Elke dag komen mijn briard Crosby en ik tijdens onze rondjes door het Zocherpark dezelfde mensen tegen met hun hond. Je kent de honden en vaak de verhalen over de hond. Maar wie zijn toch ‘de baasjes van’? In deze rubriek het verhaal van de baasjes.
Halverwege de zomer verscheen op het hondenveldje een nieuwe pup: Luna. En zoals dat gaat met nieuwkomers, praatten we met het baasje over de hond. Allemaal hadden we in de gaten dat het hier ging om een erudiete man. “Hij is vast acteur”, opperde de een. “Misschien schrijver, of kunstenaar”, meende de ander. Jan van Gijn bleek bijna al die dingen te zijn. Hij is auteur van het boek Lijf en Leed, geneeskunde voor iedereen, kan bevlogen vertellen over zijn beroep van arts in de televisie-uitzendingen van Kijken in de Ziel, hij is neuroloog in ruste, professor en student.
Jan werd in 1942 in Geldermalsen geboren, zijn vader was natuurkundig ingenieur en werkte in een steenfabriek in de Betuwe. Later zou het gezin naar Eindhoven verhuizen: “Vader werd ingelijfd door Philips.” Jan doorliep het gymnasium en bleek een echte alfa: “Ik ben dol op talen en ze vlogen bij mij erin. Voor de exacte vakken heb ik wel echt moeten leren.” Een taal studeren was een voor de hand liggende optie, maar leraar worden was voor de 18-jarige Jan een schrikbeeld. Het werd geneeskunde in Leiden: “Ik moest blokken, ik wist niet waar ik moest beginnen. Anatomie was een ramp. Ik heb uitgebreid gestudeerd, zal ik maar zeggen.”
‘Toen kwam Utrecht’
Ouder en wijzer werd Jan toch nog leraar: repetitor voor studenten Geneeskunde. “Geen leerling aandachtiger dan de student die een paar weken voor zijn tentamen zit.” In een van zijn klasjes zit Carien, zijn toekomstige vrouw. Na Leiden verhuizen Jan en Carien naar Rotterdam waar Jan zijn opleiding tot neuroloog volgt: ”De sfeer die in het academisch ziekenhuis in Rotterdam heerste, was uniek. Alles onder één dak, geen verschillende koninkrijkjes. En vooral respect voor iedereen: je collega’s, de studenten en vooral de patiënten. We dachten nooit uit Rotterdam weg te zullen gaan. Maar toen kwam Utrecht.”
Jan werd afdelingshoofd aan de singel, waar neurologie en psychiatrie samen in een gebouw zaten: “Holle, lange gangen met gele tegeltjes… het voelde als een gesticht. Maar ik wist dat we naar een nieuw gebouw zouden gaan, waar net als in Leiden alles onder een dak zou zitten. Eén organisatie, dat werkt heel prettig.”
Als Jan vijfenzestig wordt, is hij vierentwintig jaar hoogleraar geweest: “Ik heb me daarna nog vijf jaar weten vast te klampen aan mijn werk; ‘jullie krijgen mij nog niet weg’. Ik bemoeide me met de patiëntenzorg en was supervisor voor assistenten neurologie. Ik wilde ze leren hoe belangrijk het is de hele geschiedenis van een patiënt te kennen. Om de hoofdklacht van een patiënt te kunnen begrijpen, moet je weten hoe die het dagelijks leven beïnvloedt. Ook moet je doorvragen naar de sociale achtergrond; hoofdpijn kan na doorvragen ook werk- of thuisgerelateerd blijken. En uit belangstelling doorvragen is nooit onbeleefd.”
‘Ik was een lor van een student, maar voor een dier zorgen deed ik zorgvuldig’
Jan stopt als hij zeventig is en besluit met een eveneens gepensioneerde vriend het schoollatijn weer op te pakken: eerst een jaar op het Christelijk Gymnasium en daarna drie jaar aan de UvA in Amsterdam. Na de studie Latijn besluit Jan wetenschapsgeschiedenis te studeren in Utrecht. “Ik wil een boek schrijven over de geschiedenis van de beroerte, die het functioneren zoveel dieper beïnvloedt dan bijvoorbeeld een hartinfarct. Ik wil de geschiedenis niet als een rechte lijn beschrijven, maar het historisch denken in de wetenschap met de kennis van de tijd combineren. Daar heb ik het Latijn voor nodig.” Voor Jan kwam na zijn werkende bestaan een nieuwe: het bestaan als student in de collegebanken. Die rol zijn levert soms leuke momenten op: “Zo deed een klasgenote me de groeten van haar ouders die beiden college van mij hebben gehad.”
Pielemans
En toen was er ook tijd voor een hond. “Mijn eerste hond was de huishond in het studentenhuis aan de gracht het Rapenburg in Leiden. Ik kwam daar als huisjongste binnen en kreeg taken zoals het innen van de telefoonrekening, maar ook het dagelijks eten halen voor de hond: anderhalve ons gesneden hart bij de slager. Ik was dan wel een ‘lor’ van een student, maar voor een dier zorgen deed ik zorgvuldig.” Het hondje heette Pielemans en was een bekendheid in Leiden.
“In die tijd aten we niet vaak in een restaurant, maar toen een vriend zijn doctoraal examen had gehaald en wij met zijn ouders in een restaurant gingen eten, zagen we ineens Pielemans; hij liep dwars door het restaurant naar de keuken. Daar kwam hij geregeld. Pielemans en ik waren zo met elkaar vergroeid dat ik hem heb meegenomen toen ik wegging uit het studentenhuis. Na Pielemans hebben we in mijn gezin met jonge kinderen nog een bastaardherder uit het asiel gehad, daarna lang alleen maar poezen. En nu dus Luna.
Ze komt uit Portugal. We zagen haar snuitje op internet; de foto stond op de website van een project dat Homeless Dogs heet. Dat probeert voor honden een goed huis te vinden in Nederland. Toen we haar in Almere in de armen sloten, waren we verkocht. Ik had een hond en studeerde weer. Mensen vroegen mij soms wat ik ging doen na mijn pensionering, ‘zeker reizen’. Nou, daar moet ik niet aan denken, ik kan de vertrekhal van Schiphol niet meer zien na alle congressen die ik over de hele wereld heb bezocht. Carien en ik willen graag fietsen door Frankrijk, maar in de zomer kan Carien de moestuin niet drie weken alleen laten. En in september moet ik weer naar college. Maar, het karretje achter de fiets voor Luna hebben we al.”
Carien is inmiddels ook gestopt met haar baan als huisarts in Lombok. Zij tuiniert graag: in de achtertuin, een moestuin en als vrijwilliger in de Hortus. Ook is ze lid van het Utrechts Klokkenluiders Gilde. Na een opleiding van een jaar mag ze nu op tien verschillende plekkende de klokken luiden, waaronder de veertien luidklokken van de Dom. Wie weet horen we haar met Kerstmis. (Tekst: Yontie Helders)
geen Reacties
ReagerenEr zijn nog geen reacties geplaatst.