De lijndiensten van de nieuwe Utrechtse stadsbussen zijn (nog) niet zo schoon als met het type bus mogelijk is. Redenen hiervoor zijn mogelijk de zware stedelijke omstandigheden en de programmering van de versnellingsbak. Dit blijkt uit een onderzoek van TNO.

Ted Zorn van Wijk C Komitée laat weten dat de gemeente onduidelijk is over de resultaten: “Tijdens de raadsinformatieavond van afgelopen dinsdagavond over uitbreiding van de Bijenkorf stelde Wiet Baggen (ambtenaar gemeente Utrecht luchtkwaliteit) dat er gerekend is met de lage uitstoot van de nieuwe bussen omdat dat uit metingen zou zijn gebleken. Wij hebben juist informatie [TNO-onderzoek, red.] vanuit het Ministerie van Infrastructuur en Milieu dat de emissen bij lage snelheden juist zijn tegengevallen.” Resultaat van de metingen was dat Utrechtse Euro VI-dieselbus aan de Euro VI typekeuringsnorm voldoet, maar dat de bus bij daadwerkelijke inzet op de lijndiensten in Utrecht (nog) niet zo schoon blijkt te zijn als met Euro VI-technologie mogelijk is.

Verschillende omstandigheden, verschillende resultaten

Uit het onderzoek van TNO blijkt wel dat de Utrechtse Euro VI-dieselbus wel flink schoner is dan een eerder door TNO gemeten Euro V-bus. Er zit een groot verschil in het soort ritten dat de bus rijdt:  “Onder zware stedelijke omstandigheden hebben sommige Euro VI-voertuigen nog een relatief hoge en erg wisselende stikstofoxiden-uitstoot, op lange-afstand ritten zijn de geteste Euro VI-voertuigen zeer schoon.”

Momenteel voert TNO een tweede meetserie met een Utrechtse Euro VI-dieselbus uit. Doel van deze tweede meetserie is te onderzoeken of door een andere programmering van de versnellingsbak uitstoot op specifieke knelpuntlocaties voor stikstofdioxide verder kan worden verlaagd.