Herinnering van Marieke Dubbeldam: Verliefd op de Vinex | De Utrechtse Internet Courant Herinnering van Marieke Dubbeldam: Verliefd op de Vinex | De Utrechtse Internet Courant

Herinnering van Marieke Dubbeldam: Verliefd op de Vinex

Herinnering van Marieke Dubbeldam: Verliefd op de Vinex
Foto: Robert Oosterbroek
Utrecht is een decor van mooie, ingrijpende, grappige of ontroerende herinneringen. DUIC gaat met Utrechters terug naar hun memorabele momenten.

Utrecht is een decor van mooie, ingrijpende, grappige of ontroerende herinneringen. DUIC gaat met Utrechters terug naar hun memorabele momenten.

Herinnering van

Wie? Marieke Dubbelman (42)
Herinnering: Verhuizing naar Leidsche Rijn, 12 jaar geleden

Zul je altijd zien: mensen die het hardst roepen dat ze in Leidsche Rijn nog niet dood gevonden willen worden, komen er het eerst terecht. Een paar jaar nadat Marieke Dubbelman en man Roel een etage aan de Damstraat hebben verruild voor een supermooi nieuwbouwappartement met uitzicht over de Billitonkade in Lombok, drukken buren hen in 2004 een folder in de hand. Van ‘fucking Vleuterweide’. “Wij gaan, gaan jullie mee?” Marieke verkondigt dat Vleuterweide bijna Woerden is, maar slaat toch aan het denken. Ze is zwanger van de tweede en een ruim huis met brede gang zou toch wel erg handig zijn. En waar moet ze anders naartoe? Vrienden gaan naar Utrecht-Oost of Oog in Al, maar dat is het ook niet, met klushuizen van vier ton. Ze staart naar de folder en ziet een foto die haar fantasie op hol brengt. Een open trap met bordes. In haar dromen ziet Marieke haar kinderen erop dansen en zingen. Met kriebels in haar buik vertrekt ze daarom op een druilerige dag naar de dan nog gigantische modderpoel van Leidsche Rijn. De brug over bij Douwe Egberts, onder het spoor door, de spoordijk over, rechtsaf een weiland in en dan immer gerade aus. Voor haar gevoel zit Marieke vanaf de dijk wel een kwartier in de auto. Ze ziet alleen maar weiland en zand, een paar plukjes huizen en een school die net wordt gebouwd. Het is mistig en het regent. Ze zegt tegen Roel: “Dit overleef ik niet.”

Verliefdheid hou je niet tegen. Het gezin besluit in het diepe te springen en vertrekt net als vele andere gezinnen naar de nieuwe wijk, waar het nog even duurt voor de droom werkelijkheid wordt. Het nieuwe onderkomen is in het begin vooral veel te groot. ’s Avonds zitten ze niet in de enorme woonkamer op de eerste verdieping, maar op het bankje in de kleine speelkamer beneden. De eerste anderhalf jaar wordt Marieke elke dag wakker van de stratenmaker en ‘achteruitpiepwagens’ en de klusbusjes rijden af en aan, want complete bouweilanden poppen uit de grond. De start is overleven. De kinderopvang is ver weg, haar baan bij Hart van Nederland is in Amsterdam, ze geeft borstvoeding en heeft een kind dat niet doorslaapt –Marieke is na vijf maanden Vinex totaal uitgeput. Ze kijkt Roel aan: dit kan zo niet. De journalist zegt haar baan op en begint thuis voor zichzelf. Voor haar neus ziet ze een samenleving ontspruiten. Er zijn jaren dat ze in een droomwereld leeft. Alles komt tot bloei. Het gaat goed met iedereen, de huizen zijn mooi, tuinen beginnen dicht te groeien en haar kinderen (uiteindelijk vier) kunnen hier heerlijk opgroeien. Maar er komen ook barstjes in de roze bubbel. Stellen gaan uit elkaar, mensen uit de buurt worden ziek of overlijden… Het echte leven komt om de hoek kijken.

Vinexvrouwtje
De Vinex fascineert. Hoe is het mogelijk dat je zo dicht bij een stad zo afgelegen kunt wonen?, vraagt Marieke zich af. Omdat een busrit naar de stad twintig minuten kost, koopt ze voor een jarige vriendin in de noodsupermarkt een ovenschaal met inhoud. Terwijde maakt je creatief. Ze besluit over Leidsche Rijn te bloggen. De teksten slaan aan en leveren nieuwe contacten op. Haar vierhonderdste Twitter-volger, die ze traditiegetrouw een natte keek komt brengen, wordt haar beste vriendin. Onder de naam Vinexvrouwtje krijgt Marieke een column in het AD Utrechts Nieuwsblad. Ze wordt zowaar het gezicht van de Vinex. Met als absolute hoogtepunt het verzoek om in 2014 de eerste paal van het winkelcentrum erin te draaien.

Op de zandvlakte die Terwijde dertien jaar geleden nog was.

Op een woensdagmiddag ziet een plein vol moeders en kinderen (gratis ijs!) hoe een lachende Marieke met bouwhelm haar kunstje doet. De sfeer is goed, totdat een vastgoedman zich tot Marieke wendt en zegt: “Wie denk jij wel niet dat je bent dat jij die paal erin mocht draaien?” Ze denkt: ‘Lulhannes, kijk eens om je heen. Al die moeders hier en ik kunnen jouw winkelcentrum maken of breken. Wie denk jij eigenlijk dat je bent, dat je hier in onze buurt mag komen? Jouw dikke auto is door alle mensen in deze wijk betaald’. Maar ze neemt een hap lucht en zegt: “Waarom zou ik dat niet mogen doen?” In een veel te grote partytent staat Marieke Dubbelman ineens haar territorium af te bakenen. Juist, op die plek waar ze vroeger nog niet… Afijn, ze leeft nog steeds.

7 Reacties

Reageren
  1. Yoshua

    Leuke reclame van Marieke, maar ik weet zeker dat ze een klein beetje erg jokt.
    Ik ken het Utrechtse ”Almere” uitsluitend toen het nog weilanden waren en het de naam Vleuten de Meern had.
    Ik ben er de laatste twintig jaar niet meer geweest en het boeit me ook echt niet, van vrienden hoor ik dat ze naast Brabanders of Drenten wonen.
    20 minuten reizen met de bus, dan kun je beter in Zeist gaan wonen en omgeving.
    Geef mij maar Lombok dat is mooier dan Leidsche Rijn.
    Marieke doet haar best maar om Vleuten De Meern te promoten,maar het zijn en blijven boerendorpen waar Utrechters niet moeten willen wonen.

  2. Ihsan

    Leidsche Rijn.
    Als ik op bezoek wilde was ik ruim een uur ondeweg. Eindeloze zandvlaktes en geen mens te bekennen. Het mag duidelijk zijn dat ik mijn vrienden die erheen verhuisden direct kwijt was. Het was een soort moeras waar Utrechters in verdwenen om nooit meer wat van te vernemen. Kilometerslange straten met honderden identieke karakterloze gele bouwdozen, precies omgevallen flats. Na 15 jaar herken ik de straten van mijn familieleden nog niet. Geen verspringingen, geen details, geen tussenruimtes, geen speelruimtes. Alles netjes binnen de lijntjes. Spelen kon er zeker, tot de zandvlakten bebouwd werden. Ze zeggen dat er parken zijn in Leidsche Rijn, maar volgens mij zijn ze gewoon vergeten een groot deel van de wijk uit te werken. Het ene ‘park’ is niet meer dan een paar ontoegangkelijke weilanden, het andere is een betekenisloos grasveld tot aan de horizon. In beide parken zijn meestal geen mensen te zien, laat staan kinderen. En dat lijkt mij ook maar goed ook, afgaande op het nieuws over bedreigingen, aanrandingen en berovingen. Van familieleden die erheen zijn verhuisd hoor ik hoe nep en gemaakt de samenleving er aanvoelt, hoe inkomensverschillen pijnlijk voelbaar zijn in het straatbeeld.
    De VINEX was een grote fout. Alle kennis en ervaring die was opgedaan met stedenbouwkundige experimenten met menging en hoge dichtheid in de jaren 70 werd in de decennia daarna spottend weggezet als ‘nieuwe truttigheid’. De overheid liet zich voor het karretje spannen van het snelle geld, en de monotome suburbanisatie werd een feit. Gedwongen door de crisis kwam men dan weer tot de realisatie dat een stad meer is dan straten met woonhuizen.
    Laten we leren van onze fouten, en ons niet laten verblinden door het kortetermijn denken van de markt. Nu de crisis voorbij is heeft de gemeente de taak om in nieuwe stedenbouwkundige opgaven de menselijke maat te bewaken. De invullingen op het Veemarktterrein stemmen mij optimistisch voor de toekomst.
    Er zijn trouwens wel enkele sucesvolle, karaktervolle VINEX wijken, zoals IJburg.

  3. K.

    Met het boekje ‘De mooiste Vinexwandelingen’ in de hand ben ik een paar weken geleden een wandeltocht begonnen vanaf station Leidsche Rijn naar Station Vleuten.
    Natuurlijk werd overal nog druk gebouwd en wegen e.a. aangelegd, maar ik was zeer verrast door het vele groen, de ruimte, de variaties in de gebouwde woningen, de vriendelijkheid die uit veel wijken me tegemoet straalde..
    bij Terwijde aangekomen werd het hier en daar wat dicht en donker n.a.v. de hoogte vd donkere bakstenen, maar bij ca het Maxima park was die ruimte er weer.
    Alle negativiteit die ik eerder had, is verdwenen..

  4. Paul Kurstjens

    Ach ach, wat een hoop oordelen en veroordelen over Vinex. Doe me een plezier en ga onbevooroordeeld wandelen in 10 vinexwijken met mijn wandelgids ‘De Mooiste vinexwandelingen’ waar Marieke overigens ook een bijdrage aan heeft geleverd.

  5. Gregor

    Het is het een of het ander: Je kan een gehorig rijtjeshuis uit de jaren 60 met 110 m² in Oog in Al voor 6,5 ton kopen, waar je de buren hoort kuchen en het toilet horen doorspoelen en waar je tuin op het noord-oosten gelegen is. Een wijk waarin ouders dreigen met advocaten als hun kroost niet op het Dominicus wordt toegelaten en waar je kinderen nog steeds niet veilig over de stoep kunnen lopen omdat alle auto’s daar half op zijn geparkeerd. Of je fiets vanaf diezelfde wijk maximaal 15 minuten westwaarts, waar je een woning tot je beschikking hebt voor circa 185m² met een tuin op het zuidwesten en parkeren op eigen terrein, waar je kinderen veilig kunnen fietsen en wandelen omdat alles gescheiden is voor het autoverkeer en waarbij je geen files meer hebt op de Joseph Haydnlaan. Dit alles voor circa 5 ton. En dan ook nog met 2 treinstations om de hoek die je in 5 (!) minuten op CS of 7 minuten op Ledig Erf brengt! Laat ze maar lullen zou ik zeggen.

  6. Ihsan

    @Paul, wat doet je vermoeden dat ik niet door VINEX wijken in heel Nederland heb gelopen? In mijn vrije tijd en voor mijn studie stedenbouw heb ik Leidsche Rijn, Houten-Zuid, Vathorst, Nieuwland, IJburg, Ypenburg, Galecop en Brandevoort bezocht. Leuker dan Volendam staat in de beschrijving van uw boek. Dat is simpelweg lachwekkend. IJburg en Brandevoort hebben nog een soort van karakter, maar VINEX ala Leidsche Rijn is mogelijk de meest inspiratieloze vorm van stedenbouw. De buitenlandse studenten vergapen zich op de reisjes! Het kan best zijn dat er in een VINEX wijk een handvol mooie wandelingen te maken zijn. In een historische wijk of in een kronkelende bloemkoolwijk zijn echter bijna alle routes prachtig. Dat zegt ook iets over de kwaliteit van de stedenbouw.

  7. Ed

    Marieke schrijft niet over het feit of de stedenbouwkundige opzet van Leidsche Rijn (niet Vleuten of De Meern) volgens de normen van een enkeling zijn, maar over haar ervaringen als pionier / bewoner van Leidsche Rijn. Dat doet zij al jaren, en vaak op geestige en kritische wijze. Voor wie er oog voor heeft, zijn haar ervaringen en frustraties heel herkenbaar; of je nou in Leidsche Rijn woont, of in ‘de oude stad’, want projectontwikkelaars, voorlichters, ambtenaren, ze reageren overal hetzelfde (en meestal zoals de aangehaalde vastgoedman).
    Blijkbaar heeft niet elke reageerder begrepen wat Marieke schreef en schrijft. Wij waarderen haar in ieder geval wel.

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).