De voorbije jaren waren er volop berichten te lezen in de lokale media over de kleinschalige woonvoorziening voor minderjarige asielzoekers in De Meern. Het ging dan vaak over de plannen van de gemeente en het COA en de gevolgen voor de buurt. Waar het minder over ging, is wat de opvanglocatie voor de minderjarige asielzoekers zelf betekent. DUIC ging langs bij de opvang en sprak er met Fatima en Yasmin, twee meiden van 16 jaar, die een veilige woonplek vonden in de villa aan de Meentweg in De Meern.
Fatima en Yasmin wonen samen met veertien andere jongeren in de villa. De meiden wonen ruim een jaar in De Meern en spreken al een aardig woordje Nederlands. Het gesprek dat we met ze hebben, vindt dan ook plaats in het Nederlands. Fatima en Yasmin hebben een verschillende achtergrond. Fatima is afkomstig uit het Koerdische deel van Syrië en Yasmin komt uit Somalië
Duidelijk is dat hun leven in De Meern er heel anders uitziet dan het leven in hun land van herkomst. Zo heeft Fatima slechts één jaar onderwijs gehad, voordat ze naar Nederland kwam. De gestructureerde Nederlandse dagindeling, waarbij de wekker gaat, je vervolgens naar school gaat, enzovoort, was dan ook wennen.
Tekst loopt door onder afbeelding
Ook voor Yasmin was de Nederlandse leefwijze even schakelen. In Somalië ging ze naar de Koranschool, in Utrecht volgt ze onderwijs met andere minderjarige vreemdelingen op de ISK-school in Overvecht. Ze leren er Nederlands en krijgen allerlei andere vakken om ze voor te bereiden op het mbo. Net als veel Nederlandse kinderen gaan Fatima en Yasmin met de fiets naar school. Nog iets dat nieuw was voor Yasmin: fietsen had ze in Somalië nooit gedaan en leerde ze pas in De Meern.
Fatima en Yasmin zijn te spreken over de Utrechters. Mensen zijn behulpzaam, “bijvoorbeeld als je valt met de fiets”, zegt Yasmin. Yasmin vertelt ook over de sneeuw. Dat had ze nog nooit gezien. Een andere typisch Nederlandse ervaring was het schaatsen. Fatima en Yasmin zijn allebei gevallen op het ijs van de Vechtsebanen, maar ze vertellen met plezier over hun ervaring.
Het leven in de villa
Fatima en Yasmin noemen de opvang ‘goed’. De villa waarin de opvang gevestigd is, is sober en praktisch ingericht. De meiden slapen beneden en de jongens boven. De jongeren slapen met z’n tweeën of drieën in sober ingerichte kamers en ze kunnen niet zelf kiezen bij wie ze op de kamer slapen. Naast de slaapkamers is er een gemeenschappelijke woonkamer met voetbaltafel en tv, een grote keuken, wasruimte en een tuin. Voor de jongeren zijn altijd twee of drie begeleiders aanwezig.
Tekst loopt door onder afbeelding
Fatima en Yasmin krijgen kleine bedragen zak- en kleedgeld. De begeleider vertelt dat ze de jongeren helpen om het geld goed te besteden. Zo leggen ze de jongeren uit dat ze beter bij de Primark kunnen winkelen dan bij de Zara, omdat de kleding er goedkoper is.
In de opvang wordt Nederlands gesproken, maar contact met Nederlandse jongeren hebben de bewoners weinig. Er komt wel eens een Nederlandse jongere in het azc om aan de slag te gaan met het activiteitenprogramma, maar verder hebben de bewoners vooral contact met andere jongeren die ook in de asielprocedure zitten. Naast het activiteitenprogramma, waar de bewoners bijvoorbeeld mens-erger-je-niet spelen of naar de bioscoop gaan, kunnen de jongeren een hobby uitoefenen. Zo kunnen ze lid worden van de fitnessclub, allerlei sporten doen of gitaarles nemen.
De opvang is voor de jongeren een veilige plek, een thuis, maar niet alleen dat. Er wordt ook gewerkt aan hun ontwikkeling en integratie. Zo hebben alle bewoners doelen opgesteld waaraan ze werken. Leren fietsen was bijvoorbeeld een van de doelen van Yasmin. Ook koken de jongeren zelf en doen ze zelf de was.
Het leven is niet makkelijk voor Fatima en Yasmin. Met name het feit dat ze alleen in Nederland zijn, zonder familie, maakt het lastig. Ze moeten alles zelf doen, zonder hun moeder. Soms is er wel contact met het thuisfront, maar dit geldt niet voor alle bewoners. Fatima legt uit dat ze af en toe contact heeft met haar familie, maar dat dit niet altijd lukt: het internet in Syrië ligt er nog wel eens uit.
Buurtbewoners ervaren minder overlast dan verwacht
Het COA heeft geïnvesteerd in de contacten met de buurt, onder meer met een omwonendenoverleg. Toch willen niet alle buurtbewoners met DUIC praten over de opvang in hun wijk. De bewoners die ons wel te woord staan, vertellen een genuanceerd verhaal. De overlast is minder dan ze van tevoren verwacht hadden en de bewoners zijn over het algemeen te spreken over het COA en het personeel van de locatie. Zo vertelt een buurtbewoner het vriendelijk te vinden dat het COA een buurtbarbecue heeft georganiseerd. Toch is er ook enige overlast. Er gebeurt wel eens wat in de villa waarvoor de hulpdiensten moeten komen. Een bewoner vertelt dat dit een onveilig gevoel oproept bij zijn vrouw. Iets anders dat speelt, is onenigheid in de wijk. Mensen verschillen van mening over de opvanglocatie en dit leidt tot discussies in appgroepen van de buurtbewoners.
Tekst loopt door onder afbeelding
Onzekere toekomst
Alle bewoners van de villa zijn in afwachting van de uitkomst van hun asielprocedure. Als een jongere na de asielprocedure in Nederland mag blijven, stroomt hij of zij door naar een ‘Nidos-huis’. In deze opvang kunnen de jongeren in groepsverband blijven wonen tot ze achttien worden. Bewoners die geen toestemming krijgen om in Nederland te blijven, moeten terug naar het land van herkomst.
We vragen Fatima en Yasmin naar hun verwachtingen van de toekomst. Yasmin heeft hier nog geen duidelijk idee over en is vooral bezig met het nu. Fatima vertelt dat ze hoopt dat haar familie ook in Nederland kan komen wonen. Voorlopig wonen ze echter nog in de opvang in Utrecht. Een ‘mooie stad’, vinden ze.
9 Reacties
ReagerenKijk, zo’n artikel is nu eens een oase in de vaak alleen maar negatieve berichtgeving, waar het asielzoekers betreft.
Goed gedaan Duic. Meer van dit!!
Uitstekend verwoord L.E.R.Meijer! Vaak worden alleen de negatieve berichten overbelicht!
Wat is dat nu voor onzin dat ze beter kleding bij de Primark kunnen kopen. Die kleren vallen gewoon uit elkaar als je er naar kijkt. Stuur ze liever naar de kringloop. Dat is nog veel goedkoper, en ze scoren er nieuwe merkkleding die nog jaren heel blijft.
Ik had graag willen horen waarom twee minderjarige meisjes naar Nederland gevlucht zijn. Werden juist zij in hun thuisland vervolgd?
Mee eens met de eerste twee: er is vooraf vaak angst, meer dan nodig. Zo’n artikel helpt de menselijke kant zien.
Primark idd, wat een raar, slecht en niet-duurzaam advies geven ze ze mee. Nou ja, dit is vast maar gewoon één voorbeeldje. Kringloop wordt vast ook genoemd, net als andere opties.
@M. Wat de achtergrond van een kind is gaat een nieuwsgierig aagje niet aan lijkt me. Iets met privacy. Niemand doet zoiets voor z’n lol, zeker en kind niet, want dat zijn het… Er zijn anderen die bepalen of het terecht is.
Door te kopen bij Primark houd je trouwens just de uitbuiting in stand waar veel mensen voor vluchten.
@Ja:
Er worden toch ook andere bijzonderheden over de kinderen vermeld en vragen gesteld waar ze antwoord op hebben gegeven, bijvoorbeeld:
“We vragen Fatima en Yasmin naar hun verwachtingen van de toekomst. Yasmin heeft hier nog geen duidelijk idee over en is vooral bezig met het nu. Fatima vertelt dat ze hoopt dat haar familie ook in Nederland kan komen wonen. Voorlopig wonen ze echter nog in de opvang in Utrecht. Een ‘mooie stad’, vinden ze.”
Een vraag waarom ze naar hier zijn gekomen lijkt me heel toepasselijk en natuurlijk ben ik nieuwsgierig naar een antwoord.
Wennen aan de wekker. De klok van het kapitalisme. Van productief zijn. Van de materiële vooruitgang. Van op tijd zijn en afspraken nakomen. Inderdaad, het is even wennen.
@Ja: wat de privacy betreft: ik hoef hun volledige namen niet te weten hoor, maar hun voornamen en andere gegevens geeft DUIC zelf al.