Het Utrechtse bedrijf i-did steekt kleding in een nieuw jasje | De Utrechtse Internet Courant Het Utrechtse bedrijf i-did steekt kleding in een nieuw jasje | De Utrechtse Internet Courant

Het Utrechtse bedrijf i-did steekt kleding in een nieuw jasje

Het Utrechtse bedrijf i-did steekt kleding in een nieuw jasje
Foto's: Isabella Hesselink
Duurzaamheid betekent meer dan alleen milieu: het is ook verantwoordelijke productie en consumptie, het terugdringen van werkloosheid en het verminderen van armoede. Dit wist Mireille Geijsen in 2008 al, toen ze i-did oprichtte – een duurzaam bedrijf waar afgedragen kleding een tweede leven krijgt. Mensen die moeilijk aan de bak komen, krijgen hier de kans om aan de slag te gaan. 

Duurzaamheid betekent meer dan alleen milieu: het is ook verantwoordelijke productie en consumptie, het terugdringen van werkloosheid en het verminderen van armoede. Dit wist Mireille Geijsen in 2008 al, toen ze i-did oprichtte – een duurzaam bedrijf waar afgedragen kleding een tweede leven krijgt. Mensen die moeilijk aan de bak komen, krijgen hier de kans om aan de slag te gaan. 

Het tikken van de naaimachines klinkt door het pand. Aan de zijkanten liggen hoge stapels met stoffen en vilt. Verscholen achter het fietsendepot aan de Kanaalweg zit het bedrijf i-did. Hier krijgt afgedragen kleding een tweede leven: van KLM-jasjes worden tassen en kofferlabels gemaakt, alleen de groene kleur van een portemonnee doet nog denken aan oude legerkleding en doktersjassen eindigen als etuitjes.

“Ik zag dat veel voorraden van modemerken overbleven en vroeg mij af wat daarmee gebeurde”, vertelt Geijsen. “Het is voor bedrijven ook duur om het in een magazijn te laten liggen. We hebben toen gekeken of we daar als atelier iets mee konden doen en zijn van restanten nieuwe producten gaan maken.”

Een ontwerper van i-did boog zich in het begin van het bedrijf over overgebleven stoffen waaruit een heel nieuw kledingstuk werd gemaakt. Hierbij werd samengewerkt met vrouwen met een migratieachtergrond die in Nederland maar moeilijk aan een baan konden komen. Bij i-did kregen ook zij de kans om aan de slag te gaan als naaister. Geijssen vertelt: “Een Koerdische vriendin is als vluchteling naar Nederland gekomen en ik zag bij haar hoe moeilijk het was om hier mee te doen. Hierdoor ging ik nadenken over oplossingen hoe deze mensen toch weer deel kunnen nemen aan de samenleving.”

(De tekst loopt door onder afbeelding)

Moeilijke start

Maar het bedrijf liep niet goed en haar werd verteld dat ze het niet zou gaan redden. Niet iets wat ze wilde horen. “In 2012 had ik een moeilijk jaar en leerde ik – al ging ik op mijn kop staan – mijn bedrijf op deze manier niet zou overleven. Maar ik geloof dat dingen altijd met een bepaalde reden gebeuren. Ik heb veel meer rust gevonden doordat ik leerde me niet alleen maar blind te focussen.”

i-did werd in 2013 in een nieuw jasje gestoken. Het product veranderde, net als de werkplek; De Pastoefabriek werd ingeruild voor een groter industriepand aan de Kanaalweg. Waar Geijsen aan het begin alles zelf deed, is het bedrijf inmiddels gegroeid. Er is een vast team, dat wordt ondersteund door een wisselende groep naaisters. Ook is er ruimte voor mensen die heel lang niet meer of zelfs nooit gewerkt hebben. “Je doet hier mee als vrijwilliger en in ruil krijg je een naaiopleiding”, legt Geijsen uit.

i-did richt zich nu vooral op samenwerking met andere bedrijven. Zo wordt van afgedankte bedrijfskleding, die normaal gesproken verbrand wordt, weer een nieuw product gemaakt. “Bedrijven zijn daar blij mee, want die zien hun bedrijfskleuren weer terug in het product”, vertelt Geijsen.

Het product veranderde, net al de werkplek. i-did had een schot in de roos door te werken met vilt. “We hadden hier wat vilt liggen. Het was net op het moment dat de plastic tas eruit ging. Ontwerpers die over de vloer kwamen, zagen de vilten tas hier liggen en vonden het ontwerp heel gaaf. Vilt zelf is eeuwenoud, maar gerecycled vilt werd nog niet gebruikt voor designproducten”, vertelt Geijsen. “Wij liepen daarin voorop.”

(Tekst loopt door onder afbeelding)

Wegwerpartikel

Geijsen wil de verspilling van kleding onder de aandacht brengen. “Het is waanzinnig hoeveel er verbrand wordt. Zeker als je beseft dat textiel een van de grootste ecologische voetafdrukken heeft. De modewereld moet echt nog van heel ver komen”, zegt Geijsen bevlogen.

“We hadden het idee om materiaal uit een laagwaardig segment te gebruiken en daar design aan toe te voegen. Hierdoor laten we iedereen ook zien dat het eigenlijk een heel kostbaar materiaal is. Textiel wordt nooit zo gezien. Als je in de stad een truitje kan kopen voor 5 euro, besef je niet hoeveel dat het milieu heeft gekost. Dat wordt ons niet geleerd.”

Geijsen vond verspilling jaren geleden al niet meer van deze tijd, maar merkt nu pas echt verandering. “Het gaat heel hard. Ik merk echt dat het momentum er is”, vertelt Geijsen. “Mensen waren altijd wel geïnteresseerd, maar nu springen ze echt een gat in de lucht.”

Op sociaal gebied merkt Geijsen ook verschil. “Ik wilde in 2009 al samenwerken met vrouwen met een migratieachtergrond, omdat ik dacht dat integratieprocessen zouden versnellen”, vertelt ze. “ Re-integratiebureaus snapten echter niet wat ik wilde. Nu zie je het overal. En gelukkig ook maar, want zo’n klein i-didje kan niet de hele doelgroep bedienen.”

2 Reacties

Reageren
  1. Bayerwald

    Chapeau! Er komen steeds meer mensen die begrijpen wat er moet veranderen en het lef hebben het avontuur aan te gaan en ook nog over het broodnodige doorzettingsvermogen beschikken. Klasse.

  2. Zonnewende

    Mooi initiatief!
    Er mag nog veel meer aandacht komen voor fair fashion.
    Goed dat je doorgezet hebt. Heel veel succes!

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).