Het werd na de Eerste Wereldoorlog steeds drukker in en rond Utrecht. Vooral na 1920 won de auto aan populariteit, al viel het met de hoeveelheid allemaal nog wel mee. Dat aantal bleef tot 1940 op zo’n 100.000 exemplaren in Nederland steken. Maar vracht- en busvervoer was wel prominenter aanwezig en veroorzaakte in binnensteden veel overlast.
Door Gilde Utrecht
In het eerste Rijkswegenplan van 1927 werd het probleem van bussen en vrachtwagens erkend. Een belangrijk onderdeel van het plan was het ontwikkelen van de rechtstreekse verbindingen tussen de grote steden, buiten deze steden om. Ook toen al zat er tussen het maken van de plannen en uitvoeren ervan veel tijd. Pas in 1936 waren er in het nieuwe Rijkswegenplan rondwegen om de steden opgenomen. Utrecht omarmde het plan direct.
De geplande oostelijke ringweg werd als eerste aangepakt. De weg moest van het ministerie van Oorlog wel binnen de fortenlijn van de Nieuwe Hollandse Waterlinie aangelegd worden. De aansluiting met de weg Utrecht-De Bilt-Zeist mocht wel direct bij fort De Bilt komen – hier was al in 1917 de weg dwars door het fort aangelegd – maar voor de weg de stad in ging moest het verkeer om de stad geleid worden. De huidige Waterlinieweg in Utrecht is destijds als Rijksweg aangelegd met een ongelijkvloerse rotonde, een unicum.
Deze kruising werd ontworpen door ir. Anton Mussert (indertijd een betere ingenieur dan de latere politicus). Om het veelvuldige langzaam verkeer te scheiden van het snelverkeer werd het plein ontworpen in twee verdiepingen: de onderste voor fietsers en bromfietsers en de bovenste voor het snelverkeer. Het snelverkeer sloot aan op een rotonde. In 1939 begon de bouw en de rotonde is in 1944 voltooid. Dit type ongelijkvloerse rotonde werd al snel ‘berenkuil’ genoemd. Utrecht heeft het prototype ervan. De naam van de rotonde in Utrecht kreeg de naam in een oudere spelling: ‘de Berekuil’.
IJsberen
Dat er later ijsberen bij de Berekuil in Utrecht gingen rondhangen, kwam doordat Utrecht eigenlijk niet op 5 mei 1945 werd bevrijd, maar op de maandag erna. Pas op 7 mei, kwamen Canadese en Britse troepen vanuit De Bilt, Utrecht binnen. Deze soldaten trokken, al chocola en sigaretten uitdelend, over de weg door fort De Bilt via de Berekuil de Biltstraat in. De jeeps en infanterievoertuigen werden beklommen door uitgelaten Utrechters.
Ter herinnering aan die 7 mei 1945 staat er een Polar Bear Monument in het Hogelandse Park aan de Museumlaan. De maakster van het beeld is Marie José Wessels. De beer kijkt in de richting van De Bilt, vanwaar het Engelse 49ste Regiment Verkenningstroepen Polar Bears kwam.
Deze divisie werd voor D-day gestationeerd op IJsland en kreeg daardoor de naam ‘Polar Bear’. Na de landing op 6 juni 1944 liep de route van de bevrijders via Frankrijk en België naar Ede. De bevrijding van Europa kostte deze divisie 1642 doden en 7751 gewonden, maar er wordt nog iedere zevende mei bij het Polar Bear Monument een bijeenkomst gehouden bij de ijsbeer naast de berenkuil.
Meer weten over Utrecht? Boek dan een rondleiding op gildeutrecht.nl
2 Reacties
ReagerenDat was het cadeautje voor mijn eerste verjaardag, ze kwamen zelfs bij ons langs op de Leidseweg!!
Ik heb de Canadezen ook zien binnenkomen in Utrecht. Ik was 6 jaar vrienden van mijn ouders woonden in een bovenhuis aan de Potterstraat tegenover de Neude. Vanuit de Voorstraat zag ik de Polar Bears daar de bocht om gaan richting Vreeburg. Dat vergeet je je hele leven niet meer.