“Eigenlijk stond er veldsla op het menu”, schrijft Mieke  dinsdag in de mail aan haar klanten, “maar die bleef vanmorgen nog zo lang bevroren dat we hem niet meer konden oogsten. Rode bietjes zijn er nog wel, de laatste van dit seizoen.”

Elke woensdag oogsten Mieke Baldé en Gertjan Ankersmit van de biologische zorgtuinderij De Volle Grond, samen met de vrijwilligers groenten uit de historische moestuin van landgoed Nieuw Amelisweerd in Bunnik. In deze tijd van het jaar zijn dat vooral kolen, knollen, prei. En bietjes dus, de laatste. Die gaan schoongewassen de tassen van de groentenabonnementen in en kunnen dezelfde dag vanaf vijf afhaalpunten in Utrecht en Houten vers mee naar huis.

Vanaf juni hebben we allerlei soorten bietjes de revue zien passeren: de bekende rode, maar ook gele en zelfs rood-wit gestreepte. De jonge bietjes in het voorjaar gaan rauw en dun geschaafd in salades. De oudere exemplaren van nu moet je garen voor gebruik. Je kunt ze in de pan koken, bijv. om soep te maken. Dit duurt een half uur tot drie kwartier. In de oven roosteren gaat sneller. Je maakt de bietjes goed schoon (schillen hoeft niet), snijdt ze in plakjes of stukjes, maakt ze aan met olijfolie en legt ze op een bakplaat in de oven, 200 graden. Binnen 15-30 minuten zijn ze gaar. Even prikken om de gaarheid te testen!

Daarna kun je ze verwerken in een salade, bijv. met een beetje karwijzaad, mierikswortel (uit een potje), feta, walnoten, een gesnipperd sjalotje, een appel in plakjes. Met een dressing van olie en balsamicoazijn en wat fijngesneden munt erover, of een yoghurtsausje. Lekker en mooi!

Favoriet is bij ons thuis de bieten-appelsoep. Door de zoetheid zijn kinderen er dol op! Om te toveren tot maaltijdsoep met bovengenoemde ingrediënten.

Bieten-appelsoep:

Doe de bietjes in een grote pan en doe er zoveel water bij dat ze goed onder staan. Breng ze aan de kook en laat zachtjes koken tot ze gaar zijn (prik met een vork). Voeg het laatste kwartier de appels toe en laat ze meekoken. Zorg dat er genoeg vocht in de pan blijft en dat er niets aanbakt! Als de bietjes gaar zijn, pureer je de soep: ik vind dat het handigst met een staafmixer. Pas op voor spetters, rode bietjes geven gemene vlekken. Voeg eventueel nog extra water toe, als je de soep te dik vindt. Ik voeg dan pas de bouillonblokjes toe, de appelstroop en zout en peper. Laat alles weer goed warm worden. Proef, misschien moet er nog wat van het een of ander toegevoegd worden.

Bij het serveren doe je voor iedereen een lepel yoghurt of zure room erbij.

Nodig: 500 g rauwe bietjes, 500 g appel, geschild, van klokhuis ontdaan, 2 bouillonblokjes (eventueel 1 extra), 2 volle el appelstroop, volle yoghurt of crème fraiche, naar smaak, zout, peper.

Proeftuinen van Utrecht: een culinaire reis langs de moestuinen van Utrecht.

Met een tuinverhaal en een recept voor seizoensgroenten brengen Marijke Orthel (Urban Pilots) en Ans Withagen (Kookgenoot) de trend van stadslandbouw in Utrecht op je bord.