In de Vogelenbuurt kunnen Utrechters sinds 1963 terecht bij Luxa Schoenservice om hun schoenen te laten repareren. Kees van den Heiligenberg (82) staat inmiddels al zestig jaar in de zaak. Zijn zoon, René van den Heiligenberg (52), nam in 2008 het stokje van hem over. René is de derde generatie van schoenmakers in de familie. In de winkel hangen dan ook drie emaillen bordjes van het Schoenmakers Gilde. Het bordje van Renés opa is ruim honderd jaar oud.
De lijmlucht is niet te missen als je de schoenmakerij binnenstapt. René en zijn vader ruiken die geur allang niet meer. Ook om de vele schoenen kan je niet heen. Op ieder vrij plekje staat wel een paar, keurig met een naamkaartje eraan. Hoewel het op het eerste gezicht misschien wat chaotisch oogt, weet René iedere keer als er een klant binnenkomt precies welk paar hij moet pakken. Iedere week krijgen ze zo’n 125 paar binnen. Van leren zakenschoenen tot hoge rode laarzen met naaldhakken in maat 47.
Achter de toonbank staan verschillende machines om de reparaties mee uit te voeren. Daar zijn René en zijn vader dan ook het meest te vinden. Beiden dragen een schort: René één van bruin leer, zijn vader een donkerblauwe. Kees is druk bezig om een paar hoge laarzen van nieuwe ritsen te voorzien. Op zijn 82e is hij nog altijd vijf dagen per week in de zaak te vinden. “Maar elke dag om 12.00 uur gaat hij naar huis om met moeders een hapje te eten en even te kletsen”, zegt René. Zijn vader: “Zestig jaar lang ga ik tussen de middag thuis eten”, zegt hij. “Als ik dat niet doe, eet ik niet. Dan ga ik door. Dat heb ik altijd gedaan.”
Tekst loopt door onder afbeelding
René vindt het mooi om zijn vader nog om zich heen te hebben in de zaak. “Ik ben heel blij dat hij hier nog rondloopt. Ik laat hem lekker zijn ding doen. Hij vindt het prachtig. Hij blij, ik blij.” En het zit in de familie, want de opa van René stond zelf tot zijn 86e nog in de schoenmakerij.
Kwartje per uur
In 1963 kocht zijn vader zijn eigen schoenmakerij. Kees weet dat nog als de dag van gisteren. “Het was een strenge winter.” Hij begon in februari toen een paar panden verderop in de wijk. Daar zat sinds 1908 al een schoenmakerij, weet René te vertellen. Net als René, werkte Kees van jongs af aan ook al bij zijn vader. “Mijn vader was ook schoenmaker”, zegt Kees. “Toen ik nog op de lagere school zat, hielp ik mee in zijn werkplaats. Dat was rond 1953. Ik kreeg een kwartje per uur.”
Tekst loopt door onder afbeelding
Naast school bracht hij daar vele uren door. “Ik heb het altijd met liefhebberij gedaan. Anders kan je het niet opbrengen. Ik ben nu 82, maar ik ga nog iedere dag met plezier hierheen, vijf dagen in de week.” René: “Mij zie je dat niet doen hoor, maar ik heb ook geen opvolger.”
In eerst instantie wilde René zijn vader ook niet opvolgen, totdat zijn vader ziek werd. “Ik kreeg een hernia en moest er een tijd uit”, zegt Kees. Het was de bedoeling dat René tijdelijk kwam helpen. “Maar toen kreeg hij er zin in”, zegt zijn vader. René: “Het was gezellig en het is een mooi vak. Je maakt iets dat heel slecht binnenkomt weer zo nieuw mogelijk. De reacties van de klanten zijn dingen waardoor je denkt: ‘Hier doe je het voor’.”
Finland
Een van hun specialiteiten zijn de Ierse Dubarry-jachtlaarzen. Ze werken inmiddels al dertig jaar voor het merk. Mensen van over de hele wereld sturen hun laarzen naar Utrecht. Laatst kreeg René nog een paar uit Finland. Maar ook Utrechters die naar andere steden verhuizen, blijven hun schoenen langsbrengen bij René en zijn vader. René wijst naar een paar zwarte leren enkellaarsjes op de toonbank. “Deze gaan binnenkort terug naar iemand in Ermelo.”
Tekst loopt door onder afbeelding
Door al hun vaste klanten is het nooit stil in de zaak. “Het is nog nooit een week rustig geweest”, zegt René. Vanaf zijn twintigste werkt hij fulltime in de schoenmakerij. In 2008 nam hij de zaak officieel over van zijn vader. In de jaren daarvoor was dat voor sommige mensen nog wel even wennen. Toen zijn vader ooit eens een weekje extra vakantie nam, bleven er mensen naar ‘de schoenmaker’ vragen. Nadat ze hoorden dat die op vakantie was, namen ze hun schoenen weer mee. Een week later kwamen ze terug met hun schoenen voor Kees.
“Daar had ik in het begin best moeite mee”, zegt René. Zijn vader: “Daarom nam ik op een gegeven moment wat meer afstand van de klanten. Ze moesten René leren kennen, want hij ging de schoenmakerij overnemen. Op een gegeven moment vroegen ze niet meer naar mij zoals vroeger, maar naar René. Dat was toen voor mij even moeilijk, maar ik was ook trots. We waren geslaagd. Zo kon hij het met een gerust hart overnemen en ik rustig op vakantie.”
6 Reacties
ReagerenHeel blij met deze schoenmakers!
Mooi verhaal! Sinds jaar en dag mijn vaste schoenmaker.
Nooit meer een andere schoenmaker! Vakmanschap van de bovenste plank, eerlijke prijzen, goed advies en gezellige sfeer. Ga zo door mannen.
m’n favoriete schoenmaker!
Prachtige zaak! En je kunt er terecht voor Dubarry laarzen!
Dit zijn echt toppers!