Geheime plekjes: De cameren van meneer Brunt | De Utrechtse Internet Courant Geheime plekjes: De cameren van meneer Brunt | De Utrechtse Internet Courant

Geheime plekjes: De cameren van meneer Brunt

Geheime plekjes: De cameren van meneer Brunt
Foto's: Bas van Setten
Een rijke advocaat liet in 1621 zestien ‘cameren’ bouwen voor arme weduwen: de Bruntenhof. Deze huisjes staan er nog steeds en zijn leuk om vanaf de straatkant te bewonderen. Maar neem vooral ook een kijkje in de verscholen, gemeenschappelijke binnentuin.

Een rijke advocaat liet in 1621 zestien ‘cameren’ bouwen voor arme weduwen: de Bruntenhof. Deze huisjes staan er nog steeds en zijn leuk om vanaf de straatkant te bewonderen. Maar neem vooral ook een kijkje in de verscholen, gemeenschappelijke binnentuin.

Wie wel eens met een stadsgids is meegelopen langs de groene singel heeft natuurlijk even stilgestaan bij het huisje Bruntenhof 14, direct achter het park Lepelenburg en het huis Lievendaal. De in steen uitgehakte en rood geschilderde vier van huisnummer veertien is gespiegeld. De gids vertelt dan meestal dat de steenhouwer/schilder in 1621, toen de huisjes gebouwd werden, dronken was en niet meer wist hoe je een vier moest maken. Bert Aanstoot, auteur van ‘De Bruntenhof’ (publicatie in Steengoed nummer 60, december 2016: uitgave van het Utrechts Monumenten Fonds. Prijs: € 2,50), geeft een andere verklaring. Namelijk de linkshandigheid van de ambachtsman; hij zou van rechts naar links gewerkt hebben. Maar dan zou hij toch 41 met een gespiegelde vier geschreven hebben? Hoe het ook zij, een wandeling langs de Bruntenhof en een bezoek aan de achtergelegen tuin, die overdag open is, is meer dan de moeite waard.

Frederik Brunt (1530-1622), een rijke vrijgezelle advocaat met veel bezittingen in Utrecht, liet de zestien huisjes of ‘cameren’ bouwen voor arme weduwen, van onbesproken gedrag, bij voorkeur rooms-katholiek zoals Frederik zelf. Zo’n huisje bestond inderdaad uit één kamer (en een niet-geïsoleerde zolder erboven), waarin zich een bedstee bevond en achterin een ‘secreet’ (een droge wc) dat op een beerput uitkwam. Huis nummer vijf is het hoofdgebouw, een opvallende verschijning in de overigens vrij uniforme gevelwand, met een mooie gebeeldhouwde ingangspoort. Dit huis, waar de regentenkamer van de Bruntenhof werd gevestigd, is veel ouder en stamt uit circa 1400. Frederik zelf woonde in het naburige huis Groot Lepelenburg.

Eén gulden
Na de dood van Brunt beheerde een stichting of ‘fundatie’ de cameren en het bestuur bestond lange tijd uit nakomelingen van Frederiks zusters en na 1756 uit anderen. Tot 1976 is er in de woningen en het type bewoonsters weinig veranderd. Restauratie en modernisering was echter dringend nodig en dit kon niet door de stichting betaald worden. Het Utrechts Monumentenfonds heeft de Bruntenhof toen voor het symbolische bedrag van één gulden overgenomen en de restauratie bekostigd. Sindsdien betalen de bewoonsters een bescheiden huur, en komt het onderhoud uit de rente van het overgebleven stichtingskapitaal.

De huisjes zijn aan de tuinzijde uitgebouwd, wat duidelijk zichtbaar is aan de knik in de dakhelling. Zo konden een douche, wc en eenvoudige keuken worden aangelegd. De bedsteden zijn gehandhaafd! Op de zolder is nu een slaapkamer en uiteraard is het dak geïsoleerd.

Ga na bezichtiging van de straatkant (Bruntensteeg 1-4 en Bruntenhof 5-16) vooral even de gemeenschappelijke tuin in, bereikbaar door het hek om de hoek in de Schalkwijkstraat, schuin tegenover het pand de Leeuwenbergh. Het is een formele tuin met een border direct achter de huisjes, vol met historisch verantwoorde vaste planten, en in het midden grasperken en wandelpaden, met een bronzen beeldje van de Utrechtse schrijver C.C.S. Crone (1914-1951) gemaakt door Hans Bayens. Met daarbij natuurlijk het bekende citaat ‘…en hoe verder hij ging, des te langer was zijn terugweg’. Loop even naar achteren – bedenk wel: daar komt ook nog de terugweg bij – waar bij het tuinhuisje twee bijzondere exotische bomen staan: de Judasboom links, die vroeg in de lente roze bloeit op het naakte hout, en de Amerikaanse doodsbeenderenboom, die zijn naam vooral in de winter eer aandoet als de knokige takken en twijgen zichtbaar zijn.

www.gildeutrecht.nl

1 Reactie

Reageren
  1. Niels Bokhove

    Altijd dezelfde fout: het is geen beeldje van C.C.S. Crone maar van de figuur in het titelverhaal van zijn bundel “De schuiftrompetter”. Daarom staat ie daar ook met een schuiftrompet. Crone trompetterde niet schuif maar schreef. Het staat ook duidelijk op de sokkel. Goed lezen is kennelijk nog steeds moeilijk.

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).