In het Vorstelijk Complex aan de Prinses Christinalaan organiseert de gemeente Utrecht op dinsdag 24 januari een bijeenkomst voor verzorgers en familieleden van mensen met dementie. De gemeente onderzoekt de ondersteuning van mensen met een vorm van dementie die thuis wonen voor toekomstig beleid. In Utrecht zal de komende jaren het aantal dementerenden van 3.000 naar 4.500 groeien (bron Alzheimer Nederland /TNO), terwijl de professionele verzorging zal krimpen.

Eén op de vijf mensen krijgt in zijn leven dementie. Nu woont meer dan 70 procent van de mensen met dementie thuis. Zij worden verzorgd door familieleden en vrijwilligers (mantelzorgers). Rond iedere patiënt zijn gemiddeld vier mantelzorgers intensief betrokken bij de begeleiding en zorg. Zij lopen grote kans om overbelast te raken. Voor de gemeente Utrecht reden om alvast te onderzoeken hoe de ondersteuning van dementerenden en hun verzorgers hierop kan inspelen. Het onderzoek is gericht op professionals, familieleden, vrijwilligers en ambtenaren. Uit het ‘Rapport Aanbod mantelzorgondersteuning’ van maart 2007 blijkt dat er onduidelijkheid bestaat over het aantal matelzorgers in Utrecht. Grootschalig onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau in 2002 kwam uit op een aantal van 45.000 matelzorgers van 18 jaar en ouder op jaarbasis terwijl kleinschaliger onderzoek van de GG&GD Utrecht uit 2006 op een aantal van 18 á 19.000 uitkwam. Voor de ontwikkeling van het beleid voor de ondersteuning van mantelzorgers, is het van belang om zicht te hebben op het huidige aanbod aan ondersteuning in de gemeente Utrecht.  Dit vormt de aanleiding voor het uitvoeren van dit onderzoek, waarmee de gemeente haar eerder benoemde regierol invulling geeft.

In de Wet maatschappelijk ondersteuning (Wmo) die op 1 januari 2007 in werking is getreden wordt het belang van mantelzorg erkend. De Wmo schrijft voor dat de gemeente het werk van mantelzorgers ondersteunt. Mantelzorg kan veel voldoening geven, maar vooral als de zorg langdurig is of heel intensief, kan het eigen leven ongezond  in de knel komen.