Het Jaar van het Calamiteitenhospitaal: Reconstructie van een snelle openstelling Het Jaar van het Calamiteitenhospitaal: Reconstructie van een snelle openstelling

Het Jaar van het Calamiteitenhospitaal: Reconstructie van een snelle openstelling

Het Jaar van het Calamiteitenhospitaal: Reconstructie van een snelle openstelling
Foto: Bas van Setten
In Het Jaar Van interviewen we verschillende Utrechters waarmee we terugkijken op het afgelopen jaar en bespreken we bijzondere gebeurtenissen of ontwikkelingen. Tot en met de laatste dag van het jaar 2019 verschijnen er dagelijks verhalen in deze rubriek.

In Het Jaar Van interviewen we verschillende Utrechters waarmee we terugkijken op het afgelopen jaar en bespreken we bijzondere gebeurtenissen of ontwikkelingen. Tot en met de laatste dag van het jaar 2019 verschijnen er dagelijks verhalen in deze rubriek.

In maart 2019 wordt Utrecht opgeschrikt door een aanslag. In een tram op het 24 Oktoberplein opent iemand het vuur op onschuldige mensen en wat volgt is een klopjacht op de verdachte. Urenlang is de stad op slot en is er veel onduidelijk. De slachtoffers worden in allerijl naar het UMC Utrecht gebracht waar het Calamiteitenhospitaal wordt geopend. De chaos buiten is groot, maar in het ziekenhuis gaan de protocollen in werking.

De pieper in de zak van traumachirurge Mirjam de Jong (46) gaat maandagochtend 18 maart hard af. De Jong weet direct: alles uit de handen laten vallen en naar de spoedeisende hulp. Haar collega gaat vast vooruit en belt haar enkele ogenblikken later alweer op: “Er is een schietpartij geweest. Eén slachtoffer is onderweg, maar er komt er nog een aan.” Een verpleegkundige vraagt op hetzelfde moment aan De Jong of het Calamiteitenhospitaal open kan. Natuurlijk kán dat, denkt De Jong, maar is het ook nodig?

De Jong moet inschatten of het hospitaal open moet en belt naar de meldkamer waar op dat moment de 112-meldingen binnenstromen. Ze probeert uit te zoeken wat er aan de hand is op het 24 Oktoberplein in Utrecht. “Wat is er gebeurd, hoeveel slachtoffers zijn er en worden er nog meer verwacht?”, vraagt De Jong aan de Meldkamer. Meer dan tien slachtoffers, wordt uiteindelijk geschat aan de andere kant van de lijn. De Jong weet genoeg: het Calamiteitenhospitaal gaat open. Ze vraagt snel toestemming aan de raad van bestuur en het computergestuurde personeelswaarschuwingssysteem kan in werking: de telefoon gaat net zo lang af tot er genoeg medewerkers hebben opgenomen en naar het hospitaal zijn gekomen.

Op dat moment is de eerste gewonde van de aanslag net binnen. Tien minuten later is het Calamiteitenhospitaal up and running. Volgens de regels moet het hospitaal binnen een half uur operationeel zijn, maar op deze maandagochtend gaat het allemaal net wat sneller.

(Tekst loopt door onder afbeelding)

De petten

In het Calamiteitenhospitaal wordt gewerkt met verschillende petten. Die staan symbool voor de rangen. Eén traumachirurg, een zorgcoördinator, een beveiliger en een informatiemanager zetten een zwarte pet op en zijn in control. Vervolgens komen de rode petten in actie die speciaal zijn getraind om de verpleegkundigen te coördineren en wegwijs te maken in het calamiteitenhospitaal. Zij weten de weg en zijn het best op de hoogte van wat er moet gebeuren om daar te kunnen werken. De groene petten zijn de artsen die een coördinerende en superviserende taak krijgen. De rest van de verpleegkundigen en artsen die zich aanmelden gaan de patiënten opvangen zoals zij dagelijks ook doen in het ziekenhuis, alleen dan nu op een andere plek. Intussen wordt opvang geregeld voor familieleden van slachtoffers zodat de hulpverleners alle ruimte hebben om hun werk te doen.

Het is als een militaire operatie en uit allerlei hoeken komt er hulp. “We zijn door veel collega’s uit andere ziekenhuizen actief benaderd of ze moesten komen. Zo kwam een collega uit het Antonius Ziekenhuis die ik ken spontaan naar ons toe. Chirurgen die dit soort trauma kunnen opereren hadden we hard nodig als er veel slachtoffers zouden komen.”

Uitgebreide en frequente trainingen met en zonder LOTUS-patiënten (acteurs) zorgen voor de nodige kennis en ervaring. Bij een ramp weet iedereen wat er wordt verwacht. En de traumachirurg, op dat moment ook de medisch manager, houdt in de gaten of dat ook echt gebeurt.

“Het was een hectische dag. Maar dit soort letsels kom je met regelmaat tegen op de spoedeisende hulp van een level 1 traumacentrum. Dagelijks zien we heftige dingen die je ook kunnen bijblijven”, vertelt De Jong. Ze pauzeert even en vervolgt dan: “Wat het anders maakte, was dat het zo dichtbij was. Medewerkers stonden te wachten op slachtoffers, maar maakten zich op dat moment ook zorgen om hun eigen gezin. Op social media ging ook van alles rond. Dat had flinke impact.” De Jong besluit dat er ook politie nodig is bij het hospitaal. Als een schutter namelijk gewond zou raken, wordt ook die naar het ziekenhuis vervoerd. “Een dader moet je apart leggen, maar ook het personeel moet zich veilig voelen, de dader kan immers nog bewapend zijn.”

(Tekst loopt door onder afbeelding)

Emotie

De emotie die bij een echt incident naar boven komt is niet te trainen. “De week voorafgaand aan de openstelling was al vrij heftig geweest met zware ongevallen. Vervelende dingen die je niet in de koude kleren gaan zitten”, vertelt De Jong. De impact na de aanslag kwam daarbovenop, maar was ook anders. Iedereen wordt later die week bij elkaar geroepen en er wordt nog eens gewezen op het peer supportsysteem – waar medewerkers kunnen napraten na heftige gebeurtenissen.

Het was nodig. Het stempel terrorisme en de onzekerheid zorgden ook in het ziekenhuis voor onrust. Een paar nachten niet slapen na een heftige dienst is menselijk. Maar het moet daarna wel weer snel beter gaan. De Jong: “Wij vangen hier dagelijks klappen op. Dat is ook je werk. Maar het is soms goed om te beseffen dat het wel wat met je doet. We zijn in de zorg goed om te zorgen voor anderen en gewend om onszelf weg te cijferen, maar we moeten soms meer aandacht aan elkaar besteden.” Het verschil maken, het onverwachte – dát is wat het werk als traumachirurg of -verpleegkundige zo uitdagend maakt. “Afgelopen maandag hadden we ook zo’n dag”, vertelt De Jong. “Alle ballen moesten in de lucht worden gehouden. Ik rende letterlijk van de ene plek naar de andere en toen ik mijn collega aan het eind van de dag tegenkwam zeiden we tegen elkaar: hier doen we het voor.”

(Tekst loopt door onder afbeelding)

Historie

Bij de nieuwbouw van het Centraal Militair Hospitaal werd ook een noodhospitaal gebouwd binnen het UMC Utrecht – toen nog bekend als het AZU. Het was nodig om eventuele militaire slachtoffers op te vangen, maar was ook geschikt voor rampen. Bij het uitbreken van de Golfoorlog in 1990 werd het Calamiteitenhospitaal versneld afgebouwd. Het Calamiteitenhospitaal is inzetbaar bij situaties van oorlog, ongevallen, aanslagen of waarin de Nederlandse overheid hulp aanbiedt bij de medische opvang van buitenlandse slachtoffers van ongevallen in het buitenland. Ook zijn een beperkt aantal patiënten met een bijzondere infectieziekte op te vangen in het hospitaal. Het Calamiteitenhospitaal ging dit jaar twee keer open. Op 18 maart na de tramaanslag en in november voor een arts die in isolatie wordt behandeld voor Lassakoorts. De afgelopen jaren ging het hospitaal voor verschillende calamiteiten open.

Jaar     Aantal patiënten       Reden openstelling  

2018    11                                Brand in woon- en zorgcentrum, Breukelen

2015    70                                Evacuatie VU Medisch Centrum, Amsterdam

2015    1                                  Verdenking ebola patiënt, Utrecht

2014    1                                  Nigeriaanse Ebola patiënt UNMIL, Liberia

2014    11                                Ongeval met platte kar, Waardenburg

geen Reacties

Reageren

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).