De historische vereniging Oud-Utrecht maakt voor DUIC wandelingen door de stad, op zoek naar bijzonder erfgoed. Deze keer gaan we iets sportiefs doen: u mag kiezen tussen lopen of fietsen. We starten bij de sporthal van Hoograven en gaan met een klein uitstapje door Nieuwegein naar de Noordersluis.
Waarom starten bij deze sporthal? Sporthal Hoograven is gebouwd in 1978 en is inmiddels een monument voor de sport. Tot 1960 had heel Nederland nog nauwelijks sporthallen en voornamelijk gymnastiekzalen. In Utrecht was tot die tijd een Jaarbeurshal beschikbaar voor sport. Utrecht kreeg pas in 1968 de eerste sporthallen. Die twee, aan de Jaarbeurszijde van het station en in Overvecht, zijn beide alweer gesloopt. In Overvecht kwam er wel een nieuwe voor in de plaats. De gemeente beheert nu veertien sporthallen, waarvan sporthal Hoograven de oudste is van de stad.
We passeren lopend of fietsend ’t Goylaan naar de Verlengde Hoogravenseweg. Daar gaan we van straatnummer 190 naar 150A en B. Dat is natuurlijk vreemd, want huisnummers lopen altijd op als je van het centrum naar het buitengebied gaat. Maar het was niet vreemd toen Hoograven nog bij de gemeente Jutphaas hoorde. Op nummer 150A en B staat een prachtig opgeknapt gebouw dat uit twee delen bestaat: de voormalige Nederlands Hervormde Lagere School en de Fröbelschool. Het ontwerp is van Charles L. Quéré, gemeente-architect van Maartensdijk. Na de Tweede Wereldoorlog kreeg hij niet veel opdrachten meer, omdat hij tijdens de bezettingsjaren NSB-wethouder in Utrecht was. Met de school is het een stuk beter afgelopen, want die is recent duurzaam gerenoveerd. We gaan verder en komen bij het Mr. J.J.M. Hamerplantsoen.
Jan Marie Michiel Hamer was van 1925 tot 1957 burgemeester van Jutphaas. In die periode verrezen op deze locatie de nodige industrie. Van een plantsoen was toen nog geen sprake. In 1935 opende hier de fabriek Van Heuzen’s Textielonderneming. Van Heuzen had meer dan veertig winkels in lingerie en tricots in Nederland en dat alles werd hier gemaakt. Meer dan honderd medewerkers, veelal jonge vrouwen, maakten dagelijks vierduizend tricots op de breimachines en duizend stuks lingerie. De fabriek hield op te bestaan in de jaren 1960. Het plantsoen is in de jaren 1980 aangelegd na de sloop van de gebouwen. Wij slaan rechtsaf het IJzerdraadpad in.
Nog meer bedrijvigheid in Jutphaas
Neerlandia Draadindustrie maakte staaldraad in elke mogelijke dikte. Maar van draad is er meer te maken, dus was er een tweede productielijn voor prikkeldraad en gaas. Het bedrijf had eigen baden voor het verzinken van het staal. De Draadnagelweg had ook de Spijkerweg kunnen heten, want tegenwoordig noemen wij een draadnagel een spijker. Het bedrijf maakte er miljoenen van, opgeteld 75.000 kilo spijkers per dag!
Meer dan tachtig procent van de productie ging naar Amerika. In 1971 liepen de orders terug en besloot de fabriek haar faillissement aan te vragen. In totaal 125 medewerkers kwamen op straat te staan. Na de sluiting van Neerlandia heeft een handel in oud-ijzer, de firma Prozee, het terrein overgenomen. Daarvan zijn de sporen tien jaar geleden, door de huidige nieuwbouw, grondig uitgewist. We fietsen of lopen een rondje langs de Neerlandiakade en komen via de Vlechtdraadhof terug op de Verlengde Hoogravenseweg.
Daar staat het gebouw van de oudste kringloopwinkel van Utrecht, De Arm. Voor wie die winkel nog niet kent: een ongekende collectie van niet gewenst en toch goed bruikbaar is hier verzameld en te koop. In 1982 begon dat. De Arm heeft inmiddels het hele bedrijvenparkje in gebruik genomen, waaronder gebouwen van trappenfabriek Dix uit 1950 en kunststofabriek Filoform uit 1974. Met als basis het creëren van sociale werkgelegenheid, de opvang van mensen, de herwaardering van oude spullen en niet te vergeten de zonne-energiecentrale op het dak, is De Arm op alle fronten waardevol bezig. In dit kringloopwarenhuis vind je altijd iets van je gading.
Tekst loopt door onder afbeelding

We gaan door en passeren het brugje over de Ravensche Wetering. Met een zwaai naar rechts langs het sportpark naderen we het begin van de Verlengde Hoogravenseweg. Daar staat sinds 1978 De Driewerf, het gezamenlijke gebouw van drie Utrechtse roeiverenigingen: Orca, Viking en Triton. Elke vereniging heeft eigen boten en daarmee liggen de opslagplaatsen overvol. Voor de meer dan drieduizend roeiers geldt ook dat er na inspanning ruimte moet zijn voor ontspanning. De kantines zijn sinds 2019 zo goed geïsoleerd dat niet alleen de warmte, maar ook het geluid bij feestjes binnen blijft.
Tekst loopt door onder afbeelding

Een uitstapje naar Nieuwegein
Wij lopen of fietsen sportief door en gaan onder het viaduct van de A12 door, naar het grondgebied van de gemeente Nieuwegein. Daar is nog iets bijzonders te zien. Wie al rechtsomkeert wil maken, mag dat ook over het viaduct van de A12 en de andere zijde van het Merwedekanaal. Er loopt een fiets-/voetpad overheen. Wij gaan langs het werfterrein van de voormalige scheepsbouwmaatschappij De Liesbosch. Aan het eind gaan we stilstaan op de ophaalbrug. Vanaf de brug is het uiteinde van het Merwedekanaal te zien. Daar ligt de Noordersluis van Nieuwegein, voor de verbinding met het Amsterdam-Rijnkanaal. Aan de andere zijde ligt de Zuidersluis in het Merwedekanaal. En nu is het jammer dat we iets heel bijzonders niet kunnen zien. Het Merwedekanaal loopt namelijk dwars door het Amsterdam-Rijnkanaal, of beter gezegd eronderdoor. Er ligt een onderleider, ofwel sifon, een tunnel van bijna drie meter hoog, acht meter breed en 158 meter lang. Die tunnel ligt onder de bodem van het Amsterdam-Rijnkanaal. Al wat leeft in het water van het Merwedekanaal gaat naar de andere kant zonder een sluis te passeren. Die weg is dus afgesloten voor ons en we passeren de brug naar het grondgebied van de gemeente Utrecht. Op de terugtocht kan al dat prachtigs van de heenweg aan de overzijde van het water bewonderd worden.


geen Reacties
ReagerenEr zijn nog geen reacties geplaatst.