Ooit was ik er getuige van dat u een vuilniswagen opende. Dat wil zeggen: u maakte als eerste een ritje in een vuilniswagen van Stadswerken, op een terrein ergens in Utrecht-West. Ik was aanwezig als journalist van Ons Utrecht, en zelfs mij, de u volledig onbekende Chrétien Breukers, stond u te woord alsof ik vanThe New York Times was. U vertelde me uitgebreid en vlammend over de fijne nieuwe wagen, die het werk van vuilnismannen (en taakgestraften) veel aangenamer zou gaan maken. Uw vest met reflecterende strepen stond mooi bij uw gele stropdas.
Toen u wethouder van onze stad was, opende u letterlijk alles. Niets was u te gek, overal was u bij. Van peuterspeelplaats tot begraafplaats en van kinderboerderij tot buurtcentrum, geen lint was u te min. Dat, gecombineerd met uw onveranderlijke uiterlijk, het universele kostuum van het ouderwetse liberalisme, verleende u een hoge knuffelfactor. Iedereen was gek op u, zonder dat u – zoals uw bijna-collega Henk Westbroek, bijvoorbeeld – uw afstandelijkheid hoefde te laten varen.
De reacties na uw voordracht waren unaniem lovend. Je zou zelfs kunnen zeggen: opgelucht. De algemeen gevoelde afkeer van de PvdA-apparatsjik Aleid Wolfsen werd nogmaals van stal gehaald, alsof alle journalisten en burgers hadden besloten om hun stokpaardjes (waar het Wolfsen betrof) voor de laatste keer extra mooi opgepoetst te laten opdraven.
En ja, ik weet dat Wolfsen het niet bepaald handig heeft gespeeld. Zijn imago van niet-daadkrachtige krantenversnipperaar hing jaren als een loden bal aan zijn been. Toch was hij, in het gebruik, een fijne burgemeester. Ik durf dat gewoon in het openbaar te zeggen. Ik mocht hem wel. Hij was ook een echte burgemeester, iemand die een beetje bóven de mensen stond. Dat hoort zo, vind ik. Zijn liefde voor kunst en cultuur was oprecht, en paste niet in het meestal wat cultuurloze, zure PvdA-schema.
Ondanks zijn vakkundigheid redde Wolfsen het niet. Gaat u, meneer Van Zanen, excellentie, het wel redden? Iedereen denkt nu van wel. Maar Utrecht is een slangenkuil en een apenrots in één. Utrecht is geen Amstelveen. Je hoeft hier maar één keer niet geknuffeld willen worden, of de horde springt boven op je. Ook op u, meneer Van Zanen, want de liefde van de Utrechter duurt niet eens altijd tot aan de voordeur.
Vijf jaar was u voorzitter van de VVD. U heeft te maken gehad met piranha’s als Rita Verdonk en Mark Rutte. Dat geeft een ondergrond. Wie deze mensen kan voorzitten, is politiek gezien een kruising tussen Hulk Hogan en Erica Terpstra. Daar staat tegenover, om met Nietzsche te spreken: ‘Wenn du lange in einen Abgrund blickst, blickt der Abgrund auch in dich hinein.’ Vertaald: Als je lang in de afgrond kijkt, dan kijkt de afgrond ook in jou.’ Bent u onbesmet uit deze slangenkuil gekomen? Dat wordt de komende jaren de vraag.
Was het uw concurrent en collega-politicus Henk Westbroek niet, die in een van zijn chansons opmerkte: ‘Vriendschap is een illusie / Vriendschap is een droom / Een pakketje schroot, met een dun laagje chroom?’ Ja, hij was dat. De messen zullen vanaf 1 januari voortdurend geslepen zijn. Gereed om, op een onbewaakt moment, in uw rug te worden gedreven. Er schuilt een Brutus in elke politicus. Bent u een Caesar? Wij gaan het zien.
Met een hartelijke groet,
Chrétien Breukers
Chrétien Breukers (1965) is dichter en publicist. Sinds 2000 woont hij Utrecht, een stad waar hij een grote liefde voor heeft opgevat. Hij schrijft regelmatig een open brief voor DUIC.
3 Reacties
ReagerenDe heer Van Zanen is verantwoordelijk voor 6 miljoen die alleen al verstookt is aan plannenmakerij in Amstelveen (lees Volkskrant 6/11 pg. 6). Aanwinst voor Utrecht die man (-:
“zure PvdA-schema” nee, da’s pas een schema. En hoezo cultuurloos? We hadden tot voor kort toevallig wel de enige professionele kunstenaar in de raad.
Chretien, dank voor je openlijk geuite waardering voor Aleid Wolfsen. Ongelooflijk hoe ook nu weer enkele ongelukkige incidenten tijdens het bewind van deze waardige bestuurder tot mega-proporties worden opgeblazen! Zijn optreden tegen vrouwenhandel verdient steun. Ik was maar wat trots dat ik hem op de Culturele Boekenzondag van 3 november in het Schiller Theater het eerste exemplaar mocht overhandigen van de nieuwste poëzie-verzamelbundel van de vereniging Taalpodium. Hij reageerde met een zinnig betoog over de waarde van poëzie en een zeer geslaagd eigen Utrecht-gedicht. Zijn zorgvuldige bejegening van mensen tijdens de jaarlijkse lintjesregen vond ik ook sympathiek. Aleid Wolfsen is gewoon een beschaafde man, maar veel Utrechters geven kennelijk de voorkeur aan een jofele gast als burgervader.