In een van de klassen van het Ithaka ISK in Overvecht zitten de leerlingen in een kring. Een voor een worden ze gefilmd, houden ze de camera of microfoon vast en stellen ze vragen die ze van het bord oplezen. ‘Wat is jouw naam?’ ‘Ahmad’. ‘Hoe oud ben jij?’ ‘15’. ‘Waar kom jij vandaan?’ ‘Afghanistan’. ‘Wat wil je worden?’ ‘Ingenieur’. De volgende in de kring, een jongen van 15, wil dokter worden. Een meisje van 14 zegt dat piloot haar droombaan is, een meisje van 12 wil later journalist worden. Niet alleen Ahmad, maar alle kinderen in de klas zijn afgelopen zomer van Afghanistan naar Nederland gekomen, gevlucht voor de Taliban.
Op het Ithaka ISK zitten nieuwe Nederlandse kinderen die in leeftijd variëren van 12 tot 18 jaar. Vaak komen ze al binnen een week nadat ze hier zijn gearriveerd in een internationale schakelklas (ISK) terecht. De kinderen volgen speciaal onderwijs waarmee ze in de meeste gevallen worden voorbereid op het regulier onderwijs. Op deze school heeft visueel antropoloog Hemmo Bruinenberg samen met docent Creatieve Vorming Jan van Rossem in 2016 het project Ithaka Filmt opgezet, een cursus die inmiddels ook op andere scholen wordt gegeven. Tijdens het project worden de kinderen drie dagen lang begeleid door professionele filmmakers, die ze alle facetten van het vak bijbrengen. Ze gaan direct vol aan de slag en aan het eind van de workshop presenteert ieder groepje een eigen film.
“Het viel mij ooit op dat werken met beelden helpt bij het doorbreken van de taalbarrière”, vertelt Bruinenberg. “Als de leerlingen hier binnenkomen spreken ze vaak nog geen Nederlands, maar iedereen op de wereld kent en kijkt films. Het is verbazingwekkend hoe snel ze de kneepjes van de cursus oppakken.”
Mede-oprichter Van Rossem vertelt verder: “We hadden in eerste instantie een journaal opgezet, maar dat bleek niet echt te leven onder de kinderen. Daarom zijn Hemmo en ik tijdens het drinken van een biertje gaan brainstormen, om te kijken hoe we de kinderen enthousiast kunnen maken voor film. Zo ontstond het idee voor het Ithaka Filmt-project.”
Tekst loopt door onder de foto
Wat de kinderen met hun film willen vertellen, mogen ze zelf weten. De een maakt een horrorfilm, de ander vertelt een sprookje en de derde laat iets over zijn of haar herkomst zien. Als voorbeeld liet Hemmo een film zien waarin de tegenstellingen tussen arm en rijk aan bod komt. Tijdens de workshops krijgen de kinderen les over de basis van film. “Dat begint bij de zoeker en de rode knop van de camera. Maar ook het schrijven van het verhaal en aspecten als het gebruik van close-ups komen aan bod.” Als alle deelnemende leerlingen hun film gemaakt hebben, wordt een groot evenement georganiseerd waar het werk wordt getoond. “We hebben met 800 kinderen in de schouwburg gezeten. Dat heeft echt impact”, aldus Bruinenberg.
Uit alle films worden vijf winnaars gekozen. Als prijs mogen ze nog een film maken, maar dan krijgen ze langer de tijd, meer begeleiding en bovendien een klein budget. Het resultaat daarvan is te zien tijdens het Nederlands Film Festival, wat de meeste makers echt heel tof vinden. Bruinenberg: “Als ze zichzelf zien op het scherm van de grote zaal van Kinepolis, staan ze echt te shinen.”
Het maken van de film is dan wel de voornaamste activiteit, maar het is niet het primaire doel van het project. “Uiteindelijk draait het erom dat de ontwikkeling van de kinderen een boost krijgt. Ze maken iets waar ze trots op zijn en wat veel zelfvertrouwen oplevert. Bovendien leren ze samen een verhaal te vertellen en komen ze in aanraking met de creatieve- en de media-industrie.” Dat laatste is volgens Bruinenberg broodnodig. “Het zijn allemaal kinderen met een verhaal. Hun verhaal wordt in de media vaak verteld, maar het komt zelden voor dat ze het zelf vertellen. We willen dat de kinderen de kans krijgen om met hun ambities aan de slag te gaan.” Voor een van de deelnemers uit 2016 is dat gelukt. “Aziz studeert dit jaar af aan de HKU, met een film waarin hij het verhaal van zichzelf en zijn vader vertelt.”
‘Meneren van de krant’
Bruinenberg laat een van de klassen zien die vorige week het project heeft gevolgd. “Deze meneren zijn van de krant, en willen graag een interview met jullie doen”, zegt hij. Het blijft even stil. “Weten jullie wat dat is, een interview?” Een jongen steekt zijn hand op, legt het uit, en later zegt een ander wel zijn verhaal te willen vertellen. Het is Daniel, een jongen van 15 jaar uit Eritrea. Samen met drie anderen maakte hij een film over zombies, waarin hij acteerde en ook een rol had als regisseur. “Ik keek in Eritrea al films, en in Nederland doe ik dat nog steeds. Het project was daarom leuk om te doen en niet moeilijk.” Wil hij later ook met film gaan werken? “Nee, voetballen vind ik leuker.” Een favoriete film heeft hij niet. “Maar Messi, dat is mijn favoriete voetballer. Vooral toen hij nog bij Barcelona zat, daar had hij nooit weg moeten gaan. Zelf voetbal ik bij Zwaluwen.”
Tekst loopt door onder de foto

In de klas met Afghaanse kinderen is de eerste dag van de workshop net begonnen. Op de muur hangen tekeningen van de Afghaanse vlag en een ingekleurde afbeelding van hun moederland. Dat alle leerlingen in een klas, tegelijk, uit hetzelfde land zijn gekomen, komt volgens mentor Coen van Basten niet vaak voor. “Die vreselijke beelden die wij afgelopen zomer op televisie hebben gezien, hebben zij allemaal in het echt meegemaakt. Sinds september zijn ze in Nederland en zitten ze in de noodopvang in Huis ter Heide. Vanaf daar komen ze iedere dag met de bus hiernaartoe.”
Nadat Van Basten rustig heeft uitgelegd wat wij komen doen, spreken we met Sarah, een meisje van 12 jaar dat later journalist wil worden. Ze vindt het project best wel spannend, maar wil voor de camera gaan staan. “Ik kijk op naar journalisten. Ze doen goede dingen voor Afghanistan en kunnen mensen helpen.” Of ze later als journalist in Nederland of in Afghanistan wil werken, weet ze nog niet zeker. “Maar ik wil iets doen tegen de Taliban. Van hen moeten vrouwen thuisblijven met de kinderen, dat wil ik niet, dus wil ik me tegen hen verzetten.”
Het onderwerp dat ze samen met haar groepsgenoten heeft bedacht voor de film, heeft volgens haar mentor een persoonlijk tintje. Ze wil het verhaal vertellen van een meisje in de opvang bij Huis ter Heide. “Ze was daar, toen haar vriendin naar haar toekwam en vroeg waarom ze niet meeging naar school. Dat mocht niet van haar broer. ‘Het is niet goed als meisjes naar school gaan’, zei hij. De vriendin was het daar niet mee eens, en vertelde het op school huilend aan de juf. De juf heeft de politie ingeschakeld, en samen hebben ze de broer gepakt. Nu kan het meisje naar school.”
Wil jij DUIC steunen en een prachtig boek met de beste fotografie en verhalen van Utrecht in 2021 ontvangen? Voor 24,95 euro is DUIC in 2021 te bestellen en daarmee steun je direct onze journalistieke werkzaamheden.
1 Reactie
ReagerenGoed, beter, best.