Twee doden, een aantal zwaargewonden en een enorme ravage; daar moesten de hulpdiensten zaterdagnacht voor in actie komen tijdens een grote calamiteitenoefening in de Leidsche Rijntunnel.

Een automobilist werd onwel en verloor daardoor de macht over het stuur. Het voertuig ramde de zijkant van de tunnel en vloog na de crash in brand. De bestuurder overlijdt. Een motorrijder die vlak achter de auto rijdt schrikt, komt ten val en overleeft het ongeluk ook niet. De auto’s die erachter rijden moeten vol op de remmen waardoor een kettingbotsing ontstaat en aan aantal automobilisten bekneld komt te zitten.

(Artikel gaat verder onder afbeelding)

Achter het ongeval staat een bus van een sjoelvereniging die zijn weg niet kan vervolgen waardoor de leden te laat dreigen te komen voor het wereldkampioenschap sjoelen en ook werkt een buitenlandse diplomaat niet mee met de hulpdiensten. Deze elementen in het scenario zijn toegevoegd om de druk op te voeren.

Een calamiteitenoefening is verplicht in het kader van de Nederlandse tunnelwetgeving en moet eens in de vier jaar worden georganiseerd. Aan de oefening van afgelopen nacht deden zo’n 80 mensen mee. Naast brandweer, politie en ambulance zijn dat ook mensen van de gemeente Utrecht, Rijkswaterstaat, de onderhoudsaannemer van de tunnel, een bergingsbedrijf en natuurlijk acteurs. In de korte geschiedenis van de Leidsche Rijntunnel zijn drie grote calamiteitenoefeningen gehouden en die van gisternacht was qua mankracht het grootst.

(Artikel gaat verder onder afbeelding)

Voor de oefening was de Leidsche Rijntunnel richting Amsterdam de hele nacht afgesloten. Verkeer werd omgeleid. Om onrust bij eventuele toeschouwers te voorkomen gebruikten de hulpdiensten geen sirenes en ook geen blauwe lampen. In het begin van de oefening kwam een grote hoeveelheid rook uit de tunnel. De automobilisten op de andere weghelft werden hierover geïnformeerd via de matrixborden boven de weg.