Klassieke uitjes in het weekend: Ruling Britannia en La douce France geven Utrecht meer dan één kus | De Utrechtse Internet Courant Klassieke uitjes in het weekend: Ruling Britannia en La douce France geven Utrecht meer dan één kus | De Utrechtse Internet Courant

Klassieke uitjes in het weekend: Ruling Britannia en La douce France geven Utrecht meer dan één kus

Klassieke uitjes in het weekend: Ruling Britannia en La douce France geven Utrecht meer dan één kus

VRIJDAG – Twee keer golft oude Britse muziek door Utrecht

William Byrd

Het geldt wel als een van de tophits van de Last Night of the Proms de feestelijke afsluiting jaarlijks van de populaire zomerse promenade concerten in de Royal Albert Hall in Londen the BBC Proms (de promenadeconcerten gelden ook voor anglofiele toeristen als trekkers van jewelste). Uit volle borst wordt dan tegen het einde door een duizendkoppig publiek het officieuze volkslied van het land gezongen ‘Rule Britannia, Britannia rule the waves’.

Dit patriottische lied is van rond  1740 en wel van het duo Thomson (tekst) en Arne (melodie). In de Royal Albert Hall klinkt het in de symfonische orkestratie van dirigent Sir Malcolm Sargent die decennia lang het gezicht van de Proms is geweest. Het lied drukt perfect uit hoe de Britten zich in de 18de eeuw voelden: als de heersers van de wereldzeeën wat gelet op de geschiedenis vrij aardig klopt. Het vredesverdrag van Utrecht – dit jaar drie eeuwen geleden gesloten – zette de poort hiertoe wagenwijd open.

Of het huidige Groot-Britannië nog steeds ‘de golven regeert’ valt te betwijfelen: dat zijn toch vooral de Amerikanen en hun NAVObondgenoten enerzijds en de qua omvang duidelijk opstomende Chinese zeemacht anderzijds. Dit laatste is natuurlijk niet nieuw: al in de late middeleeuwen beschikten de Chinezen over een vloot die qua omvang en (toenmalige) technieken het verdeelde, elkaar regelmatig naar de strot vliegende Europa veruit overklaste. Groot-Britannië dus, dat aan het begin van het weekeinde twee keer in Utrecht aan bod komt: in Muziekcentrum Vredenburg Leeuwenbergh en in de Pieterskerk.

Niet het 18de eeuwse pathos van ‘Rule Britannia’ maar de intieme verstilling van de 16de eeuwse componist William Byrd en zijn collega’s met hun consortmuziek (‘songs’ en fantasia’s) enerzijds. En anderzijds – dus tóch! – de over het algemeen vrij epaterende kerkmuziek die de 17de eeuwse grootheid Henry Purcell (en tijdgenoten en voorgangers)  voor de koninklijke hofkapel in Londen schreef. Niet symfonische hoempapa hier maar muziek die met de instrumentale middelen van Purcell’s tijd wel de grootheid van de regerende vorst in zijn hofhouding – centrum van staat en macht – diende uit te dragen richting ambassadeurs bijvoorbeeld. Uit ambtsberichten van buitenlandse diplomaten werkend in Purcell’s Londen weten wij hoe sterk hoofse cultuurpracht de beeldvorming van grote militaire macht van het gastland versterkt heeft. In dit opzicht was het met de inauguratieplechtigheid begin deze week van president Obama in Washington niet anders.

Muziek kent vele functies…toen en nu nog steeds.

In de Pieterskerk treedt het nieuwe Hathor Consort voor het voetlicht dat uit vier bespelers van de beenviool bestaat: tikje plastische beschrijving van de viola da gamba, qua type een van de oudste strijkinstrumenten. De Belgische contratenor Marnix de Cat soleert – mannenstem die consequent in alt-ligging zingt, soms zelfs hoger – in zogeheten consortsongs waarin religieuze (‘O lord, bow down thine heav’ly eyes’) en absoluut niet-religieuze liederen (‘My mistress had a little dog’) door het sonore strijkensemble zijn begeleid. In een tijdperk waarin Byrd en de zijnen leefden werden dagen niet zozeer naar dagnummers van maanden aangeduid maar naar feestdagen van heiligen. Dus lag religieus en niet-religieus qua muzikale uitdrukking soms vrij dicht bij elkaar. Voor zover beide elkaar niet overlapten en tegen elkaar werden ingeruild: heel wat religieuze muziek kreeg een tweede leven doordat op bestaande muzieknoten een andere, wereldlijke tekst werd geplakt. En in omgekeerde volgorde trouwens. In Leeuwenbergh gaat het er zeg maar lawaaiiger aan toe: daar zingt het Nederlands Kamerkoor, met het instrumentale ensemble Concert Palatino, onder leiding van zijn chef-dirigent Risto Joost. Centraal staat de hoofse kerkmuziek van Henry Purcell – het ensemble brengt een staalkaart van zijn composities op dit terrein! – Anthony Holborne en Matthew Locke. Van ‘founding father’ 16de eeuwer Thomas Tallis klinkt diens aangrijpende Lamentations of Jeremiah I & II.

LEEUWENBERGH – Vrijdag 25 januari 2013, 20 uur: Hathor Consort: consort songs en fantasia’s William Byrd en tijdgenoten  Kaarten: www.oudemuziek.nl

PIETERSKERK – Vrijdag 25 januari 2013, 20.15 uur: Nederlands Kamerkoor o.l.v. Risto Joost Music for Kings  Kaarten:www.nederlandskamerkoor.nl

 

 ZATERDAG – Franse muziek waaiert als parfum

Marcel Dupré aan de klavieren van het enorme orgel van de Saint Sulpice kerk in Parijs

Vrome laat-romantische muziek met een lichte, heldere twinkeling van Marcel Dupré (1886-1971, was ooit organist van de enorme Saint-Sulpice parochiekerk in Parijs) en van zijn wat oudere collega Louis Vierne (1870-1937: zelfde functie, zelfde stad maar dan in de Notre-Damekathedraal) – wie kent deze componistennamen eigenlijk? – waait door de eeuwenoude Dom tijdens het komende zaterdagmiddagconcert.

Sinds jaar en dag organiseert de protestantse Domgemeente op zaterdagen gratis toegankelijke concerten waarin – natuurlijk – kerkmuziek aan de orde komt  van protestantse en ook rooms-katholieke origine, maar ook niet-religieuze muziek. Raar is deze onderverdeling van klassieke muziek eigenlijk want elke muziek die een mens het moment en de plek waarin en waarop hij/zij verkeert (even) doet vergeten ís religieus. Maar sinds de Nederlandse politicus Geert Wilders het begrip ‘religie’ uit het taalarchief heeft opgediept en het als maatschappelijk fenomeen hoog heeft opgewaardeerd….

De Zaterdagmiddagmuziek van de Utrechtse Dom is voor menigeen het eerste stapje geworden in het voor hem of haar tot dan toe onbekende terrein van de klassieke muziek. Geen betaalloket bij de ingang, maar wel een collecteschaal voor vrijwillige bijdragen aan het einde. Geen ‘eeuwigdurende’ concertlengte maar meestal slechts een uurtje. Niet op een geconcentreerd-tot-cultureel-inladen-bereid-zijnde avond maar overdags, precies op het moment dat shoppend Utrecht op zijn zaterdagse hoogtepunt staat. Reden waarom menig afgematte ziel juist dan even de luwte van het Domkerk opzoekt om dan een mooi concertje mee te pikken, met of zonder boodschappentassen in de handen. Alle intussen gegroeide vanzelfsprekendheid van de Zaterdagmiddagmuziek ten spijt, blijkt de kwaliteit van de muziekuitvoeringen nog steeds goed tot heel goed (een achtje en een negentje dus) en zijn de concertprogramma’s vaak verrassend origineel. Oftewel sector-klassieke muziek in het midden-Nederlandse heeft veel aan de Zaterdagmiddagmuziek te danken.

Maar dan komende zaterdag: als de oerkenmerken van Franse kunst ‘helderheid’ en ‘doorzichtigheid’ zijn – zowel wat betreft idyllische kamerpastorella’s van Grétry tot het op orkestrale orkaankracht bulderen van Berlioz – dan komt daar bij Dupré’s Magnificat voor orgel ook nog een tikje mondaine salon bij kijken. En zowel wat hem als Vierne betreft, in diens drie sopraanliederen met orgel ‘Les Angélus’, een soort religiositeit die welgemeend is maar die niet echt etst laat staan wroet.  Laten juist Nederlanders daar nou (veel) van houden. Zaterdagmiddag heerst dus ietwat geparfumeerde muzikale wierook in de Dom. Leuk

DOMKERK – Zaterdag 26 januari 2013, 15.30 uur. Domorganist Jan Hage met sopraan Nelleke de Broeder vertolken werk van Dupré en Vierne (geen reservering, geen kaartverkoop, wel schaalcollecte bij de uitgang)www.zaterdagmiddagmuziek.nl

geen Reacties

Reageren

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).