Na 46 jaar stopt Arthur met lesgeven aan de Agatha Snellenschool in Utrecht: ‘Ik kijk tevreden terug’ Na 46 jaar stopt Arthur met lesgeven aan de Agatha Snellenschool in Utrecht: ‘Ik kijk tevreden terug’

Na 46 jaar stopt Arthur met lesgeven aan de Agatha Snellenschool in Utrecht: ‘Ik kijk tevreden terug’

Na 46 jaar stopt Arthur met lesgeven aan de Agatha Snellenschool in Utrecht: ‘Ik kijk tevreden terug’
Foto: Robert Oosterbroek
In 1976 begon Arthur van der Heyden (66) met lesgeven aan basisschool De Schakel in Nieuwegein. Twee jaar later stapte hij over naar de Agatha Snellenschool in Utrecht en bleef daar de rest van zijn werkzame leven lesgeven. Na 46 jaar lesgeven gaat hij met pensioen: in juli neemt hij afscheid van het lerarenbestaan. DUIC nam plaats in de schoolbanken van zijn lokaal om te praten over zijn leven, lesgeven en het basisonderwijs in Nederland.

In 1976 begon Arthur van der Heyden (66) met lesgeven aan basisschool De Schakel in Nieuwegein. Twee jaar later stapte hij over naar de Agatha Snellenschool in Utrecht en bleef daar de rest van zijn werkzame leven lesgeven. Na 46 jaar lesgeven gaat hij met pensioen: in juli neemt hij afscheid van het lerarenbestaan. DUIC nam plaats in de schoolbanken van zijn lokaal om te praten over zijn leven, lesgeven en het basisonderwijs in Nederland.

“Nee, het was niet mijn droom om basisschoolleraar te worden”, lacht Arthur als hij vertelt hoe hij ooit begonnen is met lesgeven. “Eigenlijk was het toeval. Ik zat op de havo en een goede vriend van me ging naar de PA (Pedagogische Academie, nu de Pabo, red.). Toen dacht ik: dat ga ik ook doen. Al doende merkte ik dat lesgeven echt mijn ding was.”

We zitten in Arthur’s lokaal op de eerste verdieping van de Agatha Snellenschool in de Utrechtse binnenstad, waar we uitkijken op de speelplaats. Die ligt er vredig bij. Geen lawaai van spelende kinderen, alleen de klok van de Nicolaïkerk die vlakbij om het half uur slaat. De woensdagmiddag is dan ook traditioneel een vrije middag voor veel basisschoolleerlingen. Zo ook voor de leerlingen van de Agatha Snellenschool. Normaal zou Arthur nu druk zijn met rapporten maken en opdrachten nakijken, maar in de laatste weken voor de vakantie is het wat rustiger, zegt hij.

Utrecht

Arthur vertelt dat hij zich, hoewel hij altijd in Hilversum heeft gewoond, gedurende zijn tijd aan de Agatha Snellenschool een echte Utrechter is gaan voelen. Via de school raakte hij vertrouwd in de buurt en de stad. “Ik weet veel meer van de Utrechtse binnenstad dan van Hilversum. Ik had natuurlijk allemaal kinderen in de klas die in de buurt woonden. Na school gingen we met de leraren in een café in de buurt ook af en toe een drankje doen. Dan had je ook de kinderen van de caféhouder op school.”

Inmiddels geeft Arthur zo lang les dat hij al een tijdje ook de kinderen van die kinderen in de klas heeft. “Dat is bijzonder”, lacht hij. “Je herinnert je natuurlijk niet alles, maar soms weet je bijvoorbeeld nog van de vader dat het vroeger een heel kleurrijk jochie was. Dan komt zijn zoontje op school en zie je dezelfde dingen.”

Nieuwegein

Voordat hij naar Utrecht kwam gaf Arthur les op basisschool De Schakel in Nieuwegein. Hier kwam hij na zijn opleiding als beginnende leraar terecht. “Dat was eerst erg wennen. De PA was toen nog een heel schoolse opleiding, waarin je veel kennis meekreeg, maar weinig praktijkervaring opdeed. Uiteindelijk heb ik veel moeten leren van mijn collega’s op die school.” Na twee jaar verruilde Arthur De Schakel voor de Agatha Snellenschool in Utrecht, toen nog aan de Zuilenstraat. “Dat was een heel oud gebouw met hele kleine lokalen. De klassen waren ook klein, maar dat kleinschalige trok me juist wel.”

In die tijd zag het basisonderwijs er volgens Arthur heel anders uit dan nu. “Het was heel klassikaal. Je had gewoon je methodes, die werden aangereikt, en je werkte elke dag klassikale lesjes af. Er was niet zoveel speciale aandacht voor kinderen die bijvoorbeeld iets meer konden.”

Eigen draai

Toch heeft Arthur altijd geprobeerd zijn eigen draai te geven aan de methodes die hem aangereikt werden. “Ik ben nooit iemand geweest die twintig minuten zat te praten voor de klas. Veel liever zei ik: laten we het gaan doen, het uitproberen. Voor sommige kinderen kan het ook lastig zijn als ze steeds geholpen moeten worden. De één vindt dit moeilijk, de ander dat, maar door ze het gewoon te laten doen kun je ze een gevoel van competentie geven. Zo kom je makkelijker tot de stap om te blijven oefen en te leren. Dat probeer ik ze bij te brengen.”

“Ik ben nooit iemand geweest die twintig minuten zat te praten voor de klas.”

Buiten de vaste methodes waren leraren volgens Arthur vroeger veel vrijer om zelf hun lesdagen in te vullen dan nu. “Je deed lekker je ding. Tegenwoordig zit je in een keurig rooster, maar toen ging ik bijvoorbeeld naar de schooltuintjes. Dan gingen de kinderen de hele ochtend wieden, gieteren en aardappels poten. De reken- of taalles deed je dan een dagje niet, of ’s middags ingekort. Het gekke is: twintig jaar geleden was het niveau van taal en rekenen veel hoger dan nu.”

Tekort

Zo komen we aan op een actueel onderwerp: de huidige staat van het basisonderwijs in Nederland. Er is momenteel veel te weinig personeel: de Algemene Onderwijsbond (AOB) meldde eerder dit jaar dat er een tekort is van bijna 13.000 leraren in het primair onderwijs. Met name de grote steden kampen met dit probleem. De gevolgen van het tekort zijn hier op veel basisscholen te merken: zo wordt het bijvoorbeeld steeds moeilijker om vervanging te regelen voor leraren die ziek uitvallen. Dat heeft Arthur in zijn laatste jaren als leraar ook ondervonden.

“Als iemand ziek is, is het gewoon klaar”, vertelt hij. “Vroeger werd er iemand gebeld en dan kwam er een invaller aanfietsen. Dat heb ik vijf jaar geleden voor het laatst meegemaakt.” Daarnaast kunnen beginnende leraren door het tekort aan personeel volgens Arthur soms minder goed opgevangen worden. “Iedereen werkt zich een hoedje, dus is er weinig tijd om te begeleiden. Ik hoor dat de uitval daardoor soms best wel groot is, dat mensen beginnen maar na een paar jaar toch weer uitstromen.”

Arthur zou dan ook graag zien dat er meer ondersteuning komt voor beginnende leraren. “De potentie is volgens mij best wel groot. Ik zou mensen zoals ik meer beschikbaar stellen om begeleiding te geven. Zodat beginnende leerkrachten weten dat ze achter zich iemand hebben die hen helpt. Veel mensen in het onderwijs werken parttime. Misschien dat een deel van die mensen het begeleiden bijvoorbeeld aanvullend zouden kunnen doen. Het kan namelijk nog wel even duren voordat er weer veel nieuwe docenten zijn.”

Afsluiten

Arthur gaat het als leraar in ieder geval niet meer meemaken. In juli hangt hij zijn schoolbord aan de wilgen en kan hij van zijn welverdiende rust gaan genieten. “Het gaat wel moeilijk worden om stil te zitten”, geeft hij toe. Gelukkig heeft hij genoeg hobby’s om op terug te vallen: “Ik fiets bijvoorbeeld heel graag.”

Voordat het zover is komt er nog een groot feest waarmee Arthur gaat vieren dat hij met pensioen gaat. “Ik weet nog niet wat er komt, dat blijft geheim. Ik zie het wel gebeuren.” Toen hij een aantal jaar geleden veertig jaar lesgaf hadden zijn collega’s al een grote verrassing voor hem. Op die dag werd het schoolplein van de Agatha Snellenschool omgedoopt tot het ‘Arthur van der Heydenplein’. Arthur lacht: “Ik zeg altijd, meneer Vreeburg en meneer Neude hebben veel langer moeten buffelen om het voor elkaar te krijgen.”

Arthur sluit zijn lange loopbaan in ieder geval met een tevreden gevoel af: “Hier zit iemand die tevreden terugkijkt en het zo weer zou kiezen.”

2 Reacties

Reageren
  1. aad

    Wat een SUPER kerel en docent is dit. Ondanks lange staat van dienst, elke keer weer innoveren en meedenken over hoe het anders ook kan. In corona tijd direct in staat om digitaal les te geven en zelfs vlogs te leveren. Een voorbeeld voor velen en hopelijk ook een inspiratie bron voor nieuwe docenten. De Agatha gaat hem zeker missen!

  2. Koel Hoofd

    Deze leraar mag van mij, als een van de laatste der mohikanen, van zijn zeer welverdiend pensioen gaan genieten.

    “Het gekke is: twintig jaar geleden was het niveau van taal en rekenen veel hoger dan nu.”
    Tja, dat oude zeer beproefde klassikale onderwijs was echt zo gek nog niet,
    Tegenwoordig zijn docenten geen autonome kennisoverdragende autoriteit meer maar coach bij het individuele leerproces waar kinderen zelf verantwoordelijk voor zijn en samen in groepjes van elkaar leren waarbij het accent op sociale vaardigheden ligt. Dat zou zogenaamd ideaal zijn voor het kind, terwijl er geen enkele wetenschappelijke onderbouwing voor is.
    Daarom was vroeger het onderwijs de grote gelijkmaker en is het tegenwoordig de grote ongelijkmaker.

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).