Op maandagmiddag om 13:00 staat er een rij voor de Openbare Bibliotheek. Tussen de verscheidenheid van mensen staat Bart van Empel al op me te wachten. De Utrechtse straatpastor in ruste draagt zijn ronde bril, dus ik herken hem meteen. Zijn dunne sjaaltje matcht met zijn degelijke bruine jas, casual spijkerbroek en sportieve schoenen. Ik loop op de vriendelijke uitziende man van 70 jaar af. Als we ons voor hebben gesteld lopen we de bibliotheek binnen, die zijn deuren net heeft geopend.
“Hallo Meneer Van Empel!” Iemand anders blijkt Van Empel ook te herkennen. Van Empel reageert enthousiast en maakt een praatje met de man terwijl ik koffie haal. Praatjes maken met daklozen, thuislozen en illegalen is wat hij doet en tien jaar gedaan heeft. Tot september vorig jaar was Van Empel werkzaam als vrijwilliger straatpastor van Utrecht. Aan het einde van zijn termijn heeft hij een monument voor overleden daklozen gerealiseerd. Het monument, de Levensboom, staat in de tuin van het Catharijneconvent. Van Empels taak als straatpastor zit er na dit mooie gebaar echter nog niet op: nog steeds is hij een of twee dagen in de weer. “Ik ben nu bezig met afbouwen. Er is een aantal mensen dat je niet zomaar overdraagt, daar fiets ik nogal eens langs. Het zijn allemaal mensen en zij hebben niemand. Ik ben hun maatje, ze vertrouwen me.” De toon van het gesprek is gezet. Bart van Empel is een man van wie we allemaal kunnen leren.
Ik vraag aan hem wat zijn rol als straatpastor precies was. “Het principe van een pastor is iemand te zijn die nabij is, die naar de mensen omziet. Ik had een soort van missie voor mezelf, die bestond uit drie zaken.” Hij telt mee met zijn vingers: “Ik kijk ze aan, raak ze aan en noem hun naam.” Hij neemt de man die hem groette als voorbeeld: “Die man van net zit de hele dag achter de computer spellen te spelen. Hij heeft ook behoefte aan iemand aan wie hij zijn verhaal kwijt kan, tegen wie hij kan vertellen dat hij weer een stap gemaakt heeft om een dak boven zijn hoofd te krijgen.” Ook als mensen in het ziekenhuis terecht zouden komen, konden ze rekenen op een bezoekje van ‘Pastoor Bart’ of ‘Vader Bart’. Soms schoot hij een tientje voor, tot mijn verbazing. “Ja maar kijk, als je honger hebt omdat je twee dagen niet hebt gegeten, dan is het toch fantastisch als je de pastor tegenkomt die je iets kan geven? Ik wist altijd wel waar ze eten konden halen of kon wat regelen. Ik had ook altijd een pak shag bij me. Want als je echt een roker bent en twee dagen uit de goot hebt moeten roken, is het natuurlijk fantastisch als iemand er aan heeft gedacht jouw merk te kopen.”
Dat klinkt wel heel gul allemaal.
“Ja, dat klopt. Maar langzamerhand ken je de mensen ook wel. Als je weet dat iemand van 30 euro in de week moet rondkomen en dat geld ook nog eens kwijt is aan juridische lasten, wil ik ook niet kinderachtig zijn. Ik betaalde ook niet alles uit eigen zak, ik ben uitgezonden door de Jeruzalemkerk. Daar kon ik het een en ander declareren.”
Maakt die gulheid een straatpastor anders dan een hulpverlener?
“Voor een straatpastor is een dakloze geen dossier, maar een warm contact. Hulpverleners zijn vaak jonge, onervaren mensen aan wie daklozen dan voor de zoveelste keer hun verhaal moeten vertellen. Bij mij hoefde dat niet: ik kende hun verhaal, liep jaren met ze mee. Ik stelde nooit de waarom-vraag, want dan zouden mensen zich moeten verantwoorden. ‘Hoe was je dag?’ is over het algemeen ook een slechte vraag voor daklozen. Die kun je alleen stellen bij mensen bij wie alles op orde is. Van drugs afpraten? Nee, nee. Als hij zegt ‘help mij’, dan vertel ik hem waar hij geholpen kan worden of ga ik met hem mee naar die instantie. Als pastor heb je een soort bijzondere eigen positie.”
Bent u een soort van vriend van alle dak- en thuislozen van Utrecht?
“Een beetje wel, maar een vriend op afstand. Ik ben wel heel vriendelijk altijd, maar ik nodig ze niet uit op mijn verjaardag. Zo liggen die verbanden niet. De daklozen zijn ook wel vrienden met elkaar, maar in het circuit gaat toch iedereen voor zich. Als er in de nachtopvang één bed vrij is, en je bent met zijn tweeën, wil je toch zelf dat bed hebben.”
Het lijkt het me toch lastig om de nodige afstand te houden.
“Dat heb ik langzamerhand geleerd, dat moest om het vol te kunnen houden. Het zijn natuurlijk mensen die een verleden met ellende, psychiatrie, verslaving en schuld hebben. Daar kan ik weinig goed aan doen, of maar even. Het is goed dat die zorg nu een beetje van mijn nek af is, ik had wel altijd zorg.”
Missen de mensen u?
Bart van Empel reageert bescheiden op mijn vraag. Toevallig komt er net iemand aanlopen die veel contact met hem heeft gehad. “Dat is Michael, hij is getraumatiseerd van vroeger uit”, fluistert Van Empel. De man is dakloos, maar dat zie je niet aan hem. Michael vertelt dat hij ergens mee bezig is, waardoor hij misschien in Maarssenbroek kan gaan wonen. Van Empel: “Als het zo is dan hoor ik het hè, dan kom ik op bezoek.” “Ja, als het zo ver is, dan stuur ik je een kaartje. Ik vergeet je niet.” Ik vraag aan Michael of hij Van Empel mist. “Ja, het is niet meer zoals het vroeger was. Je merkt dat niemand anders kan doen wat hij heeft gedaan”, vindt Michael. “Hij kan heel goed met mensen omgaan en mensen met sociale omstandigheden helpen.” Van Empel onderbreekt hem: “Nu moet je stoppen, want anders krijg ik het warm.” We lachen. “Dit is niet in scène gezet hè!”, verzekert Bart van Empel me. Maar het is me al lang duidelijk dat hij een man is die de daklozen niet zullen vergeten. Iemand die ze kunnen vertrouwen, aan wie ze kunnen vertellen hoe het met ze gaat. Iemand die met zijn hart luistert en mensen de waardering geeft die ze verdienen.
Tekst: Jantine Albers
5 Reacties
ReagerenFijn wat deze man doet voor Utrechtse daklozen.
Ik heb Bart een dikke 6 jaar geleden leren kennen, toen ik zelf dakloos was. Hij is een soort levende engel in mijn ogen. Ik weet uit eigen ervaring, maar ook van die van anderen, dat hij ons vaak uit zijn eigen, niet zo grote portemonnee, dingen gaf, zonder ook maar iets terug te vragen. Dat Bart, zelfs nu hij ‘officieel’ met pensioen is, nog steeds 2 dagen per week op straat is, tekent de man. Mede dankzij hem ben ik in staat geweest om net zo lang te knokken tot ik weer op eigen benen kon staan. Bart, als ik je weer een keer mag ontmoeten, krijg je een enorme HUG van me.
Bart
Heeft zich ook jaren lang ingezet als vrijwilliger bij de wijkplaats als kok en tevens als pastoraal werker
Mijn dank is groot hiervoor
Beste meneer van Empel, hallo Bart,
Wat ontzettend leuk om u in dit artikel tegen te komen. U bent ook helemaal niks veranderd. Mijn naam is Bob Scherrenberg en u heeft mij vroeger (ruim 20 jaar geleden) godsdienstles gegeven op het Abstede College. Ik vond toen al dat u mooi werk deed (hier en amsterdam), maar u bent het blijven doen! Wat een goed en vooral bijzonder verhaal! Het zou leuk zijn om u nog weer eens te spreken. Mocht u in de buurt van Overvecht zijn bent altijd welkom voor een kop koffie of thee…
Hartelijke groetjes Bob
Geliefde Pastor Bart,
Kan het zijn dat u bij Youth4Christ heeft gediend in 1963 1964?
Een kennis van mij Gretha Nagtegaal attendeerde mij op dit leesstukje.
Zij wordt d.v. dinsdag 6 juli 75 jaar.
Wellicht leuk om haar een kaartje te sturen via mijn emailadres!
Gods Zegen u en uw Bediening !