Holly Haylock: veel meer dan de moeder van Kyteman | De Utrechtse Internet Courant Holly Haylock: veel meer dan de moeder van Kyteman | De Utrechtse Internet Courant

Holly Haylock: veel meer dan de moeder van Kyteman

Holly Haylock: veel meer dan de moeder van Kyteman
Holly Haylock. Foto: Sjaak Ramakers
Holly Haylock werd geboren in Belize en kwam na vele omzwervingen in onze stad terecht. Een vrouw met een groot hart, zowel voor haar kinderen als voor mensen die hulp nodig hebben. Van ‘buitenslapers’ en prostituees tot muzikanten rond haar zoon Colin Benders, beter bekend als Kyteman. “Ik zorgde ervoor dat alle muzikanten op de juiste tijd en op de goede plaats met hun instrument waren. Het is niet altijd het meest gedisciplineerde volk, de muzikant.”  Yontie Helders sprak met haar.

Holly Haylock werd geboren in Belize en kwam na vele omzwervingen in onze stad terecht. Een vrouw met een groot hart, zowel voor haar kinderen als voor mensen die hulp nodig hebben. Van ‘buitenslapers’ en prostituees tot muzikanten rond haar zoon Colin Benders, beter bekend als Kyteman. “Ik zorgde ervoor dat alle muzikanten op de juiste tijd en op de goede plaats met hun instrument waren. Het is niet altijd het meest gedisciplineerde volk, de muzikant.”  Yontie Helders sprak met haar.

Wereldburger

Als ik aanbel wordt de deur onmiddellijk opengedaan door een vrolijke exotisch ogende vrouw:  Holly Haylock. Koffie, gevulde speculaas en echtgenoot Erik die ook aanschuift. Nog voor ik een woord heb gezegd, wordt mij de voorwaarde voor dit gesprek gesteld: “We gaan het niet expliciet over onze zoon Colin (alias Kyteman red.) hebben.” Dat was ook niet mijn insteek: over Holly was mij verteld dat ze een tomeloze energie heeft, een leuke moeder, sociaal erg betrokken en vooral een wereldburger is. Holly’s roots liggen in het Caribische land Belize; haar vader komt uit San Pedro. “Ja, het liedje van Madonna”, vertelt Holly. “Ik ben geboren in New York, daar heb ik zeven jaar gewoond. Toen mijn moeder hertrouwde met een Fransman zijn we naar la Région Parisienne in Frankrijk verhuisd. Mijn stiefvader was militair en werd vaak overgeplaatst, zo hebben we onder andere in Berlijn, Hamburg en nogmaals in Parijs gewoond. Mijn zusje en ik rekenden uit dat we in zestien jaar tijd op veertien verschillende scholen hebben gezeten. Begin jaren tachtig was het in Parijs afschuwelijk voor mensen zoals wij. Intolerantie was het credo en om de drie stappen werd er om onze papieren gevraagd. Na een weekend in Nederland en wist ik meteen dat ik hier wilde blijven: ik werd met open armen ontvangen, niets van argwaan of achterdocht. Ik ging als kok werken in een jeugdherberg in het Gelderse dorp Kerk-Avezaath en vertrok later naar Utrecht. Daar kwam ik terecht bij de krakersbeweging en woonde ik in panden in Lage Vuursche, Groenekan en tenslotte in Sandwijck. In deze buitenplaats aan de Utrechtseweg waar een twintigtal krakers woonden, heb ik Erik ontmoet. Ik kwam net van een reis door India met mijn twee dochters en mijn toenmalig echtgenoot. Toen kwam ik Erik tegen.”

‘In zestien jaar tijd heb ik op veertien verschillende scholen gezeten’

“Verliefd geworden besloten we samen verder te gaan, nu dertig jaar geleden. We kregen samen een zoon Colin en trouwden. In die tijd studeerden we allebei nog en het was schipperen met onze tijd. Ik zat op de sociale academie en nam Colin mee naar school, waar hij in de docentenkamer mocht liggen. De crèche was geen optie, daar hadden we domweg geen geld voor. In die tijd verhuisden we van Sandwijck naar Sterrenwijk. Het was in Sandwijck niet altijd makkelijk met drie kinderen in een huis met twintig mensen waar er altijd wel iemand vergat de deur dicht te doen. Maar in Sterrenwijk hebben we ook moeten wennen: we pasten niet echt in de besloten gemeenschap. We vielen uit de toon: ik was een gekke buitenlander, we deden niet mee aan de buurtfeesten en de situatie escaleerde toen we een baksteen door de ruit kregen. Toen hebben we Roxanne, de dochter die Erik en ik na Colin kregen, ingeschreven voor de knutselmiddag in het buurthuis. Langzaam kwamen de contacten in de buurt, waar we nu al ruim twintig jaar met heel veel plezier wonen. En ja, ik hang nu tijdens de WK voetbal ook een klein oranje T-shirt voor het raam”.

Hulpverlener

“Ik heb altijd graag iets voor mensen willen doen en met ze willen werken: zo kwam ik in Parijs in contact met een autistische jongen van dertien jaar, die reageerde zodra ik muziek maakte. Door hem ben ik in Parijs ook met psychiatrische patiënten gaan werken, vooral jongeren. Dat was heel zwaar. In Nederland ging ik naar de de sociale academie, rondde deze af en heb daarna steeds met wisselende doelgroepen gewerkt. Met jongeren, met mishandelde kinderen, met tienermoeders, asielzoekers. Ik veranderde om de paar jaar van werk, juist uit passie voor maatschappelijk werk. Maar toen Roxanne op de lagere school zat, wilde ze dat ik haar uit school kwam halen net als alle andere moeders. Met mijn toenmalige baan kon dat niet, waarop ik besloot werk te zoeken in de avond. Zo kwam ik terecht bij de hulpverlening voor prostituees die vooral ’s avonds plaatsvond. Toen mijn aanwezigheid bij de kinderen in de avond werd gewenst, ben ik weer overdag gaan werken.”

‘Alcoholverslaafden onder bruggen vandaan halen, daar lag mijn hart’

“Mijn hart ligt bij laagdrempelig werken, met mensen die geen hulp willen, van niemand. ’s Nachts zwierf ik regelmatig met collega’s door de stad om ‘buitenslapers’ aan een slaapplek te helpen en om daklozen onder bruggen vandaan te halen en hen ervan te overtuigen om naar een opvanghuis te gaan. Op het laatst werkte ik bij De Stek, een tussenvoorziening voor alcohol en drugsverslaafden vanuit Stichting De Tussenvoorziening, die in heel Utrecht projecten heeft. De combinatie van deze twee groepen mensen was moeilijk: drugsverslaafden zijn vaak ‘s morgens heel hyper en storten naarmate de dag vordert langzaam in, terwijl alcoholverslaafden vaak ‘s morgens nog hun kater moeten verwerken en opleven in de middag. Maar er was altijd wel een moment op de dag dat de twee groepen op een zelfde energielevel zaten, dan konden we met elkaar eten en praten. Mijn leidinggevende zei wel eens: ‘Het lijkt wel of je steeds zwaarder werk opzoekt, een omgekeerd carrièrepatroon.’ Het werk dat ik deed in de hulpverlening met tienermoeders vond ik niet uitdagend genoeg: lieve moeders, lieve baby’s en oma’s die kleertjes breien, maar alcoholverslaafden onder bruggen vandaan halen, daar lag mijn hart. Toen de kinderen groot waren, ben ik voorlichting gaan geven over loverboys en prostitutie op scholen in en rond Utrecht. Nu geef ik trainingen aan hulpverleners door heel Nederland en reik ik een methodiek aan die hen weer de reden geeft waarom ze voor dit prachtige beroep hebben gekozen. Ik ken zo langzamerhand alle doelgroepen en kan mijn ideeën staven aan voorbeelden uit de praktijk.”

Moeder

“Ik heb altijd gezocht naar compromissen: hoe combineer ik zo goed mogelijk mijn werk met mijn gezin. Ik wilde een ‘supermom’ zijn, dus was luizenmoeder, voorleesmoeder, gaf kookles op school van de kinderen en assisteerde als enige ouder op klassenfeestjes. Maar als werk en moederschap botsten, dan kon ik wel zeggen: ‘shut up and deal with it.’ We zochten voor onze kinderen ook altijd naar een school die bij hen pasten, zodat zij hun passie konden volgen. Emily vertrok naar Londen en studeerde daar medische sociologie en antropologie: ze geeft nu voorlichting over chlamydia en RSI aan prostituees en doet onderzoek. A chip of the block. Melissa heeft de pabo gedaan en geeft les op verschillende scholen. Roxanne wilde iets met mode en kleding doen, merkte dat een opleiding in die richting haar niet lag en wisselt nu reizen af met werken. Zo is inmiddels onze ‘kaasspecialist’ door haar werk in de Kazerij in de Twijnstraat en bakt ze nu, in haar derde werkperiode, als enige meisje hamburgers bij Meneer Smakers, ook in de Twijnstraat. En Colin z’n passie was al heel vroeg de muziek. Van mijn broer, een jazzpianist, kreeg hij op jonge leeftijd een trompet en toen hij acht jaar was ging hij naar de Kathedrale Koorschool Utrecht waar lessen en muziek gecombineerd werden. Later ging hij naar het conservatorium. We hebben altijd een huis vol kinderen en vrienden van de kinderen: de mooiste momenten zijn voor mij wanneer alle kinderen en de kinderen van mijn overleden vriendin er zijn. Ik zeg altijd: ‘Ik heb vier kinderen du ventre en vier kinderen du coeur.’” Erik, die rustig luisterend aan tafel zit, antwoordt op mijn vraag hoe het leven met een vrouw als Holly is: ”Gevuld.”

Duizendpoot

Het leven werd nog gevulder: “We gingen altijd mee op tournee met Colin: Erik als manager en ik als tourmanager-duizendpoot. Ik zorgde ervoor dat alle muzikanten op de juiste tijd en op de goede plaats met hun instrument waren. Het is niet altijd het meest gedisciplineerde volk, de muzikant”, lacht Holly . “Toen Kytopia van de Zeedijk naar het oude Tivoli-pand aan de Oudegracht verhuisde, zijn wij er nog meer betrokken geraakt. Vaak staan we tot diep in de nacht achter de bar en faciliteren we de artiesten en kunstenaars die er werken. Om maar een klein maar toch belangrijk voorbeeld te geven: ik zorg dat er schone theedoeken zijn en houd de voorraad wc-papier in de gaten.” Erik: “Aanvankelijk leek het pand aan de Oudegracht veel te groot voor ons, maar we zijn er in gegroeid en nu willen we er niet meer weg. Op de Zeedijk hadden we ervaring opgedaan, er was een kern die bewust koos om ook met elkaar naar de Oudegracht te verhuizen. We hebben hard gewerkt om 25 studio’s in te richten en geluidsdicht te maken. Mensen hebben een permanente werkplek in Kytopia gevonden: muzikanten, muziekmanagers, producers, fotografen en een grafisch ontwerper, alles muziek en kunst gerelateerd. Er heerst een fantastische, niet te sturen dynamiek: uitwisseling van ideeën, feedback en bij elkaar in de keuken kijken. Het is een broedplaats voor talent uit heel Nederland.”

Als werk en moederschap botsten, dan zei ik: ‘shut up and deal with it’

Erik vervolgt: “Tivoli is van de stad en van de Utrechters; het hoort bij het interieur van de stad. Maar de gemeente wil het natuurlijk, weer een kwestie van geld, rendabel maken. Een idee is om appartementen in het pand te maken, maar dan is Utrecht deze plek kwijt en krijgt het het nooit meer terug. Ook had de vereniging Oud Utrecht een prijsvraag uitgeschreven voor een nieuwe bestemming van het gebouw. De plannen gingen alle kanten op. Bij alle inzendingen had de jury wel vragen over het rendabel krijgen van de exploitatie en dat heeft te maken met de manier waarop het pand is ingedeeld. De opmerking was: ‘Wie het pand rendabel wil maken, zal ook publiek moeten trekken’. Maar de buurt wil geen overlast en ook geen Tivoli-achtige toestanden meer.” Holly voegt hier nog aan toe: “We hebben het doorslaan van geluid verholpen en de buren weten dat ze Erik om drie uur ’s nachts uit zijn bed kunnen bellen wanneer er overlast is. We kunnen nu wel stellen dat de buurt blij met ons is. Kytopia is geen plaats waar je zomaar een kijkje kunt gaan nemen; onze deur is dicht en we hebben geen bel. Het pand is als klooster gebouwd. Soms zijn er wel rondleidingen en op de Culturele Zondag van 4 september konden mensen bij Kytopia naar binnen lopen. Tijdens de Urban Culture Run renden ruim duizend mensen van de Oudegracht dwars door het gebouw naar de Springweg. En dan hoopt iedereen toch dat Colin in een hoekje Sorry op zijn trompet zit te spelen.”

Dit artikel verscheen eerder in de DUIC krant.

geen Reacties

Reageren

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).