HET ZANDPAD
Liefde was het niet: al op de eerste dag lag alles
alweer woest en leeg. De gestage stroom van rubber,
chroom en middenstandszaad – verdwenen, alsof
hij er nooit was geweest. Vlak voor de brug
sloegen we af, rondden de nauwe bocht vol rode
klinkers, onderaan de helling weer naar rechts,
op weg naar het keerpunt. De boten lagen bladstil,
wachtend op een nieuw begin, een eeuwig stampen,
rollen, te water gaan. Keurig opgemaakte bedden.
Schone spiegels aan de wand. De ramen blonken.
Jij dacht aan de afwezigheid van leer en kant,
ik zag een automatiek waar net de laatste snack
getrokken is, verorberd, klaar en liefde is dat nooit
geweest. Maar deze stilte sist: dit is verraad.
Ingmar Heytze
Het Utrechts Dichtersgilde dicht voor en over de stad (en de provincie). In samenwerking met DUIC zal dit de komende 20 weken tot 20 nieuwe gedichten leiden over de Utrechtse actualiteit.
3 Reacties
ReagerenIngmar aan zee.
Het kan niet mooier!
Waarschijnlijk het eerste sonnet over het Zandpad, zij het buiten bedrijf. Het beeld van de lege automatiek spreekt me wel aan. Evenals het laten rijmen van verraad op ‘middenstandszaad’ (hoe verzin je het). Puik gedicht, Ingmar.
Een doodsbed heb je daar beschreven. Ik dacht aan Komrijs “Dodenpark”: “Je dacht wellicht aan zeer bezwete negers (…). Ikzelf keek door de heg naar de maan.” Was ook weer het herlezen waard.