De culturele sector in Utrecht is aan het veranderen. Het Werkspoorkwartier lijkt langzaam dé culturele broedplek voor de stad te worden, een ruime uitvalsbasis zonder omwonenden die vroeg naar bed gaan. In januari hebben Omar Waseq en Paul de Brabander allebei net de sleutels van hun nieuwe panden in het gebied – voor een ondernemer vaak de start van een tumultueuze tijd. Keihard werken om ambities waar te maken; Dit is hun jaar.
Omar Waseq begon het jaar met het doorhakken van een knoop: “Ik ga mij de rest van mijn leven inzetten voor het nachtleven. Dit ga ik doen en niet meer omkijken. Dit is waar ik energie van krijg.” In april opende hij Kabul à GoGo – de grootste nachtclub van Utrecht en zijn vierde onderneming. Twijfel was er wel, nadat zijn eerste onderneming, het Filmcafé, in vlammen ging. “Maar dit is waar ik voor gemaakt ben, het lot is bepaald.”
Ook Paul de Brabander begon het jaar met een besluit: na veel wikken en wegen gaat hij toch door met zijn dB’s Studio. Al twintig jaar vormen zijn oefenstudio’s, concertzaal en café het thuis voor muzikale niches en kleine bands in Utrecht. Maar hij moest weg uit het geliefde CAB-gebouw in de Cartesius Driehoek vanwege de bouw van nieuwe woningen. Een hard gelag, zegt De Brabander: “Voor veel mensen was het een hele bijzondere plek. Er zijn trouwerijen en begrafenissen geweest, mensen zwanger geraakt en er is heel, heel veel goeie muziek gemaakt.”
Tekst loopt door onder de foto
Verbouwingen
Voor beide ondernemers begon 2024 met het verbouwen van hun nieuwe locaties. Bij Kabul à GoGo moest onder andere de hele licht- en geluidsinfrastructuur opnieuw. “In een groot pand weet je dat alles tien keer zo veel gedoe is”, vertelt Waseq. Toch vielen hij en zijn team van hun stoelen toen ze hoorden wat het ging kosten om alleen al de speakers met elkaar te verbinden. “14.000 euro aan bekabeling! Hoe kan dat zo duur zijn?” Voor de zakelijke evenementen moest er rondom de ruimte gordijnen komen te hangen. “Thuis is dat 800 euro”, blikt Waseq terug. “Maar hier moet het brandveilig zijn. Dan ben je 140.000 kwijt.”
Nadat De Brabander op 1 januari de sleutel van ‘zijn’ nieuwe gebouw kreeg, was er weinig tijd om achterover te leunen, vertelt hij: “Mijn team en ik begonnen meteen met rennen.” 1 mei moest het oude gebouw namelijk leeg zijn. Dat betekende haast, waar nog een paar tegenslagen bovenop kwamen. “Extra sloop, een vloer die steviger moest en leveringen die veel later kwamen. Dat levert uitstel op.” Het bedrijf achter het brandalarm haakte af. “Dan moet je een nieuwe partij zoeken en ben je weer zes weken verder.”
De hype was groot
Nog tijdens de verbouwing van Kabul à GoGo kwam Waseq in een soort mediastorm terecht. “De Volkskrant, NRC, regionale media – iedereen belde voor interviewverzoeken”, vertelt Waseq daarover. Op 12 april wil de club haar deuren namelijk openen met een spectaculair openingsfeest van 56 uur. “We wilden diverse geluiden laten horen, het werd een gigantische klus.” Daarover staat een moment hem in het bijzonder bij: “Een half uur nadat de kaartverkoop was begonnen, zaten mijn team en ik in de zon. Opeens waren er al 700 kaarten verkocht. Toen beseften we: dit gaat goed komen.”
“De hype was groot”, gaat de ondernemer verder. “Groter dan we ooit gedacht hadden. Heel Amsterdam en Rotterdam wist ervan. Andere feesten gingen erop anticiperen door hun planning aan te passen.” En toen was het moment daar: “Ik heb nog nooit zoveel genoten van Utrecht. 2000 mensen golvend op en neer zien gaan op een clubavond. Dat is magisch en maakte het allemaal waard.”
Des te groter was de val die volgde. “Je verwacht het deels, maar toch heb ik mij erin vergist”, geeft Waseq toe. Niet alleen nam de kaartverkoop af, ook de andere inkomsten lieten op zich wachten. Die hadden vooral uit zakelijke verhuur van het pand, onder de naam Gietijzer, moeten komen. “Dat heb ik bij het Filmcafé ook gedaan, dus dat moest goedkomen.” Maar het grotere pand van Kabul bleek een hele andere markt aan te spreken. Grotere evenementen die langer van tevoren georganiseerd worden. “Daardoor bleef de agenda tijdens de zomer te leeg terwijl de kosten doorliepen.”
“Dit was mijn verkeerde inschatting”, vertelt Waseq, “Het ging echt slecht, en dat neem ik mezelf kwalijk. Dat het Filmcafé afbrandde, zal mij altijd bijblijven. Maar dit kon ik mijzelf aanrekenen, en dat maakte het echt zwaarder. Het deed nog meer pijn, ik slaap er nog steeds slecht van.” Ook de impact op het twintigkoppige management was groot. “Maar zij hebben Kabul er doorheen getrokken, ze vinden het concept te mooi om te laten vallen.” De facturen mochten later betaald worden, en het management ging zelfs nachten achter de bar staan. “Dat ben ik ze eeuwig dankbaar.”
Hoge kwaliteit geworden
Twee weken na de opening van Kabul à Gogo hield dB’s juist hun afscheidsfeest. “Een heel groot, leuk feest”, aldus De Brabander. “Allemaal bands die bij ons hoorden, dj’s en onbeperkt drankjes. Het was hartstikke leuk.” Daarna gingen de oude deuren dicht en de nieuwe pas maanden later open. Het nieuwe gebouw was door alle tegenslagen niet op tijd af. “Dat is vervelend, en er zijn grote zorgen geweest, maar je moet door.” En dus begon de verhuizing. “Medewerkers en vrijwilligers hebben dagenlang hard gewerkt.”
Na alle tegenslagen is het ook De Brabander en zijn team gelukt. Sinds een paar weken trillen de gitaarsnaren en drumvellen weer, en vloeit het bier door de nieuwe leidingen. De oefenruimtes en concertzalen zijn in gebruik. “We hebben echt goede ruimtes gebouwd. De isolatie is goed, het geluid lekt niet”, vertelt De Brabander tevreden. “Het klinkt ook erg goed. Het is hoge kwaliteit geworden en daar is iedereen over te spreken.”
Een nieuw gebouw betekent voor dB’s ook nieuwe kansen. “De winst is dat het veel groter is. Er kunnen meer bands oefenen, dat is het belangrijkste”, vindt De Brabander. Ook is er een professionele keuken bij gekomen, en is het terras groter. “En nog steeds is er ruimte beschikbaar. Dat geeft veel mogelijkheden voor mensen en stichtingen die met muziek bezig zijn.” Het moet leiden tot nog meer kruisbestuiving tussen artiesten. “We willen een centrale rol spelen in het verbinden van muziek. Dat is het mooiste wat er is.”
Helemaal af is dB’s nog niet. “Nu het draait, laten we de andere werkzaamheden even op pauze staan. We zijn allemaal moe”, aldus De Brabander. “Het vaste goede voornemen om goed voor mijzelf te zorgen, is niet helemaal gelukt.” Het belangrijkste wat nog moet gebeuren, is het oude gevoel terugkrijgen. “Dat mis je soms wel een beetje, het moet hier opnieuw in slijten.” Nu het publiek weer terug is, weet hij dat het gaat lukken. “De mensen zijn nog hetzelfde. Het wordt weer een plek waar warmte, muziek en liefde is.”
2025
De nieuwe, iets grotere concertzaal van dB’s is tot mei volgeboekt. “Er kunnen nu 220 mensen in. Het blijft een kleine zaal want we zijn de onderkant van de keten”, zegt De Brabander. Maar dat biedt volgens hem juist een plek aan de gemeenschappen die er echt voor gaan. “Met onze zaal kunnen we de kleine bands een podium geven, van metal tot rockabilly. Dit is een plek waar ze kunnen komen optreden.”
Hemelsbreed is dB’s niet ver verplaatst, maar waar ze eerst aan de rand van het werkspoorkwartier zaten, zitten ze er nu middenin. Of het de nieuwe culturele hotspot van Utrecht wordt? “Ja, dat zeggen ze dan,” zegt Den Brabander. “Het is zaak dat het gebied nu een rol gaat spelen in Utrecht. Iedereen die iets leuks wil doen op een andere manier, moet hier naartoe komen.”
Ook voor Waseq ziet het nieuwe jaar er goed uit. Sinds de herfst gaan de zaken een stuk beter. “De kosten die we hebben gemaakt, zijn voor een groot deel afbetaald. Het verloopt volgens plan.” Ook de agenda voor 2025 stemt hem optimistisch. “Dan pas kunnen we Utrecht laten zien wat Kabul à GoGo kan zijn. Ik voel me weer net zo opgewekt als een jaar geleden.”
Wat Waseq betreft geldt het goede vooruitzicht ook voor het Werkspoorkwartier. “Ik vind hier een bepaalde rust.” Zijn theatercafé Teatro, dat in de Binnenstad zat, heeft hij na een burenconflict over geluidsoverlast ook deze kant op gehaald. “Dat gaat toch aan je knagen, daar wilde ik van af.” Hier staan de neuzen volgens Waseq juist dezelfde kant op. “Het is een warme wijk, ver van de bewoonde wereld, waar niemand last van ons heeft. Het gaat iets moois worden.”
2 Reacties
ReagerenZo dan wat krijgt fopondernemer Omar toch enorm veel exposure op duic!
Fantastische plekken. Zou sowieso niet zo snel meer de binnenstad ingaan voor horeca en cultureel aanbod. In Cartesius is nu al een beter aanbod te vinden.