De gemeente Utrecht heeft de laagst mogelijke score gekregen voor toezicht op de kinderopvang. De Inspectie van het Onderwijs heeft Utrecht beoordeeld met status C, daarmee is Utrecht de enige Nederlandse gemeente die de laagste score heeft gekregen.

Ondernemers in de kinderopvang zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van de opvang die zij bieden. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het toezicht op en de handhaving van deze kwaliteit. De inspectie is van mening dat Utrecht haar wettelijke taken onvoldoende heeft nageleefd.

Op de website van het Nederlands Jeugd Instituut is de lezen dat in 2013 Utrecht 21 procent van de verplichte inspecties niet heeft uitgevoerd. In 2011 en 2012 was dat zelfs 81 procent. Naar verwachting gaat het de gemeente in 2014 opnieuw niet lukken om alle inspecties uit te voeren.

In beantwoording op de schriftelijke vragen van de PvdA en het CDA van 5 maart vorig jaar had het college toegezegd de inzet te hebben in 2013 de wettelijk verplichte acties uit te voeren. Dat Utrecht ernstig tekortschiet met het uitvoeren van het aantal wettelijke inspecties vinden het CDA, de PvdA en de VVD zorgwekkend en onaanvaardbaar. Raadslid Chantal Hakbijl: “Onze zorgen van vorig jaar blijken nu helaas terecht. De drie politieke partijen hebben gisteren weer mondelinge vragen gesteld.

PvdA-raadslid Gadiza Bouazani: “De Wet kinderopvang en kwaliteitseisen verplicht gemeenten inspecties uit te voeren op peuterspeelzalen en andere vormen van kinderopvang. Deze wet is er niet voor niets. Het komt bijna nooit voor dat een gemeente de laagste status krijgt toegewezen.”