Het mbo in Utrecht krijgt een impuls van de gemeente. Er is in 2020 2,85 miljoen euro beschikbaar voor het uitvoeren van plannen om het mbo en studenten te helpen. Een opvallende maatregel: het inzetten van mystery guests om stagediscriminatie tegen te gaan.
De gemeente Utrecht heeft een plan gepresenteerd om het Utrechtse mbo te versterken: Sterk Utrechts mbo 2020-2022. Na een ambitiedocument om het mbo meer in de schijnwerpers te zetten volgen nu concrete acties om de mbo-studenten in Utrecht te helpen op de arbeidsmarkt.
“Met dit uitvoeringsplan kan iedereen in Utrecht kennismaken met de talenten van de 20.000 Utrechtse mbo-studenten”, zegt wethouder Klaas Verschuure. “Talenten die we als stad hard nodig hebben voor een sterke Utrechtse economie.”
Podium
De gemeente wil het mbo een podium bieden met de campagne ‘mbo030’ zodat Utrechtse bedrijven en organisaties kennis kunnen maken met de vakmensen van het mbo. Ook is er veel aandacht voor gelijke kansen in het onderwijs en op de arbeidsmarkt.
Eerder werd bekend dat de gemeente de stagevergoeding van mbo’ers en andere studenten bij de gemeente gelijk heeft getrokken. In plaats van 350 euro per maand ontvangen zij vanaf 1 januari 500 euro per maand. De gemeente Utrecht wil als werkgever bovendien een voorbeeld zijn en stageplekken realiseren.
Stagediscriminatie
Via een motie werd het college ook nog gevraagd een plan van aanpak tegen stagediscriminatie mbo-studenten uit te werken. Dat wordt nu onder meer gedaan door het inzetten van mystery guests.
Landelijk onderzoek laat zien dat mbo-studenten met een (niet-westerse) migratieachtergrond vaker moeten solliciteren naar een stageplek. Er worden vanaf dit jaar onder meer mystery guests ingezet om stagediscriminatie beter in beeld te brengen.
Zo kan er gerichter beleid worden gemaakt als er problemen zijn. Vanuit privacyoverwegingen zal niet over specifieke situaties worden gerapporteerd.
Evenementen
Om mbo’ers een podium te bieden in de stad moeten de studenten onder meer worden betrokken bij grote evenementen in de stad zoals in 2020 met de start van de Vuelta met een programma rond gezondheid en sport.
Ook moet de mbo-student meer onderdeel worden van het Utrechts studentenleven. Zo moet er ook een introductie in de stad komen voor mbo-studenten aan het begin van ieder schooljaar en andere initiatieven die voor hbo’ers en universitaire studenten al bestaan.
Aansluiting
Aansluiting bij de regionale arbeidsmarkt is belangrijk voor mbo-studenten. Daarom is het goed als de studenten kiezen voor kansrijke beroepen. Daarvoor moeten er wel veel stages en leerwerkplekken zijn, moet het mogelijk zijn om praktisch te leren op de werkvloer en wordt er ingezet met partners in de stad om werkgelegenheid te stimuleren.
Het mbo moet tot slot goed inspelen op de ontwikkelingen in de samenleving. Door onderwijsvernieuwing moet er flexibel worden ingespeeld op deze veranderingen. Dat kan bijvoorbeeld door pop-up schools.
2 Reacties
ReagerenDoor MBO leerlingen geforceerd als ‘studenten’ te behandelen onderstreep je juist het minderwaardige beeld dat je wilt bestrijden. Het Middelbaar Beroeps Onderwijs is een school waar je een beroep leert. Dat is iets heel anders dan een universiteit waar je studeert. Er zijn meer dan voldoende argumenten om dat MBO als een trotse en zelfstandige opleiding te positioneren. Daar doe je die leerlingen veel meer recht mee dan ze voor de gek te houden met een nep studenten imago!
Er is maar een oplossing. Geef de MBOers hun beschermde beroepsstatus terug!
Want door het afschaffen van de wettelijke vereiste kwalificaties in 1994 kan elke droplul sindsdien hun vak doen. Leuk voor de consument omdat de prijzen omlaag gingen, maar sindsdien worden MBO beroepen ook met hele goede redenen gemeden als de pest met alle gevolgen van dien. Maar de politiek weigert dat in te zien, sommige partijen importeren zelfs liever buitenlanders die voor nog lager loon werken dan het eigen volk (iedereen met NL nationaliteit) een goede kans te bieden. Terwijl ze zich wel profileren als de inclusieve educatie emancipatie partij.
Echter, als werkgevers alleen maar gekwalificeerd personeel aan mogen nemen, zoals dat voor 1994 het geval was, dan maakt het niet uit welke naam of afkomst een erkende vakkracht heeft. Dan gaat het namelijk weer gewoon om kennis, kunde en vaardigheden, zoals het hoort.