Geheimen van de stad: Jantje zag eens pruimen hangen | De Utrechtse Internet Courant Geheimen van de stad: Jantje zag eens pruimen hangen | De Utrechtse Internet Courant

Geheimen van de stad: Jantje zag eens pruimen hangen

Geheimen van de stad: Jantje zag eens pruimen hangen
Foto: Robert Oosterbroek / DUIC
Meld je aan voor onze nieuwsbrief Uw e-mailadres Aanmelden

Sommige tuinen van de huizen aan de Trans komen uit op het terrein achter ‘de Hofpoort’ uit de zestiende eeuw. Maar een tijdlang leidde de poort tot een middeleeuwse abdij, en later tot het provinciaal gerechtshof.

Komende vanaf Pausdam, langs de oneven kant van de Nieuwe Gracht in zuidelijke richting, staat tussen huisnummers 5 en 11 een zestiende-eeuwse poort, de Hofpoort. Oorspronkelijk was dit de oostelijke toegang tot de middeleeuwse Paulusabdij, maar na de reformatie zat hier het provinciale gerechtshof. Toen werd het de toegang tot het Hof van Utrecht, vandaar de naam Hofpoort.

De Pauluskerk was nog tot 1804 het onderkomen van het protestant geworden kapittel (een college van geestelijken) van Oudmunster. Zij hadden sinds de afbraak van hun kerk in 1587 op het Domplein (de contouren zijn zichtbaar in het plaveisel rond het standbeeld van Jan van Nassau) geen onderkomen meer. In 1707 werd de Pauluskerk grotendeels afgebroken.

Na de sloop van het overgebleven koor in 1804, liet het kapittel op die plek nog een nieuw kapittelhuis bouwen, maar met de komst van Napoleon werden de kapittels opgeheven.

Napoleon vorderde de gebouwen van de Ridderlijke Duitse Orde op de Springweg voor zijn gewonde soldaten. De orde kocht nu de gebouwen in de Hofpoort in 1836. Zij waren daar tot 1995 gevestigd, wat te zien is op zuilen naast het hek links, Hofpoort 4. Het witte schild met het zwarte kruis van de Ridderlijke Duitse Orde. Sinds 1995 wordt het huis particulier bewoond. De ridders hebben hun panden aan de Springweg teruggekocht en gerestaureerd.

Pruimenboom

In 1838 werd op de resten van de Paulusabdij het Paleis van Justitie gebouwd door de Utrechtse architect Christiaan Kramm. Bij een verbouwing in de jaren vijftig werd na bouwhistorisch onderzoek de zuidelijke transeptmuur van de kerk zichtbaar. Deze tufstenen muur met zijn kenmerkende ronde romaanse vensters is in de Hofpoort te bewonderen. We kijken dus aan tegen de binnenmuur van de zuidelijke dwarsarm van de kerk.

Grote delen van het voormalige abdijterrein werden in de zeventiende eeuw in percelen verdeeld en verkocht. De huizen in het gebied omsloten door de Nieuwe Gracht, Trans, Korte Nieuwstraat en Hamburgerstraat liggen op het voormalige terrein van de Paulusabdij. Sommige tuinen van de huizen aan de Trans komen uit in de Hofpoort en geven de poort een vriendelijke uitstraling.

De bewoners van het pand Trans 13 kwamen er tijdens de verbouwing van het huis achter dat het in de achttiende eeuw bewoond werd door Hieronymus van Alphen (1746-1803). Hij was advocaat in Utrecht en van 1780 tot 1789 procureur-generaal van het Hof van Utrecht. Hij hoefde alleen zijn tuin maar uit te lopen en dan was hij op zijn werk. In die tuin stond en staat nog steeds een pruimenboom. Hieronymus van Alphen was ook dichter en schrijver. Bekend werd hij vooral met zijn gedichtenbundels voor kinderen. Zijn bekendste gedicht is De Pruimenboom, dat hij schreef voor zijn zoontje. De eerste vier regels:

Jantje zag eens pruimen hangen
O!, als eieren zo groot
’t Scheen dat Jantje wou gaan plukken
Schoon zijn vader ’t hem verbood

Bron: De Paulusabdij, Hein Hundertmark en Kaj van Vliet. Uitgeverij Matrijs Utrecht.

Rondleiders van Gilde Utrecht vertellen in de serie Geheimen van de Stad over verborgen en onbekende plekken in de stad.

3 Reacties

Reageren
  1. Arjan Verhoeven

    Is er toevallig een foto van dé pruimenboom?

  2. Willemien de Haan

    Ik heb altijd begrepen dat Hieronymus van Alphen in de villa Oudwijk gewoond heeft, en dat om die reden het belendende plein het Van Alphenplein genoemd is.
    Wie weet hoe het zit??

  3. Hans Hazenbosch

    De website “Utrechtse dichterswoningen” bevat een PDF van een uitgebreid verhaal van C.C. van de Graft uit 1946 over de diverse woningen van Hieronymus van Alphen in Utrecht. De villa Oudwijk blijkt volgens dit stuk een laat door hem aangekochte “buitenwoning”.

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).