Het is de oudste flat van Utrecht en honderd jaar geleden trokken de eerste bewoners erin. 29 gulden per maand moest er neergelegd worden voor een tweekamerwoning, wie meer te besteden had kon een zeskamerwoning krijgen voor 62 gulden. Tijden zijn veranderd, maar het complex met 84 woningen staat nog steeds aan de Albert Neuhuysstraat en de Rembrandtkade. We namen een kijkje in de eerste flat van Utrecht die dit jaar het honderdjarig jubileum viert.
Het moderne gedeelte van Utrecht, zo werden in 1926 in het familieweekblad Utrecht in Woord en Beeld de enkele jaren daarvoor opgeleverde woningen aan de Rembrandtkade genoemd. Het gaat hier om de eerste hoogbouwflats van Utrecht, met welgeteld drie woonlagen. Uniek in de tijd, maar ook tegenwoordig zijn de woningen nog zeer geliefd. Drie bewoners, Goeleke Naaijkens (woonachtig sinds 1991), Wilma van der Meer (sinds 1979) en Ans de Rooij (sinds 2003), vertellen er graag over. “De sociale cohesie is hier heel sterk, die samenhang is er altijd al geweest en was ook een van de speerpunten toen de woningen ontworpen werden.” De flats kwamen er dankzij de flinke inspanning van een groepje betrokken Utrechters. Op 10 november 1919 kwamen ze voor het eerst bij elkaar om een woningbouwvereniging op te richten. Samen wilden ze huizen bouwen voor de middenklasse, voor mensen die het financieel niet per se heel slecht hadden, maar die door de crisis van na de oorlog wel moeite hadden om een geschikte woning te vinden. De vereniging kreeg de naam Het Nieuwe Woonhuis mee.
Die naam prijkt nog steeds op de deurmatten van de portiekflats. En de bewonersvereniging Het Nieuwe Woonhuis bestaat nog steeds. Naaijkens, Van der Meer en De Rooij zijn trots op de geschiedenis van het complex en willen zelf voorlopig niet weg. “Wie hier eenmaal komt te wonen, blijft hier heel lang. Het lijkt er soms wel op dat mensen hier alleen ‘horizontaal’ vertrekken.”
Tekst loopt door onder afbeelding
Bakstenen
Eerst weer even terug naar 1919. De architectenbroers Jan en Theo Stuivinga werden benaderd om het complex te ontwerpen en kozen voor de Amsterdamse School, een architectuurstijl waarbij veel gebruik wordt gemaakt van bakstenen. Ook het voormalige postkantoor op de Neude, dat we tegenwoordig kennen als Bibliotheek Neude, is een voorbeeld van de Amsterdamse School.
Er werden verschillende plannen gemaakt door de net opgerichte woningbouwvereniging en elke keer moest er overlegd worden met de gemeente. Die vond de woningen veel te luxe, met gedeelde badkamers en keukens en stofzuigers en boodschappenliften. Uiteindelijk kwam er overeenstemming en in 1922 kon de bouw beginnen. In 1923 konden de eerste bewoners hun intrek nemen en in 1924 waren alle huizen klaar. Van het oorspronkelijke plan voor 207 woningen waren er 84 gebouwd – zonder badkamers, daar moesten de bewoners gewoon nog voor naar het badhuis toe. De bewoners waren blij, in 1925 schreef de vereniging lovende woorden aan de architecten voor de ‘gerieflijkheid van de moderne woningen’.
Tekst loopt door onder afbeelding
Gesprek
Tot 1997 bleef de vereniging Het Nieuwe Woonhuis ook zelf eigenaar van de flats. Gegadigden voor een vrijkomende woning moesten langskomen bij het bestuur voor een gesprek. Van der Meer weet zich dit nog goed te herinneren. In 1979 moest ze op gesprek komen. “Het was toch een soort sollicitatiegesprek. Je deed een nette rok aan en moest op audiëntie komen.” Van der Meer was welkom om er te komen wonen: “Ik weet nog goed dat er geen badkamer was, er stond een metalen badkuip op pootjes in de keuken. Ik was toen de eerste die een douche kreeg.”
Naaijkens moest in 1991 ook nog op gesprek voordat ze een woning kon krijgen: “Je moest toch even langs de ballotagecommissie voordat je hier kon komen wonen.” Hier kwam allemaal verandering in toen op 3 februari 1997 de flats overgingen naar Bo-Ex. De reden was dat het complex hoognodig gerenoveerd moest worden, maar dat het de vereniging zelf niet lukte om dit goed voor elkaar te krijgen. Bo-Ex kreeg de flats gratis overhandigd, maar droeg daarna wel zorg voor de volledige renovatie. De ballotagecommissie verdween daardoor ook, De Rooij kwam gewoon via Woningnet in haar woning terecht.
Tekst loopt door onder afbeelding
Unieke karakter
Doordat de woningen overgedragen werden aan Bo-Ex verdween voor een gedeelte het unieke karakter van de zelfstandige woningbouwvereniging. Maar omdat toen gelijktijdig de bewonersvereniging werd opgericht, met dezelfde naam Het Nieuwe Woonhuis, en die altijd actief is gebleven in combinatie met het unieke karakter van de flats is het altijd een bijzonder complex gebleven. De flats hebben een eigen website, verschillende actieve commissies, een periodieke nieuwsbrief, er is een boek uitgegeven over de geschiedenis en in september wordt het honderdjarig jubileum groots gevierd.
Toch zijn er in de loop van de tijd ook dingen veranderd. Zo wordt tegenwoordig een deel van de woningen, een klein twintigtal, door Bo-Ex in de vrije sector verhuurd. “Waar zelden een keer een sociale huurwoning vrijkomt, is er bij de vrije sector-woningen een groter verloop. Daar zie je toch vaker dat jonge stellen een aantal jaar wonen en daarna een gezin gaan beginnen ergens anders, in bijvoorbeeld een koopwoning.”
Tekst loopt door onder afbeelding
Fijn wonen
Wie met de drie bewoonsters, die er al decennia wonen, door het complex loopt – waarbij de woningen op de begane grond tuinen hebben, er is een achterom en iedere woning heeft een schuur, merkt dat ze overal wel iets over kunnen vertellen. Zo kunnen Naaijkens, Van der Meer en De Rooij over veel (oud)-bewoners en specifieke woningen in geuren en kleuren vertellen, maar ook over de nummerbordjes, schuttingen, keukens en badkamers raken ze niet uitgepraat. Ze realiseren zich ook dat ze ‘geluk’ hebben. Ze wonen in monumentale sociale huurwoningen in een heel goede buurt waar de gemiddelde huisprijs ver boven het gemiddelde in de stad ligt. Dat samen met het feit dat het de eerste flat is van Utrecht en de bewoners actief met elkaar zijn maakt het dat ze hier fijn wonen.
De flats aan de Albert Neuhuysstraat en de Rembrandtkade zijn ondertussen Rijksmonumenten, vanwege de architectuurhistorische-, stedenbouwkundige- en cultuurhistorische waarde. De gebouwen zijn een goed voorbeeld van de Amsterdamse School en een goed voorbeeld van de goede geschiedenis van de volkshuisvesting uit het eerste kwart van de twintigste eeuw.
9 Reacties
ReagerenLeuk zulke stukken en ook het initiatief nemen indertijd. Eerder hoorde ik juist dat er eerst gemeenschappelijke badkamers, keukens en hulp in de huishouding was gepland, maar de toekomstige bewoners dat niet genoeg vonden. (Misschien is die versie ook niet logisch gezien er zelfs in de jaren vijftig nog portiekflats met een wascel met alleen een lavet werden opgeleverd, maar wel met gewoon een eigen keuken). Was dat mis toen ‘de deal’: juist eigen keuken, maar helemaal geen was/badhok?
Leuk verhaal, zeker omdat ik er vaak langs loop. Ik hoopte dat aan het einde van het artikel gemeld zou worden dat het dit weekend te bezoeken zou zijn in het kader van de Open Monumentendag, maar helaas….
Wat ontzettend mooi dat dit complex bewaard gebleven is en nog altijd (grotendeels) sociaal verhuurd wordt! Ik had nog wel wat meer foto’s willen zien, maar daar kan ik vast wel op googlen.
(Taalkundig vind ik het artikel trouwens niet overal lekker lezen, jammer)
€ 650 (met inflatie ) voor een nieuwbouw zeskamerflat van hoge kwaliteit? Kun je tegenwoordig alleen maar van dromen.. het is triest gesteld met de sociale woningbouw, het rechtse establishment verdient aan lage kwaliteit massanieuwbouw en de zgn links-globalisten breken mooie jaren 30 huizen liever af, je moet na 18 jaar blij zijn met een verpauperde woning in Overvecht.
Goedenavond. Geweldig om te zien. we woonden zelf enkele jaren in de a. Neuhuys straat en onze (schoon) ouders woonden heel lang op de Rembrandt kade.
Kunnen we het jubileum boek ergens kopen?
Met vriendelijke groet. Mieke Jansen
@HenQ Kennelijk was het voor die groep indertijd ook nodig pm ern eigen kleine woningbouwvereniging op te richten en dit zelf te laten bouwen? (Binnen de woningbouwregels ed van de Gemeente.) Wss met lening van de bank, de doelgroep had mis ook wel wat maar niet genoeg voor de bestaande markt. Zulke initiatieven zijn er ook nu her en der in het land (kan ook zijn het samen ombouwen van een pand.) Vind dat reuze stoer, maar ook een soort natuurlijke situatie (je eigen huis bouwen). Zou mis juist gewoner moeten zijn ?
Hoe is dit sociale huur? Ze zijn duidelijk gebouwd als vrije sectorwoningen… Geen wonder dat de woningbouwvereniging failliet is, als ze de huren niet mee laten stijgen…
Wel leuk om te horen dat de gemeente destijds maximumeisen stelde aan de luxe van woningen.
@Fam Ho, volgens mij was in die tijd alle woningbouw in handen van verenigingen. De overheid bouwde geen huizen, de gewone man kon geen huis bouwen, maar met zo’n vereniging ging het wel. Geheel volgens de tijdsgeest ging het vaak ook nog om een katholieke , protestantse, algemene of socialistische woningbouwvereniging.
@eriksmit. Vziw was hst ook toen zo dat er particulieren eaten die iets (lieten) bouwen, maar er nieuwe wijken kwamen omdat de Gemeente die plande, waarbij de Gemeente eisen stelde maar er door projectontwikkelaars (deels woningbouwverenigingen) werd gebouwd en verkocht. Ik weet ook nu niet een gemeente die zelf bouwt. (Het is vziw al bijzonder dat Gemeente U uberhaupt lang ook zelf een aantal woningen in verhuur had.) Verkeerd gehoord of klopt dat?