoudige opgave. Tijdens de Biënnale organiseert hij maar liefst honderd meetings. Dan wil er nog weleens wat uitlopen of niet op elkaar aansluiten. In precies 41 minuten proberen we deze wetenschapper het hemd van zijn 53-jarige lijf te vragen. Na een kort excuus strooit hij met veel kwinkslagen en scherpe pretogen de ene visie na de andere over ons uit.

Wie is Maarten Hajer?

Prof. dr. Maarten Hajer studeerde politicologie en planologie aan de Universiteit van Amsterdam en promoveerde als politicoloog aan de Universiteit van Oxford. Hij werkte aan de Universiteit Leiden, de Ludwig Maximilians-Universiteit van München en was senioronderzoeker bij de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. In 2014 werd hij uitgeroepen tot overheidsmanager van het jaar.

Hoe kijkt een planoloog/politicoloog tegen een stad als Utrecht aan?

“Ik ben voor verdichting van de stad. Overvecht is een goed voorbeeld. Daar hebben we op de IABR op gestudeerd. Je kan daar gebouwen goed hergebruiken en gericht vernieuwen. Neem bijvoorbeeld de scholen. Door samenvoeging van gebouwen komen er kleine gebouwen vrij die hergebruikt kunnen worden. Daar kun je betekenisvolle ontmoetingsplekken creëren die hard nodig zijn. Dat noem ik een parochiaal domein waar burgers elkaar ontmoeten en ondersteunen. 

“Utrecht heeft in 2030 volgens de prognose 60.000 inwoners meer. We zien dat er meer eenpersoonshuishoudens komen, vooral omdat oudere mensen langer thuis blijven wonen. Die mensen maken gebruik van zorg. De markt wordt beheerst door vier verzekeringsconglomeraten. Die willen natuurlijk zo efficiënt mogelijk werken. Terwijl de burger steeds meer voor zichzelf moet zorgen. Dit leidt tot onrust. De individuele burger tegenover de grote bedrijven. Die moeten dus juist bij elkaar komen. En de overheid moet daarin een sterke positie innemen en bemiddelen.

“Het is altijd moeilijk aandacht te krijgen van de politiek voor nieuwe ideeën, maar ik weet wel dat wethouder Victor Everhardt (Werk en inkomen, Jeugdzorg, Volksgezondheid, Juridische Zaken) oprecht geïnteresseerd was toen hij de Biënnale bezocht.”

maarten-hajerIs Utrecht niet al een volle stad?

“Utrecht is in mijn ogen een behoorlijk lege stad. Ik ken weinig steden die zo leeg zijn! Neem bijvoorbeeld Leidsche Rijn, dat echt heel ruim is opgezet. Ik denk dat de toekomst ligt in compact bouwen. Daar ontstaat ook de nieuwe vraag. Je houdt de afstanden beperkt waardoor mensen kunnen fietsen en het wordt mogelijk om meer voorzieningen dicht bij de mensen te organiseren. En het verhoogt de samenhang tussen de mensen in een stad. Kijk naar een stad als Rotterdam. Daar vinden mensen verdichting geen enkel probleem. Rotterdam bouwt de hoogte in, daar waar Utrecht vooral laag blijft bouwen.”

Je hebt het vaak over inclusiviteit. Daarbij leven mensen van verschillende lagen van de bevolking samen: sociale huurwoning naast tweeverdieners. Allochtoon naast autochtoon. Met veel creativiteit en ondernemerschap. Wij wonen in Utrecht Oost, daar waar de verhoudingen toch redelijk vast liggen qua bewoning en mogelijkheden.

“Kijk, sommige wijken veranderen niet meer en moet je gewoon zo laten en vooral goed gaan isoleren over de komende jaren. Ik zou zeggen: geniet van je woning en wandel lekker door het Wilhelminapark. De echte kansen voor stedenbouwkundige innovatie zie ik, zoals ik zei, achter het Jaarbeurscomplex. Wat een ruimte! Daar kan je echt een gemengde wijk maken met betaalbare huurwoningen, nieuwe creatieve initiatieven en bedrijven die erin durven te investeren. Daar kan je een innovatief milieu maken voor de nieuwe kenniseconomie, met zowel kantoren als diversiteit aan woningen. Moet je eens kijken wat er dan gebeurt. Verdichting van de stad is daar uitstekend vorm te geven. Daarmee zou Utrecht de eerste Nederlandse stad worden met een moderne stadsstructuur. 60.000 nieuwe bewoners? Da’s een makkie voor Utrecht.”

De echte kansen voor stedenbouwkundige innovatie liggen achter het Jaarbeurscomplex. Wat een ruimte! Daar kan je echt een gemengde wijk maken met betaalbare huurwoningen, nieuwe creatieve initiatieven en bedrijven die erin durven te investeren

Als rasechte Hollanders proberen wij natuurlijk de negatieve rafelrandjes op te zoeken van Maartens ideeën. Het klinkt allemaal prachtig, maar hoe krijg je de gemeente, samen met bedrijven en particulieren zover om samen te werken? We krijgen echter geen kans voor zwartkijkerij. Maarten is een antiklager. Als wij hem zo noemen, ontvangt hij dat als een compliment en schakelt meteen door naar een volgend project in Utrecht.

Vechtclub XL

Vechtclub XL aan het Merwedekanaal wordt gezien als een geslaagd initiatief in een stuk van de stad waar de bedrijven langzaam wegtrokken. Het is een broedplaats van creatieve ondernemers. Via crowdfunding en een lening van een bank konden ze starten. Een nieuwe experimentele economie krijgt daar vorm. En als bedrijven er interesse in tonen, zien wij een driehoek die elkaar versterkt: pioniers die initiëren, gemeentes die faciliteren en bedrijven die financieren.

We leven in een tijd dat mensen bang zijn. Dan staat het individuele belang voorop. Jij vraagt mensen verbindingen aan te gaan in de wijk, met elkaar. Dat kan stedenbouw toch niet oplossen?

“Natuurlijk kan een wijk door enkele ingrepen die wij voorstellen niet ineens de burgers veranderen. Ik maak me sterk voor burgers die vanuit hun eigen initiatief zaken voor elkaar krijgen. Ondernemende, creatieve mensen die een risico durven nemen. Daar kan geen planoloog tegenop. Maar ik weet zeker dat verdichting en inclusiviteit in een wijk geen problemen gaan opleveren, maar meer voorzieningen naar de wijk zal halen, waardoor de mensen alleen maar voordelen ervaren.”

Hoe bevalt het je eigenlijk tot nu toe als hoogleraar in Utrecht?

“Prima! Maar toen ik de eerste dag in Utrecht van het station naar mijn nieuwe werkplek op het Utrecht Science Park wilde fietsen, zag ik twee fietsongelukken. Het is niet normaal wat er door de Nobelstraat en de Burgemeester Reigerstraat moet fietsen. Wat dat betreft zouden we een grote sprong voorwaarts kunnen maken door te kijken naar steden als Kopenhagen. Daar fietst in de ochtend een stroom fietsers over de gehele breedte van de weg de ene kant op en ‘s avonds weer de andere kant op. Ik denk dat we de auto nog verder terug moeten dringen uit de stad. Ik denk dat daar een concurrentievoordeel voor Utrecht kan liggen.”

Je hebt vast wel een voorbeeld voor Utrecht waarin dit goed werkte.

Ik weet nog heel goed dat de stad autovrij was tijdens de Grand Départ van de Tour de France vorig jaar. Ik volgde de reacties op Twitter hierover en mensen waren idolaat over wat dat opleverde: een stad zonder auto’s. Je zou eigenlijk zulke dingen vaker moeten uitproberen. Dan ervaren mensen wat bepaalde beslissingen betekenen voor een stad. Ik denk dat als de stad autovrij is er ook meer mensen langer blijven hangen in de stad, wat weer goed is voor de omzet van winkels en horeca.”

“Neem nu de bereikbaarheid van het Utrecht Science Park. Vanaf het station is daar een hele route aangelegd, maar als je vanuit Amersfoort of De Bilt met het openbaar vervoer hier wilt komen moet je eerst een hele lus maken voordat je er bent. Dit moest natuurlijk worden aangepakt maar zo’n investering heeft door buitenom te gaan veel minder maatschappelijk rendement dan deze had kunnen hebben.

60.000 nieuwe bewoners? Da’s een makkie voor Utrecht

“En ik word echt enthousiast van LombokX, waar een internetondernemer niet alleen de verduurzaming van zijn eigen bedrijf oppakt maar ook bedenkt hoe hij dat voor de hele buurt kan realiseren. De energieke samenleving, noem ik dat. Dit soort initiatieven moet de stad, de gemeente dus, koesteren. En de universiteit en hogeschool zouden moeten proberen heel snel te analyseren wat we ervan kunnen leren. Dat maakt een stad leefbaar. En als bedrijven er de schouders onder gaan zetten, gaat het lopen.” 

De Gezonde Stad Utrecht

De IABR heeft een atelier in Rotterdam een Utrecht-atelier dat De Gezonde Stad wordt genoemd. Er zijn twee projecten gedefinieerd, het Merwedekanaal en Overvecht. Utrecht wordt gerekend tot een van de gezondste steden van Nederland, maar binnen de stad zijn de contrasten groot. De bewoners van Overvecht maken de hoogste zorgkosten van Nederland en hun levensverwachting is gemiddeld twaalf jaar lager dan in de direct aangelegen wijk Tuindorp.

Je wordt dus bepaald niet door angst gedreven, maar zie je dan wel gemiste kansen?

“Bij de huidige ontwikkeling van het stationsgebied verbaas ik me hogelijk over hoe de singels zijn teruggebracht. Wat een gemiste kans! Dat had een singel voor de flaneur moeten worden. Het is nu zo smal. Ja, het water is terug maar met een smal jaagpad ernaast waar je nauwelijks kunt wandelen. In de negentiende eeuw flaneerde de burgerij langs de singels. Die ambitie, de stad als verblijfplaats, als gebied van trotse uitwisseling, daar is nog winst te behalen. Kijk maar eens hoe dat in Seoul en Madrid is aangepakt. Daar vervingen ze een snelweg door een stadsrivier en park.”

Maarten staat op. Het is tijd. Daar gaat-ie weer. Snel een paar foto’s nemen, een paar luchtige opmerkingen en zoef, weg is hij. Als we het pand verlaten is hij alweer ergens met iemand in gesprek. Hij zwaait kort naar ons in het midden van een zin.

Tekst Carine van Santen en Gerrit Streekstra

Rectificatie: In de DUIC krant stond het kader Vechtclub XL per abuis als een quote van Maarten Hajer in de tekst. Dit was geen uitspraak van Hajer, maar van de schrijvers Carine van Santen en Gerrit Streekstra.

4 Reacties

Reageren
  1. Henk

    Hij spreekt zich wel een beetje tegen. Eerst zeggen dat Utrecht een lege stad is om vervolgens te eindigen met dat er te weinig ruimte langs de singel is om te “flaneren”. Nog even doorstuderen zou ik zeggen.

  2. Bram de Goede

    Gemeente begin in centrum Overvecht met het aanleggen van een mooie singel en bouw op de bedrijfsterreinen een wooonblok als Zijdebalen. Maak langs de singel werven met daarboven een fietsroute.

  3. Fab

    @henk het ‘jaagpad’ naast de singel is inderdaad een gemiste kans. Eruit komen als je er valt is niet te doen. Het is raar en smal ontworpen – misschien leuk voor de tekening – en het vraagt om ongelukken. Dat heeft niets met doorstuderen van de geinterviewde te maken maar vooral met de beperking van het blikveld bij zowel ontwerpers als opdrachtgever.

  4. Gerben

    Nou ik hoop niet dat dat de toekomst van Utrecht is, zelf vele jaren in beide steden gewoont en wat een verschil. De hyperfocus op alleen maar efficiëntie maakt veel stuk.

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).