In mei dit jaar legde Hans Kuperus met een dubbel gevoel zijn functie als chef-kabinet neer. Dertig jaar lang stond hij burgemeesters Vos-van Gortel, Opstelten, Brouwer, Wolfsen en Van Zanen trouw bij. Weg bij de gemeente is hij niet – daarvoor doet hij veel te graag zijn best om Utrecht en Utrechters vooruit te helpen. Een idealist met hart voor mens en stad.
Tegenover café Het Muzieklokaal liggen wat lege bierblikjes en -flesjes, plastic zakken en confettiresten op de stoep. Hans Kuperus wijst. “Vast nog van gisteren.” Vast. Toen was de eerste editie van de Utrecht Canal Pride. 27 boten van vertegenwoordigers van LHBT-organisaties zoals het COC en café Kalff, voeren van het Ledig Erf naar de Weerdsluis. De allereerste editie van het evenement trok volgens de organisatie zo’n 25.000 toeschouwers. De voormalig chef-kabinet van vijf Utrechtse burgemeesters stond met mensen van LHBT-organisaties op boot achttien. De huisband Tegenwind toeterde en blies live vanaf het dek. Kuperus had wel een spektakel verwacht, maar dít? Nee, dit had hij zich niet kunnen voorstellen.
“We gingen aan boord op de Catharijnesingel”, zegt Kuperus. “Daar stonden wel wat mensen te kijken, maar niet veel. Ik had verwacht dat pas ter hoogte van het Wed drukker zou worden, maar toen we de eerste bocht omgingen, zag ik dat het bij Ledig Erf al bomvol volstond. Ik moest gelijk denken aan de intochten van Sinterklaas. Die zijn ook zo indrukwekkend.” Door het rustige tempo waarop de boten door de Oudegracht voeren, duurde de botenparade bijna twee uur.
‘Toen ik hoorde dat de gemeente niet zou meedoen aan de Utrecht Canal Pride, zei ik: ho even!’
‘Ik heb Utrecht zelden zo vrolijk gezien’, tweette de geboren en getogen Utrechter na afloop. In zijn Twitter-biografie staat de tekst: ‘Netwerken, verbinden, bouwen aan de toekomst’. Dat zijn zijn passies, daar houdt Hans Kuperus zich elke dag mee bezig. De glimlach gaat voorlopig niet van zijn gezicht; gisteren was een goede dag.
Aanvankelijk was er geen sprake van deelname aan de optocht van de gemeente zelf. Daar stak Kuperus een stokje voor. “Er zou te weinig geld zijn. Toen ik dat te horen kreeg, zei ik: ‘Ho even, wij varen mee!’ De Canal Pride is een onderdeel van het zichtbaarder worden van LHBT’ers in de stad en dat is een van de doelen van de gemeente. We zijn voor diversiteit in de stad, dus zullen we dat laten zien.’ De helft van de mensen op onze boot was homoseksueel, de andere helft niet. Het was één groot feest.”
Kuperus is trots op ‘roze’ Utrecht, ook al is niet alles rozengeur en maneschijn. Ook hij heeft het televisie-item van BNN gezien, waarin de presentator test of twee mannen ongestoord hand in hand door het stadscentrum kunnen lopen. Het antwoord was nee. Niet zonder te worden nageroepen, of zelfs te worden uitgescholden. “Onenigheid zal er altijd zijn”, zegt Kuperus. “Dat is niet te voorkomen in zo’n diverse stad. Er overkomt mij ook wel eens iets waarvan ik denk: dat kan anders. Wel verwacht ik dat het op de lange termijn beter wordt als we zo doorgaan.”
Verbinding
Kuperus, die in 1956 in Zuilen geboren werd, verloor in mei een goede vriendin. Annie Brouwer-Korf, een van de oud-burgemeesters die hij als chef-kabinet voorzag van advies en steun. Van 1999 tot 2007 stond Brouwer aan het roer van de stad. Ze ontdekte in een bijzondere omstandigheid hoe stressbestendig ze was; Brouwer werd in 1977 twee weken gegijzeld tijdens de treinkaping bij De Punt, terwijl ze zwanger was van haar eerste kind. Die ontdekking over zichzelf deed haar besluiten de politiek in te gaan. Voordat ze burgemeester van Utrecht werd, was ze dat al van Zutphen en Amersfoort geweest. Annie Brouwer stond bekend om haar nuchterheid. Ze heeft Utrecht heel wat nagelaten, vindt Kuperus.
“Ze heeft verbinding gebracht. Ik herinner me goed de eerste bijeenkomst van ‘In Vrijheid Verbonden’, een club die we in 2005 hebben opgericht naar aanleiding van het 25-jarig regeerjubileum van koningin Beatrix. Vertegenwoordigers van vijf religieuze stromingen en het humanisme kwamen samen in de Domkerk om de koningin te bedanken voor haar inspanningen. De koningin wendde zich na afloop tot Annie en zei: ‘Dit moeten jullie volhouden.’ Daar stond ik naast.” Volgend jaar vindt de twaalfde editie plaats. Kuperus hoopt dat prinses Beatrix er weer bij is.
‘Luisteren heb ik geleerd op de sociale academie’
Toen Brouwer in 2005 de Eurogames naar Utrecht haalde, het belangrijkste gay-sportevenement van Europa, stal ze de harten van de LHBT-gemeenschap in Utrecht. Toen ze in 2007 haar ambt neerlegde, wilde de organisatie van het Midzomergracht Festival haar bedanken voor alles. Een materieel cadeau hadden ze al snel: een ketting voor in haar excentrieke sieradencollectie. Kuperus kwam met een idee voor een bijzonder tweede cadeau. “Ik dacht: wat als we een prijs in het leven roepen voor iemand die zich bijzonder heeft ingezet voor de emancipatie van LHBT’ers? De Annie Brouwer-Korfprijs wordt sindsdien elk jaar uitgereikt – de eerste ging natuurlijk naar Annie zelf.” Tot een paar jaar geleden zat Kuperus in de jury.
“Nog een manier waarop ze de stad hechter maakte”, vertelt Kuperus, “was door organisaties en mensen bij elkaar te brengen. Na de aanslagen van 11 september in 2001 heeft ze direct burgers, wijkagenten, politie en vertegenwoordigers van kerken en moskeeën bij elkaar geroepen om te praten, spanningen uit de lucht te nemen. Radicalisering dreigde in die tijd – daar ging zij goed mee om.”
Kuperus heeft een afkeer voor ‘formatjes’
De huidige burgemeester Jan van Zanen bestuurt een heel ander Utrecht dan Brouwer en haar voorgangers. Niet in de laatste plaats omdat alles groter is dan toen: de stad zelf, het bewonersaantal, het Science Park, het cultureel aanbod – de festivals zijn niet aan te slepen. “Het is moeilijker dan ooit om burgemeester te zijn”, zegt Kuperus. “En dus ook om chef-kabinet te zijn; het werd erg druk. In de laatste anderhalf jaar kreeg ik 17.000 mails. Steeds meer dingen gaan digitaal. Dat vond en vind ik geen prettige ontwikkeling. Overleggen kun je het best face to face doen.” Kuperus’ opvolger is Mariëlle de Vuijst. “Zij doet het heel goed. Ik hoop niet dat ze het gevoel heeft dat ze mij niet kan evenaren omdat ik zo lang gezeten heb.”
Netwerken
Kuperus werkt nog steeds bij de gemeente, maar nu ‘vier dagen’ en op de afdeling ontwikkelingsorganisatie ruimte. Hij kan en wil immers nog veel bijdragen aan de toekomst van zijn stad. Een interessante ontwikkeling waar we volgens hem zeker op moeten letten, is de Merwedekanaalzone. Daar komt een wijk met tienduizend woningen. Het project moet duurzaam, energieneutraal en groen zijn en prettig om te wonen. Het is Kuperus’ taak om de juiste netwerken aan te boren en de juiste mensen te vinden met specifieke kennis. “Laten we die nou net volop hebben in Utrecht Science Park. Je moet ze alleen weten te vinden.”
In de praktijk werkt Kuperus meer dan vier dagen, ook al had hij zich voorgenomen het rustiger aan te doen en wat vaker, hij noemt maar wat, regelrecht de natuur in te fietsen. In plaats daarvan fietst hij binnen Utrecht van evenement naar evenement (zo stond hij vanmorgen nog bij de Singelswim te kijken en gaat hij straks naar de uitreiking van de Annie Brouwer-Korfprijs) en van zijn woning in Overvecht naar het Stadskantoor. Ook gaat hij vaak naar het Stadhuis in het centrum van de stad, want daar zit-ie ‘tussen de mensen’. “Daar gebeurt het tenslotte.” Daar komt bij dat er in het stadskantoor geen vaste werkplekken zijn. “Je moet ergens gaan zitten waar plek is. Dat is lastiger werken en samenwerken dan ik in eerste instantie dacht.” Kuperus kijkt er bedenkelijk bij. “De gemeentelijke organisatie denkt na hoe de samenwerking tussen de verschillende afdelingen en de partners in de stad beter kan. Nog beter luisteren en een meer projectmatige aanpak. Dat is niet morgen gerealiseerd, maar wat mij betreft is er straks geen ambtenaar meer die zegt: ‘Daar ga ik niet over’. In plaats daarvan moeten ze zeggen: ‘Dat weet ik niet, maar ik ga je meteen aan iemand helpen die het wél weet.’ Inwoners en bezoekers moeten zich allemaal serieus genomen voelen.” Kuperus heeft nooit de ‘uurtje-factuurtje’-instelling gehad en vindt dat binnen de gemeente niemand die zou moeten hebben. “We zijn er voor de mensen uit Utrecht.” Als Kuperus zou moeten verklaren waarom hij dertig jaar lang geliefd was als chef-kabinet, is dat het. Die afkeer voor ‘formatjes’, zijn voorkeur voor het persoonlijke, het goed kunnen luisteren – wat hij, zegt hij lachend, op de sociale academie heeft moeten leren. Hij wil mensen vooruithelpen.
Bouwen aan de toekomst
Hier in het Muzieklokaal, waar klassieke muziek centraal staat, heeft harpist Remy van Kesteren een paar keer opgetreden. Ook zo iemand die Hans Kuperus ooit vooruit heeft geholpen. Toen de inmiddels 28-jarige muzikant nog op het conservatorium zat, wilde hij een Nederlands harpfestival organiseren. “Een mooi voorbeeld van cultureel ondernemerschap”, zegt Kuperus. “Dat ondersteun ik graag. Remy is een bijzonder mens. Ik heb hem, in samenwerking met het conservatorium, geholpen het tweejaarlijkse Dutch Harp Festival op te zetten. Samen met een paar andere Utrechters die van klassieke muziek houden zit ik in het bestuur. Het is een leuk groepje, we komen zo’n vier keer per jaar samen. De editie van volgend jaar wordt alweer de vijfde.”
Kuperus zit af en toe in het Muzieklokaal, hij borrelt graag met vrienden en dat kan hier prima – maar je zou hem in principe op elk Utrechts terras kunnen aantreffen. Op het Domplein, bijvoorbeeld – hij is enthousiast over de nieuwe bestrating en dat het vrijwel alleen nog voor voetgangers en fietsers toegankelijk is. “Een autoluwe binnenstad is de toekomst”, zegt hij. “En op den duur mag die van mij autovrij.” De ontwikkelingen rond het stationsgebied en het centrum vindt hij allemaal prachtig. Het gaat wat hem betreft de goede kant op met Utrecht.
“Ik mis niets van het oude Hoog Catharijne, het nieuwe station is prachtig – en nodig, om alle reizigers op te vangen. Tegenwoordig bruist de stad. Hij wordt steeds mooier, bijvoorbeeld door de terugkomst van de singel. Ook komen er steeds meer mensen bij, daarom is het zaak dat we naar de toekomst kijken. Ik vind het leuk om daarmee bezig te zijn. Om te mogen meedenken: waar gaan we naartoe, hoe maken we de stad klaar voor de volgende generaties?”
Kuperus houdt van projecten. Zo organiseerde hij 25 jaar geleden een groot evenement in het Merwedegebied omdat het kanaal honderd jaar bestond. Er kwamen 150.000 tot 200.000 mensen op af. Het was een samenwerking – daar is hij goed in – met veel verschillende partijen, zoals Rijkswaterstaat en de havendienst. Een hoogtepunt. Nu ziet hij een aanleiding opdoemen voor een nieuw project: in 2022 is Utrecht negenhonderd jaar in het bezit van stadsrechten.
“Dat is feitelijk het begin van het huidige Utrecht. Er begon heel veel: een lokale democratie, de stad kreeg een eigen bestuur, wonen werd een thema en de economie ontwikkelde zich. In die tijd zullen er niet meer dan drieduizend Utrechters gewoond hebben, het was heel anders, maar het lijkt me leuk om in 2022 het Utrecht van 1122 naar het heden te vertalen. Bijvoorbeeld: hoe is de woningbouw veranderd? Dat klinkt nog wat saai, maar we hebben jaren om mooie dingen te bedenken. Het zou mooi zijn als we met de stad zo’n feest zouden kunnen organiseren.” Kuperus zal ongetwijfeld alle juiste mensen om zich heen weten te verzamelen. “Want Utrecht maken we samen.”
2 Reacties
ReagerenIs Hans dood? Vorige week zag ik hem nog genieten aan een tafeltje bij Stien en Caroline. Wat een goed portret van dit bijzondere exemplaar van Utrechters. Dat is zijn kernwaarde: verbinding zoeken .Hij is onze elegante ambassadeur. Natuurlijk ben ik mordicus tegen de benoemde burgemeesters,maar ik weet het;het blijft kluunen,benoemd of gekozen. Hij dient in de wijsheid,dat we slechts een flits zijn in de ..ja,wat. Natuurlijk is hij blind in zijn adoratie voor de autovrije stad, maar bij Hans stoort het niet. Zoveel credit.Alles verandert razendsnel.Voor sommigen is dat niet altijd direct te volgen.Hij pakt die signalen op vanuit zijn principia: respect en in het detail zit de oplossing.Kuperuslaan bijvoorbeeld,om het niet te vergeten?
Beste Hans
Wat een leuk verhaal, en ik wist echt niet dat je zoveel voor onze Stad heb gedaan.
Je zal wel denken wie is dit?
Wij kennen elkaar van de N.F, daar heb ik 25 jaar gewerkt als Huismeester,(die lange man)
Je was altijd vol met humor, en hebben veel gelachen.
één leuke anekdote die ik kan herinneren was dat je op de b.g.g. naar de salaris afdeling ging ,om daar iets te bespreken maar daar zat mevr.x die altijd wat te zeuren had ?
Op een dag ging je met je fiets dwars door de hal naar haar afd,en weer terug naar buiten, ja zei je, sneller kan ik niet van haar afwezen.
Hans het gaat je goed.
Groet Joop