Na een afwezigheid van negen jaar keert de legendarische skatespot De Yard voor minimaal een jaar terug op het Kruisvaartterrein tussen het spoor en de Dichterswijk. Het actiecomité van De Yard gaat de komende maanden hard aan de slag om aankomende zomer open te kunnen voor skaters.

Jarenlang was het actiecomité bezig om de skatespot weer tot leven te brengen. In 2007 werd de skateplek door NS Vastgoed opgeëist voor een nieuwbouwproject. Door de crisis liep dat project vertraging op maar inmiddels zit er weer schot in de zaak. In de tussentijd mag De Yard een stuk grond in bruikleen nemen. Het contract ligt momenteel bij de gemeente klaar om ondertekend te worden waardoor de skateplek van 6.000 vierkante meter weer officieel onderdeel van de stad zal zijn.

Bij het actiecomité heerst vooral opluchting en enthousiasme. “We hebben de afgelopen jaren op een paar andere plekken in de stad kunnen skaten, maar deze bleef toch altijd de mooiste,” vertelt voorzitter Marc-Anthony Westmaas. Samen met andere skaters was hij in de zomer vooral in het Griftpark. Soms kon dat best wel eens een drama zijn, vindt Westmaas. “Het grootste probleem was het streetgedeelte: met ongeveer dertig skaters zorgde dat altijd voor lange rijen.” Maar ook de spelende kinderen vormden een probleem. “Het blijft natuurlijk ook een speelplek voor kinderen, maar juist daarom is een skatespot zo belangrijk.”

Westmaas hoopt het contract zo snel mogelijk te kunnen ondertekenen. Dan pas kunnen de leden van De Yard aan de slag. Westmaas: “We willen zo snel mogelijk beginnen met schoonmaken. Het liefst gaan we voor de zomer al open.” Voor de schoonmaak en aanschaf van obstakels is nog wel geld nodig. Via een leefbaarheidsbudget hoopt De Yard op weg te kunnen met hun grote project. “Maar misschien gaan we ook nog op andere manieren proberen geld in te zamelen. We hebben genoeg ideeën.” Ook zijn er volgens Westmaas onderhandelingen over meubilair, zoals afvalbakken en verkeershekken, die de gemeente niet gebruikt. “Daarmee kunnen we de baan nog toffer maken.”