Artillerie, schietbanen, donkergroene legertrucks en helikopters – die vind je niet bij de Kromhout Kazerne in Utrecht. In plaats daarvan staat het grote complex aan de oostkant van de stad vol kantoren, met daarin vergaderzalen, flexwerkplekken en koffiehoekjes. Een unieke locatie binnen Defensie. Sinds 2010 hebben drie van de zeven organisaties van Defensie hier hun hoofdkantoor. DUIC kreeg een exclusieve rondleiding van de kazernecommandant, brigadegeneraal Laurens Jobse.
Om te beginnen een stukje geschiedenis. Op het terrein waar nu de Kromhout Kazerne staat, stond vroeger Fort Vossegat. Het fort was onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. In 1913 werd op een stuk grond achter het fort de Kromhout Kazerne geopend, vernoemd naar Joachim Hendrik Kromhout, een belangrijke generaal van de waterlinie. De originele kazerne heeft tot de jaren ‘90 bestaan, en is daarna verkocht aan de Universiteit Utrecht, die er nu het University College Utrecht in huisvest.
De huidige kazerne is in 2010 in gebruik genomen. Hier en daar is nog een spoor van het verleden te vinden, maar het beeld wordt bepaald door de strakke moderne architectuur. Het complex is de eerste kazerne die is gebouwd en wordt uitgebaat in samenwerking met de private sector, en dus niet alleen door de overheid of Defensie zelf. Het ontwerp, de bouw, het lopende onderhoud, beheer en de facilitaire dienstverlening zijn tot in ieder geval 2035 uitbesteed aan consortium Komfort. Komfort is een samenwerkingsverband van onder andere bouwbedrijven Ballast Nedam en Strukton, investeerder John Laing en facilitair service verlener ISS Nederland.
Tekst loopt door onder afbeelding
Hoofdkwartieren
Verspreid over de kantoren op de kazerne zijn de hoofdkwartieren van de Koninklijke Landmacht, Defensie Materieel Organisatie en het Defensie Ondersteuningscommando te vinden. Hiermee zijn drie van de zeven hoofdkwartieren van Defensie in de Kromhout Kazerne gevestigd. Defensie Materieel Organisatie houdt zich bezig met het aankopen, ontwikkelen, onderhouden en verkopen van al het materieel van de Nederlandse krijgsmacht, dus voor de Koninklijke Landmacht, Koninklijke Luchtmacht, de Koninklijke Marine en de Marechaussee. Het Defensie Ondersteuningscommando bekommert zich om onder andere medische keuringen, logistiek, beveiliging, infrastructuur en opleiding van officieren.
Vandaag lopen we met generaal Jobse over het 19 hectare grote, veelal groene terrein. “De gebouwen om ons heen zijn in twee groepen ingedeeld: K en V. De K is van kantoor. Bij elkaar bieden die gebouwen bijna 80.000 vierkante meter kantoorruimte. Er zijn 3500 flexibele werkplekken ingericht, waar in totaal ongeveer 5.600 mensen werken.” Tegenover de kantoren staan de gebouwen V, van Verzorging. “Daar is onder andere de sporthal, fitnessruimte en het restaurant, dat tijdens de lunch 2.400 gasten kan ontvangen.” Ook is er een vergadercentrum en in de zogeheten ‘legering’ zijn tweehonderd eenpersoons slaapkamers. “Collega’s die van ver komen, kunnen hier overnachten. Op de kamer is alles wat ze nodig hebben. Voor een drankje kunnen ze ook aan de bar terecht.”
Tekst loopt door onder afbeelding
Beveiliging
Tijdens de rondleiding begroeten generaal Jobse en collega’s elkaar vriendelijk, bijna amicaal, met hier en daar een grap. Een sterk contrast met de beelden uit Amerikaanse films, van soldaten die strak in de houding gaan staan als er een meerdere langskomt. “Op die manier doen we het al lang niet meer.”
Maar zomaar bij de kazerne naar binnen lopen is er niet bij. De kazerne is opgedeeld in meerdere beveiligingsniveaus. Met het bezoekerspasje kwam DUIC door de hoofdingang. Al het vaste personeel heeft een eigen pas, die op basis van functie toegang geeft tot bepaalde delen van de kazerne. “De hoofdingang wordt bewaakt door een externe partij, wat voor Defensie bijzonder is.” zegt Jobse. “Dat werkt goed. Wel hebben we op het terrein zelf onze eigen bewapende mensen rondlopen, die reageren als er ergens een alarm afgaat.”
Tekst loopt door onder afbeelding
De zwaarbeveiligde stukken zijn de zogenaamde ‘gerubriceerde ruimtes’, waar werkzaamheden met een ‘vitaal karakter’ plaatsvinden, zoals bijvoorbeeld de operatiecentra. “Daar wordt 24/7 contact gehouden met de inzetgebieden. Het aantal mensen dat daar toegang toe heeft, is beperkt. En nee, ook de lokale pers krijgt die niet te zien”, grapt de generaal.
Duurzaam
Naast de 1.500 parkeerplaatsen, die bij thuiswedstrijden ook door FC Utrecht gebruikt worden, heeft de kazerne ook een klein eigen wagenpark. Geen pantservoertuigen of jeeps, maar gewoon grijze auto’s uit het middensegment. “Het is vooral belangrijk dat vier mensen er comfortabel in kunnen zitten. De auto’s worden gebruikt voor werkbezoeken. Binnenkort arriveren de eerste elektrische auto’s, waarvoor net een oplaadstation is gebouwd”
Duurzaamheid staat sinds de eerste plannen voor de nieuwe Kromhout Kazerne hoog in het vaandel. “Op alle daken liggen zonnepanelen.” zegt Jobse trots. “Als de zon flink schijnt leveren die net zoveel op als de kazerne gebruikt. Ook de materialen die in de bouw gebruikt zijn, zijn duurzaam en onderhoudsvriendelijk. Het is een mooie plek om te werken. Collega’s op andere kazernes zijn er best nog wel eens jaloers op.”
Tekst loopt door onder afbeelding
De omgeving
Generaal Jobse gaat twee keer per jaar bij de burgemeester van Utrecht op bezoek. “Als grote werkgever wil je de banden met de stad goed onderhouden. Tijdens corona hebben we ook met het Utrecht Science Park contact gehad, om het gebruik van het openbaar vervoer in de regio te spreiden. Ook hier werkte iedereen die dat kon thuis. Alles bij elkaar was dat wel tachtig procent. Nu zitten we weer redelijk op het oude niveau.”
Het contact met FC Utrecht is ook goed. Het beschikbaar stellen van onze parkeergelegenheid verloopt goed. Personeel van de kazerne zit regelmatig op de tribunes in de Galgenwaard. Ook over de buren aan de andere kant, het University College, hoor je Jobse niet klagen. “We hebben vaste aanspreekpunten waar we contact mee houden. Er komt wel eens een bierflesje over het hek heen, maar daar blijft het bij.”
Tekst loopt door onder afbeelding
De monumenten
Op het terrein van de kazerne zijn nog drie overblijfselen van Fort Vossegat te vinden. Midden op het complex staat de oude Bomvrije Wachtruimte. “Halverwege de negentiende eeuw werd er met steeds zwaarder geschut gewerkt; daar moest steviger op gebouwd worden. De muren zijn dik gemetseld, en op het dak ligt een laag zand.” Bij de bouw van de huidige kazerne is het gebouw gerenoveerd. “Het is nu een soort partycentrum, maar daar kunnen we niet altijd gebruik van maken omdat er vaak een vleermuis nestelt.”
Midden in het hoofdkwartier van de Landmacht ligt De Brug met de Twaalf Gaten, een monument dat als sluis dienstdeed. “De brug ligt in de Kromme Rijn, die door de twaalf gaten heen stroomt. Wanneer nodig, kon de rivier met zware balken worden geblokkeerd. De rivier overstroomde dan, waardoor de omgeving van het hoger gelegen fort onder water liep en daarmee moeilijker begaanbaar was voor aanvallers.” Daarmee was het een belangrijk onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. “Het laten onderlopen van het land kwam nog best nauw; het water moest te diep zijn om doorheen te lopen, maar niet diep genoeg om er met boten te kunnen varen. Een centimeter of vijftig bleek optimaal.”
Tekst loopt door onder afbeelding
Vlakbij de Brug, achter op het terrein, vind je het derde monument: de Tamboershut. “Vroeger was de kleine hut een verblijfplaats voor officieren, vandaag de dag functioneert het als stiltekamer.” Naast de hut staat de huidige verblijfplaats voor hoog bezoek. “Die is ontworpen met het idee dat die opgaat in het landschap. Het probleem daarmee is alleen dat alle muren van glas zijn, waardoor alle gordijnen bijna permanent zijn gesloten.”
Mocht u zelf ook een kijkje achter de schermen van de Kromhout Kazerne willen nemen, dan kan dat tijdens Open Monumentendag op 10 en 11 september.
7 Reacties
ReagerenZo makkelijk als het er staat, vind ik het niet: in midden NL een deel van je vastgoed-oppervlak verkopen.
Daar gaat men een keer spijt van krijgen.
Bedankt voor de brede uitleg, zeker intressant. Wat mij altijd wel verbaasd heeft dat op deze locatie zoveel grond is gebruikt ! Had het niet compacter gekund ? De kantoor stroken hoger en dichter bij elkaar, deels ondergrond bouwen, in iedergeval het parkeren…….
Leuk dat defensie op deze manier een inkijkje geeft. Verder wel helemaal eens met Paul. Het had compacter gekund. En op deze locatie had het compacter gemoeten. Al die vierkante meters kantoorruimte hadden makkelijk op een kleiner oppervlak gekund als er meer hoogbouw was gerealiseerd. Er hadden dan 1 of 2 luxe torenflats voor woningen bijgebouwd kunnen worden zoals die ook bij het stadion staan.
Wel een spannend verhaal hoor,vraag mijzelf wel af of we genoeg materiaal hebben om onszelf te verdedigen tijdens een oorlog,gezien de vrijgevigheid aan Oekraïne en zijn leger.
Maar gelukkig hebben we goede fietsen in Nederland,en kunnen we bij munitie tekort,heel hard pang pang roepen😂.
Met betrekking tot het ruimtegebruik: ik vraag me af of het verstandig is om burgeronderkomens als bijvoorbeeld torenflats dicht bij militaire faciliteiten onder te brengen. In een minder gewenste situatie zijn dat voorkeurs-doelen.
Met vriendelijke groet,
PeterH
In 1965 nog ‘n maand of 6 rond gelopen , de rijopleiding gedaan en leren sleutelen aan diverse militaire voertuigen, geregeld na de laatste controlle om 10 uur s’avonds op de kamer , half uurtje later in de hoek bij het Herculesplein over het hek geklommen en op m’n fiets die daar aan de ketting lag naar huis …en om ‘n uur of 12 weer terug … gelukkig nooit gepakt … .omdat je in de opleiding zat kreeg je toen nog géén avondpermissie ,zoals dat toen heette….
Complex op deze locatie had compacter en toegankelijker moeten zijn. Grote misser waar we nog lang aan vast zitten.